6.1 Basisboek

Basisboeknummers
Hoofdstuk 6 Paragraaf 1
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisboeknummers
Hoofdstuk 6 Paragraaf 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Golfstroom en westenwind
Golfstroom en westenwind

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van zeestromen op de temperatuur
  • Zeestromen brengen warm water naar gebieden waar het kouder is.
  • Zeestromen brengen koud water naar gebieden waar het warmer is.

De warme Golfstroom brengt warm water vanaf de Golf van Mexico naar de westkust van Europa -> ook Nederland heeft hier profijt van.

=> Het warme water van de Golfstroom zorgt er voor dat het aan de westkust van Europa nooit heel erg koud is.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van de wind op de temperatuur
  • Zomer: zeewater warmt langzaam op -> de wind is daardoor koel -> aan de kust is het daardoor koeler dan in het binnenland.
  • Winter: zeewater koelt langzaam af -> de wind is niet zo koud -> aan de kust is het daardoor warmer dan in het binnenland.
  • wind van zee naar land = aanlandige wind
  • wind van land naar zee = aflandige wind


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat:

  • Zeestromen hebben invloed op de temperatuur
  • Wind heeft invloed op de temperatuur
  • Breedteligging heeft invloed op de tempertuur


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vier seizoenen
Op de aarde kennen we 4 seizoenen:
  • Lente
  • Zomer
  • Herfst
  • Winter

Het ontstaan van de seizoenen wordt in de volgende video uitgelegd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zon en aarde (B44 seizoenen)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan uitleggen waarom er verschillende seizoenen zijn.

Je hebt verschillende seizoenen, maar waarom zijn er verschillende seizoenen?
Seizoenen uitleg

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Breedtegraden 
Seizoenen
De loodrechte stand van de zon beweegt in de loop van  het jaar dus heen en weer tussen de breedtecirkels van 23,5 graden noorderbreedte (NB) en zuiderbreedte(ZB). 

Daarom noemen we die twee breedtecirkels keerkringen. 

Op het noordelijk halfrond kreeftskeerking en op het zuiderlijk halfrond steenbokskeerkring. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het zomer op het zuiderlijk halfrond? 
Op welke kleur lijn staat de zon in december? 
Seizoenen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Seizoenen ontstaan door.....
A
het draaien van de aarde om de zon en een schuine aardas
B
het draaien van de aarde om de aardas in 24 uur.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de evenaar zijn er seizoenen
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent:
het seizoen
A
de dagen van de week
B
de zomer, de herfst, de winter, de lente
C
ander woord voor het jaar
D
de maanden van het jaar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Breedteligging
B48 Breedteligging en temperatuur

Slide 17 - Tekstslide

De zon is een ‘kachel’ die de aarde verwarmt. Maar de zon geeft niet overal op aarde evenveel warmte af. De breedteligging van een plaats is van grote invloed op de temperatuur. Op hoge breedte, dus in de poolstreken, is het koud. Op lage breedte, dus in de tropen, is het warm. Die temperatuurverschillen hebben twee oorzaken.
  1. Verwarmen van de grote van het aardoppervlak,
  2. Afstand die de zonnestralen afleggen door de dampkring

B49 Luchtstreken
indeling aarde op basis van temperatuur: luchtstreken.
- tropen
- gematigde zone
- poolstreken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luchtstreken (wiskundige begrenzing)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luchtstreken (thermische begrenzing)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging aan zee
B53 Temperatuur boven land 
en boven zee 

Slide 21 - Tekstslide

Het verschil in opwarming en afkoeling heeft gevolgen voor de temperatuur van de lucht erboven.
■ Boven zee zal de luchttemperatuur nooit erg hoog en ook nooit erg laag zijn. De zee heeft dan ook een matigende invloed op de temperatuur.
■ Boven land kan de lucht erg warm maar ook erg koud worden. De temperatuur kan ook heel snel wisselen.
Verschillen tussen land en zee
Land warmt snel op en koelt snel af

Zeewater warmt langzaam op en koelt langzaam af

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B54 Wind richting
Wind van zee naar land 
aanlandige wind

Wind van land naar zee
aflandige wind

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is aanlandige wind?
Wat is aflandige wind?
Aanlandige wind
Vochtig
Aflandige wind
Droog

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanlandige wind
Aflandige wind
Aanlandige wind
Bij een aanlandige wind wordt het in de zomer minder warm(verkoeling) en in de winter minder koud. 
Aflandige wind
Bij een aflandige wind wordt het in de zomer warmer en in de winter kouder. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als er een aflandige wind staat in de zomer is het...?
A
kouder
B
warmer
C
hetzelfde als altijd
D
natter

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'aanlandige wind'?
A
Wind vanuit het noorden
B
Wind uit het zuiden
C
Wind die vanaf zee waait
D
Frontale regen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'overheersend' als we het over overheersende wind hebben?
A
komt weinig voor
B
komt het meest voor
C
komt niet voor
D
komt alleen maar voor

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aanlandige wind
Aflandige wind
Aanlandige wind
Bij een aanlandige wind wordt het in de zomer minder warm(verkoeling) en in de winter minder koud. 
Aflandige wind
Bij een aflandige wind wordt het in de zomer warmer en in de winter kouder. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is aanlandige wind?
Wat is aflandige wind?
Aanlandige wind
Vochtig
Aflandige wind
Droog

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies