Inval-les 14 octobre 2021

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-Getallen herhalen
-Franse lidwoorden bespreken
-Filmpje kijken
-Iets voor ons zelf doen 

Slide 3 - Tekstslide

6

Slide 4 - Video

00:13
Vertaling van 8

Slide 5 - Open vraag

00:24
Vertaling van 14

Slide 6 - Open vraag

00:33
Vertaling van 3

Slide 7 - Open vraag

00:48
Vertaling van 17

Slide 8 - Open vraag

01:06
Vertaling van 5

Slide 9 - Open vraag

01:19
Vertaling van 16

Slide 10 - Open vraag

lidwoorden 
classe 1

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn lidwoorden in het
Nederlands?

Slide 12 - Woordweb

Frans
  • de / het 
  • le --> mannelijk        (le garçon)
  • la --> vrouwelijk        (la fille)
  • les --> meervoud      (les parents)

  • l' --> klinker / h           (l 'école)

Slide 13 - Tekstslide

de jongen
A
le garçon
B
la garçon
C
les garçon
D
l'garçon

Slide 14 - Quizvraag

de moeder
A
le mère
B
la mère
C
les mère
D
l'mère

Slide 15 - Quizvraag

de broers
A
le frères
B
la frères
C
les frères
D
l'frères

Slide 16 - Quizvraag

Frans
  • een 
  • un --> mannelijk (un garçon)
  • une --> vrouwelijk (une fille)
  • des --> meervoud (des garçons)

  • des vertaal je niet ! je zegt niet een jongens

Slide 17 - Tekstslide

een jongen
A
un garçon
B
le garçon
C
une garçon
D
des garçons

Slide 18 - Quizvraag

een meisje
A
un fille
B
une fille
C
des filles
D
la fille

Slide 19 - Quizvraag

jongens
A
garçons
B
un garçons
C
des garçons
D
les garçons

Slide 20 - Quizvraag

Welke lidwoorden zijn voor mannelijk enkelvoud?
A
le
B
la
C
des
D
un

Slide 21 - Quizvraag

Welke lidwoorden geven aan dat een woord meervoud is?
A
un
B
les
C
des
D
l'

Slide 22 - Quizvraag

Kies uit: le, la,l' of les
C'est un ami. _____ ami est beau
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 23 - Quizvraag

Kies uit: le, la, l' of les
C'est une piscine. ______ piscine est bleue
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 24 - Quizvraag

Kies uit: un, une of des
Le parc est immense. C'est ______ parc naturel
A
un
B
une
C
des

Slide 25 - Quizvraag

Kies uit: un, une of des
La fille est belle. C'est _____ belle fille.
A
un
B
une
C
des

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het meervoud van le, la
A
les
B
des

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het meervoud van un, une
A
les
B
des

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video