1.3 Een verzuilde samenleving

Waar hebben we het afgelopen les over gehad?
1 / 26
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waar hebben we het afgelopen les over gehad?

Slide 1 - Woordweb

Een verzuilde samenleving
Nederland van 1848 tot 1914

Slide 2 - Tekstslide

...
DOEN

Slide 3 - Tekstslide

...uitleggen waarom en hoe de samenleving
verdeeld raakte in vier zuilen.
Aan het einde van de les kan je...

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van de verzuiling?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

§1.3 Een verzuilde samenleving
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien 
met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders. Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels.
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
De protestanten werden ook wel de kleine luyden genoemd

Slide 7 - Tekstslide

§1.3 Een verzuilde samenleving
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien 
met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders. Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels.
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
De protestanten werden ook wel de kleine luyden genoemd

Slide 8 - Tekstslide

§1.3 Een verzuilde samenleving
Stroming
Kernwoord
Kern
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. Liberalen willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien 
met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders. Socialisten vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen met wetten en regels.
Confessionalisme
Geloof
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
De protestanten werden ook wel de kleine luyden genoemd

Slide 9 - Tekstslide

§1.3 Een verzuilde samenleving
Stroming
Partijnaam
Personen
Opgericht
Protestanten
Antirevolutionaire partij (ARP)
Abraham Kuypers
1879
Liberalen
Liberale Unie
nvt
1885
Socialisten
(sociaal-democraten)
 Sociaal-democratische arbeiderspartij (SDAP)
Pieter Jelles Troelstra
1894
Rooms-Katholieken
Rooms-Katholieke Staatspartij
(RKSP)
Herman Schaepman
1926

Slide 10 - Tekstslide

§1.3 Een verzuilde samenleving
Stroming
Partijnaam
Personen
Opgericht
Protestanten
Antirevolutionaire partij (ARP)
Abraham Kuypers
1879
Liberalen
Liberale Unie
nvt
1885
Socialisten
(sociaal-democraten)
 Sociaal-democratische arbeiderspartij (SDAP)
Pieter Jelles Troelstra
1894
Rooms-Katholieken
Rooms-Katholieke Staatspartij
(RKSP)
Herman Schaepman
1926

Slide 11 - Tekstslide

§1.3 Een verzuilde samenleving
Stroming
Partijnaam
Personen
Opgericht
Protestanten
Antirevolutionaire partij (ARP)
Abraham Kuypers
1879
Liberalen
Liberale Unie
nvt
1885
Socialisten
(sociaal-democraten)
 Sociaal-democratische arbeiderspartij (SDAP)
Pieter Jelles Troelstra
1894
Rooms-Katholieken
Rooms-Katholieke Staatspartij
(RKSP)
Herman Schaepman
1926

Slide 12 - Tekstslide

§1.3 Een verzuilde samenleving
Stroming
Partijnaam
Personen
Opgericht
Protestanten
Antirevolutionaire partij (ARP)
Abraham Kuypers
1879
Liberalen
Liberale Unie
nvt
1885
Socialisten
(sociaal-democraten)
 Sociaal-democratische arbeiderspartij (SDAP)
Pieter Jelles Troelstra
1894
Rooms-Katholieken
Rooms-Katholieke Staatspartij
(RKSP)
Herman Schaepman
1926

Slide 13 - Tekstslide

Schoolstrijd:
  • in de grondwet staat: de overheid betaalt de scholen
  • confessionelen gingen hun eigen scholen oprichten: het bijzonder onderwijs
  • zij moesten dit onderwijs wel zelf betalen
  • confessionelen vonden dat overheid zowel het openbare als het bijzondere onderwijs moesten betalen


§1.3 Een verzuilde samenleving

Slide 14 - Tekstslide

Schoolstrijd:
  • in de grondwet staat: de overheid betaalt de scholen
  • confessionelen gingen hun eigen scholen oprichten: het bijzonder onderwijs
  • zij moesten dit onderwijs wel zelf betalen
  • confessionelen vonden dat overheid zowel het openbare als het bijzondere onderwijs moesten betalen

