Toetsvoorbereiding Natuurkunde

Toetsvoorbereiding
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toetsvoorbereiding

Slide 1 - Tekstslide

W
Wat komt er precies op de toets? 
Onderdeel
%
Fasen en Faseovergangen
15%
Kooktraject/Smelttraject
15%
Diagrammen
20%
Bimetaal/thermogram
10%
Rekenen aan thermometer
25%
Destilleren
15%

Slide 2 - Tekstslide

W
Wat voor soort vragen komen er? (RTTI)
%
Reproductie-vragen
25%
Toepassing-1-vragen
45%
Toepassing-2-vragen
25%
Inzicht-vragen
5%

Slide 3 - Tekstslide

Wat komt er op de toets? (HAVO)
Oefenen en nakijken
Wat kan je extra oefenen?
  1. Oefentoets op papier. Je vindt deze met uitwerkingen hieronder
  2. Huiswerk opnieuw maken & nakijken. De antwoorden staan steeds achter het huiswerk in de LessonUp-lessen
  3. Oefenwebsite
      https://meneerwietsma.nl/stoffen/faseovergangen-en-kooktraject/
      Hier een website, deze video geeft een goede samenvatting. In deze video zitten            een aantal oefenvragen (met uitwerking). Onder de video staat een 'quiz'.
Oefentoets + uitwerkingen

Slide 4 - Tekstslide

Wat komt er op de toets? (HAVO)
Vragen stellen
Je kunt altijd je vragen stellen als je je aan het voorbereiden bent. Stuur mij een bericht via teams (zoek op Paul Zantvoord of Nadine de Schepper)

Slide 5 - Tekstslide

Samenvattend - Fasen en fasenovergangen
Eigenschappen vaste stof:
✓Een vaste stof heeft een eigen vorm
✓Een vaste stof heeft een eigen volume
✓Een vaste stof kan niet worden samengeperst.
Eigenschappen vloeistof:
✓Een vloeistof heeft geen eigen vorm
✓Een vloeistof heeft een vast volume
✓Een vloeistof is niet samen te persen
✓Een vloeistof heeft een horizontale vloeistofspiegel
Eigenschappen gas:
✓ Een gas heeft geen eigen vorm
✓ Een gas heeft een geen vast volume
✓ Een gas is samen te persen

Slide 6 - Tekstslide

Samengevat - Uitzetten en krimpen
Bij warmte bewegen de deeltjes sneller en zetten stoffen uit; bij kou bewegen ze langzamer en krimpen de stoffen.

Slide 7 - Tekstslide

Samengevat - Vloeistofthermometer
Een vloeistofthermometer werkt ook met dit principe. De vloeistof in het reservoir zet uit, daarom staat de vloeistof bij een hoger streepje

Slide 8 - Tekstslide

Samengevat - Bereik en gevoeligheid
Het bereik van een meetinstrument laat zien tussen welke kleinste en grootste waarden het kan meten, zoals temperatuur of afstand. 
De gevoeligheid zegt hoe goed het kleine veranderingen kan opmerken. Hoe gevoeliger het instrument, hoe nauwkeuriger het kleine verschillen kan meten binnen dat bereik.
Thermometer met een groot bereik maar kleine gevoeligheid
Thermometer met een klein bereik maar grote gevoeligheid

Slide 9 - Tekstslide

Samengevat - Thermometer IJken
Hoe IJkte meneer Celsius zijn Thermometer?
Stap 1: Plaats de thermometer zonder schaalverdeling in ijswater. Hij besloot dat dit 0°C moest zijn en zette een streepje op de thermometer.
Stap 2: Plaats de thermometer zonder schaalverdeling in kokend water. Hij besloot dat dit 100°C was en zette een tweede streepje op de thermometer.
Stap 3: Verdeel de afstand tussen de twee streepjes in 100 gelijke delen. Nu kon hij de tussenliggende streepjes toevoegen en de thermometer gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

Samengevat - Rekenvragen thermometer
Bij dit soort rekenvragen is er altijd één onbekende die je moet uitrekenen

Hieronder een video met twee voorbeelden:

Slide 11 - Tekstslide

Samengevat - Kelvin
Het kan nooit kouder zijn dan het absolute nulpunt. Dat is -273°C. Bij deze temperatuur staan deeltjes stil en kunnen ze niet nóg stiller staan. 
Kelvin zei dat dit 0 Kelvin was. Zo kun je graden Celsius en Kelvin omrekenen.

Slide 12 - Tekstslide

Samenvattend - Bimetaalthermometer
Een bimetaalthermometer heeft twee verschillende metalen die verschillend uitzetten bij temperatuurveranderingen. Hierdoor buigt de strip als het warmer of kouder wordt, en deze buiging beweegt een wijzer die de temperatuur aangeeft.

Slide 13 - Tekstslide

Samenvattend - Thermogram
Infraroodstaling is warmtestraling. Onze ogen kunnen dit niet zien. We kunnen het wel voelen met onze huid. Een infraroodcamera kan wel infraroodstraling zien. Deze camera zorgt ervoor dat wij op een plaatje kunnen zien waar de warme en koude delen zijn. 
← Een thermogram van een politiehelikopter van een warm persoon die in een boot verstopt is.

Slide 14 - Tekstslide

Samenvattend - Kookpunt en smeltpunt
Het kookpunt is de temperatuur waarop een stof van de vloeibare fase naar de gasfase verandert (en andersom).

Het smeltpunt is de temperatuur waarop een stof van de vloeibare fase naar de vaste fase verandert (en andersom)

Het smeltpunt en kookpunt van een stof zijn stofeigenschappen. Iedere stof heeft dus een ander kookpunt en smeltpunt. Zie deze tabel, deze hoef je niet uit je hoofd te leren.

Slide 15 - Tekstslide

Samenvattend - Welke fase is de stof?
Als de temperatuur van een stof boven het kookpunt ligt zal de stof in de gasfase zijn.

Als de temperatuur van een stof tussen het smeltpunt en kookpunt ligt zal de stof in de vloeibare fase zijn

Als de temperatuur van een stof onder het smeltpunt ligt zal de stof in de vaste fase zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Samenvattend - Diagrammen
Tijdens een faseverandering zal de temperatuur constant blijven. Deze temperatuur zal het kookpunt of smeltpunt zijn.
Dus, zo lang er nog water in jouw pannetje zit zal de temperatuur 100°C zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Samenvattend - Kooktraject en Smelttraject.
Bij een mengsel heb je een: smelttraject of kooktraject





Bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt of kookpunt. 
Hier zie je een diagram waar een mengsel in de vaste fase wordt gesmolten. Je ziet hier een smelttraject. 
Het smelttraject van deze stof is tussen 125°C en 135°C
Hier zie je een diagram waar een zuivere stof in de vaste fase wordt gesmolten. Je ziet hier een smeltpunt. 
Het smeltpunt van deze stof is 70°C

Slide 18 - Tekstslide

Samenvattend - Destilleren
  1. Mengsel wordt verwarmt
  2. Stof met het laagste kookpunt verdampt
  3. Stof met het laagste kookpunt condenseert in de koeler
  4. Stof met het laagste kookpunt = destillaat
  5. Stof(fen) met het hoogste kookpunt = residu

Slide 19 - Tekstslide

Uitleg-Video's
Fasen en Fasenovergangen                      Kookpunt/Kooktraject/diagrammen                    Bimetaal, IJken, Kelvin
Rekenen aan thermometers                            Destilleren

Slide 20 - Tekstslide