V4 le 14 juin

V4 le 14 juin
BIENVENUE
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

V4 le 14 juin
BIENVENUE

Slide 1 - Tekstslide

Le programme
  • Grammaire: Delend lidwoord & Vergelijkingen
  • Les verbes: pouvoir - vouloir - venir
  • Écrire: jezelf beschrijven/presenteren

Slide 2 - Tekstslide

Article partitif (delend lidwoord)

du (m)
de la (v)
de l' (m/v)
des (mv)

het delend lidwoord vertaal je niet in het Nederlands
Let op!

1. Na ontkenning of na een hoeveelheid: altijd de

2. Na aimer, détester, adorer, préférer: altijd bepaald lidwoord (le, la, l', les)

Slide 3 - Tekstslide


Je mange du pain

Slide 4 - Open vraag


J'adore le chocolat

Slide 5 - Open vraag


Tu bois de l'eau

Slide 6 - Open vraag


Tu bois un verre d'eau

Slide 7 - Open vraag

Exercices (Le Pont)
Maken:  5a, 5c (p. 126-127)

Slide 8 - Tekstslide

Les comparaisons (vergelijkingen)

Plus que = 
Moins que = 
Aussi que = 

Slide 9 - Tekstslide

Les comparaisons (vergelijkingen)

Plus + bijv. nw + que = meer ... dan (plus beau que)
Moins + bijv. nw + que = minder ... dan (moins grand que)
Aussi + bijv. nw +que = even ... als (aussi sportif que)

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
  • Na een klinker of stomme komt  qu' 
Ma soeur est plus intelligente qu'elle

  • Je past het bijvoeglijk naamwoord aan.
Ma soeur est plus sportive que ma mère
Mes parents sont plus intelligents que moi

Slide 11 - Tekstslide


Ma mère est (+ petit) que mon père

Slide 12 - Open vraag

Mes chaussure sont (- beau) que tes chaussures

Slide 13 - Open vraag

Alain et Julie sont (= intelligent) que vous

Slide 14 - Open vraag


Ana est (+ sportif) qu'Emma

Slide 15 - Open vraag

Exercices (Le Pont)
Maken:  11a, 11b (p. 132) 



Slide 16 - Tekstslide

Les verbes

  • Pouvoir - Vouloir - Venir
 (présent, imparfait, passé composé, futur/conditionnel)

  • Exercice (maak de oefening op het blad)
  • Verbuga.eu

Slide 17 - Tekstslide

Écrire
Schrijfopdracht:

- presenteer jezelf in ca. 50 woorden
- vertel over je familie, je vrienden, je gewoontes en hobby's
- gebruik minstens 3 vergelijkingen

Slide 18 - Tekstslide

Écrire
Schrijfopdracht: bespreken,

Slide 19 - Tekstslide

:-)
BON WEEKEND!

Slide 20 - Tekstslide