6.3 - A - Europese Wereldrijken


6.3 - Europese 
wereldrijken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


6.3 - Europese 
wereldrijken

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Aan het einde van deze les kun je uitleggen waardoor koloniale wereldrijken ontstonden. 

  • Je kunt uitleggen hoe het imperialisme plaatsvond in Azië. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Modern-Imperialisme
  • Oorzaken
  • Gevolgen
  • Imperialisme in Azië
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten 

Slide 3 - Tekstslide

De grote divergentie
  • Er ontstaan enorme verschillen tussen arm en rijk.

  • Hoe kan het dat we hier, in het Westen, zo rijk zijn en andere delen in de wereld zoals Afrika, Zuid-Amerika en Azië zo arm?

  • Historici en economen denken hier nog steeds over na... 

Slide 4 - Tekstslide

Burgeroorlogen in Congo
Belgische overheersing 
Burgeroorlogen in Rwanda
Belgische/Duitse overheersing 
Apartheid in Zuid-Afrika
Nederlands/Britse overheersing
Burgeroorlogen Kameroen
Franse/Britse overheersing 
Burgeroorlogen in Kameroen
Talenstrijd: Brits-Franse overheersing
Burgeroorlogen in Zuid-Soedan
Britse overheersing
Chinese overheersing
Vandaag de dag zien we dat China haar grip probeert te krijgen in Afrika. China investeert in de Afrikaanse economie voor eigen gewin. 

Slide 5 - Tekstslide

Vragen
Vraag 1: Vanaf welk jaar begint het verschil in welvaart?

Vraag 2: Welk verschijnsel kan je aan dit jaartal koppelen?

Slide 6 - Tekstslide


Het modern imperialisme

  • Koloniën voorzagen de Europese landen van grondstoffen die nodig waren voor de industriële revolutie.  
  • Rond 1870 ontstond er een race tussen landen wie de meest ondoordringbare gebieden kon bezetten. Daarna werden deze gebieden bestuurd als 'wereldrijken'.  (imperial)

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken
  • De opkomende industrie in Europa.

  • Nieuwe afzetmarkten voor producten.

  • Rijken overzee gaven aanzien en gevoelens van nationalisme.

  • Een superioriteitsgevoel om de Europese cultuur/christendom te verspreiden en volken te "beschaven".   

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen
  • Inheemse bevolking moest vaak aan verplichte arbeid doen. 

  • Verbetering van de infrastructuur en onderwijs.  

  • Bevolkingsgroepen werden tegen elkaar uitgespeeld.

  • Volken werden samengevoegd in één natiestaat. 

Slide 9 - Tekstslide


Imperialisme in Azië


  • Veel Britse veroveringen in Azië o.l.v. East India Company.
  • In 1858 nam de Britse regering het bestuur in Brits-Indië over. 
  • Naast de Britten zaten ook de Verenigde Staten, de Fransen en de Nederlanders in Japan.
  • Ook Japan werd imperialistisch en nam in 1910 Korea in. 

Slide 10 - Tekstslide


Brits-India

  • India (Pakistan), Bangladesh, Birma en Maleisië werden kolonies van het Britse Rijk. 
  • India was de parel van het Brits imperialisme. Een kleine blanke elite heerste over 300 miljoen Indiase mensen. Tegelijkertijd werd onderwijs, landbouw, gezondheidszorg en infrastructuur verbetert. Maar de Indiase bevolking kwam nooit op gelijke voet met de Britten. De Britten maakten daarbij handig gebruik van het reeds bestaande kastensysteem in India. 

Slide 11 - Tekstslide

China
  • China was niet geïnteresseerd in Westerse handelswaar.  Terwijl Chinese goederen veel opbrachten in Europa.
  • De Britten leverden opium aan. In 1834 telde China 12 miljoen verslaafden. 
  • De Chinezen probeerden een halt toe te roepen aan de opiumhandel, dit leidde uiteindelijk tot de Eerste en Tweede Opium Oorlog. Uit deze oorlog kwamen de Engelsen als winnaar uit de strijd en verkregen o.a. Hong Kong. China werd een invloedssfeer. 

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • We lezen gezamenlijk paragraaf 6.3 door. 

  • Daarna ga je aan de slag met de huiswerkopdrachten 1, 3, 4, 5, 6, 7, 9 en 10.

  • Ben je klaar? Dan maak je opdracht 9 t/m 12 op pagina 167. 

Slide 13 - Tekstslide