sp en gr 13 en 14 pv tt en pv vt
1 / 31
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Noteer de spelfouten & verbeter ze!
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Noteer de spelfouten & verbeter ze!
Slide 10 - Open vraag
Persoonsvorm tt. Vul het juiste woord in.
Dat huis vin_ ik mooi.
Dat huis vin_ ik mooi.
Slide 11 - Open vraag
Persoonsvorm tt. Vul het juiste werkwoord in.
Wor_ je buurman echt zo gauw boos?
Wor_ je buurman echt zo gauw boos?
Slide 12 - Open vraag
Persoonsvorm tt. Vul het juiste woord in.
Als je binnenkomt, wor_ je direct gevraagd een formulier in te vullen
Als je binnenkomt, wor_ je direct gevraagd een formulier in te vullen
Slide 13 - Open vraag
Persoonsvorm tt. Vul het juiste woord in.
Hij verbeel_ zich dat hij alles weet.
Hij verbeel_ zich dat hij alles weet.
Slide 14 - Open vraag
Persoonsvorm tt. Vul het juiste woord in.
Het vliegtuig lan_ morgen.
Het vliegtuig lan_ morgen.
Slide 15 - Open vraag
Als er 'je/jij' achter staat, is het altijd alléén de ik-vorm!
A
Ja
B
Ja, maar niet als het gaat over 'je vriend, je broer' bijvoorbeeld.
C
Nee
D
Nee, want dan is het ik-vorm +t
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Persoonsvorm vt. Vul het juiste antwoord in.
Nigel von_ een gouden ring.
Nigel von_ een gouden ring.
Slide 21 - Open vraag
Persoonsvorm vt. Vul het juiste antwoord in.
U beantwoor_ tot nu toe onze vragen niet.
U beantwoor_ tot nu toe onze vragen niet.
Slide 22 - Open vraag
Persoonsvorm vt. Vul het juiste antwoord in.
Na een ernstig ongeluk belan_ de heer Van der Stappen in het ziekenhuis.
Na een ernstig ongeluk belan_ de heer Van der Stappen in het ziekenhuis.
Slide 23 - Open vraag
Persoonsvorm vt. Vul het juiste antwoord in.
De voetballer mis_ gisteren ieder kans.
De voetballer mis_ gisteren ieder kans.
Slide 24 - Open vraag
persoonsvorm tt en vt. Vul de juiste antwoorden in.
Dat kos_e hem wel erg veel moeite.
Dat kos_e hem wel erg veel moeite.
Slide 25 - Open vraag
persoonsvorm tt en vt. Vul de juiste antwoorden in.
Zijn ouders verhuis_en toen hij twee jaar was.
Zijn ouders verhuis_en toen hij twee jaar was.
Slide 26 - Open vraag
persoonsvorm tt en vt. Vul de juiste antwoorden in.
Behandel_ u deze som nog een keer?
Behandel_ u deze som nog een keer?
Slide 27 - Open vraag
persoonsvorm tt en vt. Vul de juiste antwoorden in.
Beklee_ je oom echt zo'n hoge functie?
Beklee_ je oom echt zo'n hoge functie?
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
Ik weet hoe ik de pv in de tt schrijf!
Slide 30 - Poll
Ik weet hoe ik de pv in de vt schrijf!
