1.8 Spelling les 3

  • Goedemorgen
  • Boek en etui op tafel
  • Kauwgom weg
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

  • Goedemorgen
  • Boek en etui op tafel
  • Kauwgom weg

Slide 1 - Tekstslide

1.8 Spelling
Leerdoel
In deze paragraaf leer je
  • hoe je de stam en de ik-vorm van een werkwoord spelt
  • hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt
  • hoe je het begin en eind van zinnen maakt
  • we leren dubbele punten en aanhalingstekens gebruiken
  • we gaan acht dicteewoorden leren

Slide 2 - Tekstslide

1.8 Spelling
Leerdoelen vandaag oefenen
  • Dicteewoordjes.
  • Leestekens aan het begin en het eind van een zin.
  • De PV vinden door de zin in een andere tijd te zetten. (tijdproef)

Slide 3 - Tekstslide

1.8 Spelling
  • Oefenen dicteewoordjes.
  • Schrijf het woord op.
  • Schrijf de betekenis op.
  • Zet een kruisje achter het woord wanneer het een werkwoord is.

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent?
Basis: affiche (poster
Kader: de champignons (paddenstoel)

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent?
Basis: capuchon (hoofddeksel)
Kader: chanteren X (iemand iets afdwingen met een bedreiging)

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent?
Basis: chic (heel netjes)
Kader: chatten X (online praten/berichten sturen)

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent?
Basis: chips (eten/computer onderdeel)
Kader: chips (eten/computer onderdeel)

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent?
Basis: chirurg (dokter die opereert)
Kader: de chocoladebol (bol van chocola)

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent?
Basis: chocoladebol (bol van chocola)
Kader: machinaal (met behulp van een machine)

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent?
Basis: gesjouw X (iets zwaars dragen/slepen)
Kader: de parachute (hulpmiddel om langzamer te dalen vanuit de lucht)

Slide 11 - Tekstslide

Wat betekent?
Basis: recherche (opsporen of onderzoeken)
Kader: de recherche (iemand die misdaden oplost)

Slide 12 - Tekstslide

1.8 Spelling
Je krijgt nu een werkblad met de 2 opdrachten.

  • Bij opdracht 1 ga je de hoofdletters en de leestekens op de goede plek zetten.
  • Bij opdracht 2 ga je oefenen met de pv via de tijdproef. Kijk naar het voorbeeld:
    - Mieke rijdt graag paard (tt)
    - Mieke reed graag paard (vt)
    - De pv is rijdt   (dit is het enige woord dat veranderd is)

  • Werk hier rustig aan


Slide 13 - Tekstslide

1.8 Spelling - oefenen 
Ga naar je werkboek op blz. 68 voor Basis en blz. 79 voor Kader.
We maken opgave 8 t/m 10 (8 optioneel in verband met tijd).
Werk rustig en netjes.

Slide 14 - Tekstslide

1.8 Spelling
Vandaag
  • Geoefend met: dicteewoordjes, hoofdletters, leestekens en pv vinden (tijdproef).

Slide 15 - Tekstslide