Par. 3 Tussenletters in samenstellingen

H5 Taalverzorging
Samengestelde woorden en tussenletters
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H5 Taalverzorging
Samengestelde woorden en tussenletters

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Ik kan samengestelde woorden met de tussenletter(s) -e- ,-(e)n-, -s- correct spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Bij veel samenstellingen kun je de woorden aan elkaar plakken, zoals

huis en dier = huisdier.
school en plein = schoolplein
Soms kan dat niet. Dan gebruik je één of meer tussenletters zoals de -e- of -en- of -s-

Slide 3 - Tekstslide

tussenletters -en-
het boek
de kast
de boeken
kast
tussenletters -en-

Slide 4 - Tekstslide

hond+hok = ..........

Slide 5 - Open vraag

Wat is de juiste schrijfwijze van
TULP EN BOL
A
tulpenbol
B
tulpebol

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze van
WESP EN STEEK
A
wespesteek
B
wespensteek

Slide 7 - Quizvraag


paard + bloem = ...........

Slide 8 - Open vraag


pan + koek = ...........

Slide 9 - Open vraag

2. tussenletter -e-
Als het eerste woord in het meervoud geen -en heeft.

de rijst + de pap.
Rijst heeft geen –en in het meervoud, je zegt niet rijsten

dus rijstepap.



Slide 10 - Tekstslide

3. tussenletter -e-
Als het eerste woord geen zelfstandig naamwoord is maar het  woord een bijvoeglijk naamwoord is

Zoals
hoog + de school = de hogeschool

hoog is een bijvoeglijk naamwoord, het zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Slide 11 - Tekstslide

REGEL 4

Slide 12 - Tekstslide

REGEL 5
de maan + schijn =
de maneschijn

Slide 13 - Tekstslide

regel 6
asperge - asperges




asperge + soep = aspergesoep

Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Open vraag


zon + bloem = ...

Slide 16 - Open vraag


zon + wijzer = ...

Slide 17 - Open vraag

Wat is juist?
A
rode kool
B
rodenkool
C
rodekool

Slide 18 - Quizvraag

Wat is juist?
A
katbak
B
kattebak
C
kattenbak

Slide 19 - Quizvraag

Wat is juist?
A
zonnenbloem
B
zonnebloem
C
zonbloem

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Reuzenleuk
B
Reuzeleuk

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist?
A
reuzesprong
B
reuzensprong

Slide 22 - Quizvraag

GROENTE + SOEP = ?

Slide 23 - Open vraag



De man is zo sterk als een beer!
De man is b................

Slide 24 - Open vraag


peer + boom = ?

Slide 25 - Open vraag


reus + honger = ?

Slide 26 - Open vraag


zon + brand = ?

Slide 27 - Open vraag

dicteewoord 1

Slide 28 - Open vraag

dicteewoord 2

Slide 29 - Open vraag

dicteewoord 3

Slide 30 - Open vraag

dicteewoord 4

Slide 31 - Open vraag

dicteewoord 5

Slide 32 - Open vraag

SPELLING

Thema 2- week 1 - les 1
Opgave 2
Opgave 3
10 x plussen

Slide 33 - Tekstslide