In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Elektriciteitsnet
Hoofdstuk 1
Elektriciteit
Par. 1.1 Elektrische energie vervoeren
Slide 1 - Tekstslide
Vragen over voorkennis?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Maar we gaan alleen leerdoel 1, 2 en 3 doen
Slide 6 - Tekstslide
Elektriciteit
Waar gebruik je stroom voor?
Slide 7 - Tekstslide
Elektriciteit wordt opgewerkt
Kan door elektriciteitscentrale, zonnepanelen, windmolen
Slide 8 - Tekstslide
Werking elektriciteitscentrale
- De brander verhit water tot stoom.
De brander verbrandt aardgas of steenkool
- De stoom drijft een turbine (rad) aan.
Rad gaat draaien
- De generator (grote dynamo) wekt
wisselspanning op.
- De condensor maakt van stoom weer water.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Elektriciteitsnet:
Als stroom door een kabel gaat, wordt de kabel warm.
Energieverlies: minder elektrische energie over voor gebruikers
Voor de minste energieverlies moet stroom over zo hoog mogelijke spanning vervoerd worden (minder warmte).
Slide 11 - Tekstslide
Transformator
De spanning die wordt opgewekt is 10.000 Volt (10 kV).
Om energieverlies in de hoogspanningskabels te voorkomen moet deze spanning 380 kV worden.
Maar dat is weer teveel voor de kabels in de straat.......
Slide 12 - Tekstslide
Transformator zorgt ervoor dat de juiste spanning op de juiste plek komt
Slide 13 - Tekstslide
De spanning v.h. lichtnet
Het lichtnet heeft geen gelijkspanning (zoals in batterijen en accu's) maar een wisselspanning van effectief 230 V. De frequentie is 50 Hz. Het patroon herhaalt 50 x per seconde.
Slide 14 - Tekstslide
Wisselspanning lichtnet
f = 50 Hz
Gelijkspanning batterij
Effectieve spanning
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe verschillende soorten energiecentrales werken
Je kunt uitleggen hoe met een generator elektrische energie wordt opgewekt.
Je snapt waarom een transformator moet worden gebruikt bij het vervoer van elektrische energie
Je kunt uitleggen wat een transformator is
Slide 16 - Tekstslide
En nu?
Lees paragraaf 1.1 (in stilte) (blz 10-12, helft van 13)