Mijn proefles
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
waar kom het woord adolescent van?
A
Spaans
B
Latijns
C
Duits
Slide 7 - Quizvraag
wat betekent het woord adolescent?
A
volwassen worden
B
verstandig worden
C
geen schoolkind
Slide 8 - Quizvraag
hoe oud ben je als je een adolescent bent?
A
16 tot 21 jaar
B
14 tot 20 jaar
C
20 tot 23 jaar
Slide 9 - Quizvraag
wat is een kenmerk van een adolescent?
A
kan eigen mening beter beargementeren.
B
meer toename van langetermijngeheugen.
C
een groei speurt krijgen.
Slide 10 - Quizvraag
op wat voor soort onderwijs zit de adolscent meestal?
A
Basisschool
B
Middelbare
C
Op een studie
Slide 11 - Quizvraag
als adolescent heb je meestal je maximale lengte bereikt.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
puber of adolescent? je kan beter luisteren naar anders mans mening en accepteert het ook.
A
Adolescent
B
Puber
Slide 13 - Quizvraag
waar leggen vrouwen als ze een Adolscent zijn hun nadruk op
A
geen vaste relatie
B
gehechtheid en intimiteit.
