Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Quiz Arbeidsmarkt
Quiz Arbeidsmarkt
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Quiz Arbeidsmarkt
Slide 1 - Tekstslide
Er is vraag naar arbeid op de arbeidsmarkt.
Wie zijn de vragers op de arbeidsmarkt?
A
Bedrijven en de overheid
B
Werklozen
C
Werkende
D
Geen van alle
Slide 2 - Quizvraag
Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?
A
arbeiders
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt
Slide 3 - Quizvraag
OP een krappe arbeidsmarkt is er meer/minder werkloosheid dan op een ruime arbeidsmarkt.
A
Meer
B
Minder
Slide 4 - Quizvraag
Bij een overschot op de arbeidsmarkt (een RUIME arbeidsmarkt) is er meer ....
A
vraag
B
aanbod
Slide 5 - Quizvraag
Als er veel vraag is naar programmeurs, en er zijn er weinig, dan is het salaris hoog.
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Dit is een overeenkomst tussen werkgever en werknemer.
A
CAO
B
Arbeidsovereenkomst
C
Flexwerk
D
Arbeidsvoorwaarden
Slide 7 - Quizvraag
Een teveel aan arbeiders kan leiden tot ontslag.
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Deze wet regelt de werk- en rusttijden
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
Slide 9 - Quizvraag
Bereken het nettoloon:
Brutoloon: €3.000, Loonbelasting: €800, sociale premies: €150.
A
€3.950
B
€2.200
C
€2.050
D
€1.950
Slide 10 - Quizvraag
Als de vraag naar een bepaald beroep hoog is, is het loon vaak ...
A
gelijk aan andere beroepen
B
hoog
C
laag
Slide 11 - Quizvraag
Timmerman is een beroep in de primaire sector.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Techniek en Zorg en Welzijn zijn voorbeelden van productiesectoren.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Welke beroepen kom je tegen in de tertiaire sector?
A
kapper
B
boer
C
taxichauffeur
D
leraar
Slide 14 - Quizvraag
Industrie is een onderdeel van de secundaire sector.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Wat hoort niet thuis in de quartaire sector?
A
ziekenhuis
B
brandweer
C
school
D
bank
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent het minimum loon?
A
Wat je minimaal mag verdienen.
B
Dat ik wel wat meer mag verdienen.
C
Wat je minimaal moet verdienen volgens de wet.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het brutoloon?
A
Het loon dat je ontvangt en waar de inhoudingen al van af gehaald zijn.
B
Het loon wat je krijgt op je rekening.
C
Het loon waarop nog niets is ingehouden.
Slide 18 - Quizvraag
wat zijn arbeidsmotieven?
A
het werk bij bedrijven is verdeeld in verschillende banen.
B
manieren om werk te doen.
C
redenen om te willen werken.
D
redenen waarom je moet werken.
Slide 19 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van arbeidsmotieven?
A
Geld
B
Nuttig en zinvol bezig zijn
C
Leren van nieuwe dingen
D
Structuur en regelmaat
Slide 20 - Quizvraag
Arbeidsmotieven
A
Nuttig zijn, geld verdienen, sociale contacten, en ontwikkelen
B
Geschoold werk vinden
C
Geen leerbehoefte
D
Ongeschoold werk vinden.
Slide 21 - Quizvraag
Wat staat er in de Arbowet?
A
In de Arbowet staat hoe een organisatie georganiseerd dient te zien.
B
In de Arbowet staan regels voor een veilige en gezonde werkplek.
C
In de Arbowet staan de kledingvoorschriften van een organisatie.
D
In de Arbowet staan regels omtrent de arbeidstijden.
Slide 22 - Quizvraag
Werken binnen de CAO. De afkorting CAO betekent
A
collectieve arbeids overeenkomst
B
collegene aloe vera
C
collectie arbeid onderwereld
D
collectieve aap ondersteboven
Slide 23 - Quizvraag
Iedere sector heeft een CAO.
Weet je nog?
In een CAO staan NIET:
A
afspraken over loon
B
afspraken over betaling van overwerk
C
afspraken hoe je je werk moet doen
D
afspraken over vakantiedagen
Slide 24 - Quizvraag
Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid
Slide 25 - Quizvraag
Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Slide 26 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Quiz Arbeidsmarkt
Maart 2024
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
4.4 Als er geen werk is
Augustus 2018
- Les met
46 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
herhalen h4-deel1
December 2021
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Krappe of ruime arbeidsmarkt?
Januari 2019
- Les met
30 slides
door
economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
economie voor vmbo
Herhaling H5
Januari 2020
- Les met
19 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Herhaling H5
Maart 2023
- Les met
28 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Oefentoets H5
Juni 2024
- Les met
25 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
herhaling hoofdstuk 5
Januari 2021
- Les met
23 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3