Les 1 Wetenschappelijke notatie

Wetenschappelijke notatie
Scheikunde 3 havo-vwo
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wetenschappelijke notatie
Scheikunde 3 havo-vwo

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Huiswerk: -

Lesdoel: 
In deze les leer je
... werken met grote en kleine getallen.
... de wetenschappelijke notatie gebruiken.

Deze les: 
  • Uitleg
  • Samen oefenen
  • Zelfstandig oefenen: maak 1 t/m 3
  • Eerder klaar? Lees alvast door: significante cijfers.

Slide 2 - Tekstslide

Grote getallen

Duizend     1 000 
Miljoen       1 000 000
Miljard        1 000 000 000
Biljoen        1 000 000 000 000
Biljard         1 000 000 000 000 000

Slide 3 - Tekstslide

Grote getallen

Duizend     1 000 = 10^3 = 10 ⋅ 10 ⋅ 10
Miljoen       1 000 000 = 10^6
Miljard        1 000 000 000 = 10^9
Biljoen        1 000 000 000 000 = 10^12
Biljard         1 000 000 000 000 000 = 10^15

Slide 4 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie

1 000 = 1,0 ⋅ 10^3
100 000 000 = 1,0 ⋅ 10^8
200 000 000 = 2,0 ⋅ 10^8



Vuistregel: in de wetenschappelijke notatie staat er altijd één cijfer voor de komma.

Slide 5 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie

200 000 000 = 2,0 ⋅ 10^8
230 000 000 = 2,3 ⋅ 10^8
625 000 = 6,25 ⋅ 10^5



Vuistregel: in de wetenschappelijke notatie staat er altijd één cijfer voor de komma.

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen met grote getallen

  • a. 946 000 000 =
  • b. 560 000 =
  • c. 7 600 000 =
  • d. 13 400 000 000 000 =
  • e. 7,2 ⋅ 10^9 = 

Vuistregel: in de wetenschappelijke notatie staat er altijd één cijfer voor de komma.

Slide 7 - Tekstslide

Kleine getallen

Tiende                0,1
Honderdste      0,01
Duizendste       0,001
                             0,0001
                             0,00001
                             0,000001

Slide 8 - Tekstslide

Kleine getallen

Tiende                0,1 = 10^-1 
Honderdste      0,01 = 10^-2
Duizendste       0,001 = 10^-3
                             0,0001 = 10^-4
                             0,00001 = 10^-5
Miljoenste         0,000001 = 10^-6

Slide 9 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie

0,10 = 1,0 ⋅ 10^-1
0,0010 = 1,0 ⋅ 10^-3
0,0020 = 2,0 ⋅ 10^-3



Vuistregel: in de wetenschappelijke notatie staat er altijd één cijfer voor de komma.

Slide 10 - Tekstslide

Wetenschappelijke notatie

0,0020 = 2,0 ⋅ 10^-3
0,00371 = 3,71 ⋅ 10^-3
0,000024 = 2,4 ⋅ 10^-5



Vuistregel: in de wetenschappelijke notatie staat er altijd één cijfer voor de komma.

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen met kleine getallen

  • a. 0,000 001 2 = 
  • b. 0,172 3 = 
  • c. 0,025 69 =
  • d. 0,000 000 000 000 000 919 = 
  • e. 4,57 ⋅ 10^-5 = 

Vuistregel: in de wetenschappelijke notatie staat er altijd één cijfer voor de komma.

Slide 12 - Tekstslide

Ezelsbruggetje

km    hm    dam    m    dm    cm    mm

kan   hij     dan   met  die   chick  mee

Slide 13 - Tekstslide