Mening Tweede Kamer:
  • Waren voornamelijk liberalen
  • Voelden niets voor deze wens

Het conflict over het onderwijs wordt de schoolstrijd genoemd.
§1.3 Een verzuilde samenleving

Slide 15 - Tekstslide

Ontstaan verzuiling:
  • Protestanten gaan eigen scholen, ziekenhuizen en politieke partijen oprichten om het leven van hun groep te verbeteren.
    Zij willen achterban beschermen tegen 'verkeerde' ideeën
  • Socialisten volgen. Zij wilden kiesrecht en sociale wetten voor arbeiders
  • Katholieken wilden einde aan discriminatie. 

Nederland kwam in de verzuiling:
  • Eigen scholen
  • Eigen verenigingen
  • Eigen vakbonden
  • Eigen media (krant, radio)
§1.3 Een verzuilde samenleving

Slide 16 - Tekstslide

In 1887 werd de grondwet gewijzigd: het censuskiesrecht werd afgeschaft.
Het nieuwe artikel gaf aan alle mannen met ‘kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand’ kiesrecht.

Door de vaagheid kregen steeds meer mensen kiesrecht. Het kiesrecht werd steeds uitgerekt, net als rubber.
Het nieuwe artikel kreeg de bijnaam caoutchouc-artikel. (caoutchouc is Frans voor rubber)

§1.3 Een verzuilde samenleving

Slide 17 - Tekstslide

1887
Caoutchouc-artikel
§1.3 Een verzuilde samenleving
Belangrijke jaartallen
Belangrijke personen

Slide 18 - Tekstslide

Wie zijn de confessionelen?
A
Vrouwen die actie voeren voor kiesrecht
B
Rijke burgers
C
Mensen die streven naar vrijheid
D
Katholieken en protestanten

Slide 19 - Quizvraag

Wie was de politieke leider van de 'kleine luyden'?
A
Pieter Jelles Troelstra
B
Willem Alexander
C
Johan Rudolf Thorbecke
D
Abraham Kuyper

Slide 20 - Quizvraag

Wat heeft Herman Schaepman gedaan, waardoor hij voor de katholieken belangrijk was?
A
Hij heeft zich ingezet voor de emancipatie van de katholieken.
B
Hij heeft zich ingezet voor algemeen kiesrecht voor mannen én vrouwen.
C
Hij heeft zich ingezet voor de 'kleine luyden'
D
Hij heeft zich ingezet voor een einde aan fabrieksarbeid door kinderen.

Slide 21 - Quizvraag

Waarom mochten katholieken en protestanten na 1848 eigen scholen oprichten?
A
Vrijheid van onderwijs
B
Leerplichtwet
C
Recht van amendement
D
Recht op onderwijs

Slide 22 - Quizvraag

Welke scholen werden na de grondwet van 1848 door de overheid betaald?
A
Scholen met bijbel
B
Openbare scholen.
C
Huishoudschool

Slide 23 - Quizvraag

Waarom wilden de katholieken en protestanten hun eigen scholen?
A
Op openbare scholen werd slecht les gegeven.
B
Op openbare scholen kregen kinderen les over het socialisme
C
Zij wilden meer aandacht voor godsdienstig onderwijs.
D
Zij wilden leerlingen opleiden tot priester of dominee.

Slide 24 - Quizvraag

Wat was de kern van de schoolstrijd?
A
Het betalen van het openbaar en confessioneel onderwijs door de overheid.
B
Dat al het onderwijs in het Nederlands moet worden gegeven.
C
Welke lesinhoud verplicht is op alle scholen in Nederland.
D
Het betalen van het openbaar onderwijs door de overheid.

Slide 25 - Quizvraag

Hoe noemen we het verschijnsel waarbij de Nederlandse samenleving is verdeeld in vier groepen?
A
Emancipatie
B
Verzuiling
C
Feminisme
D
Sociale kwestie

Slide 26 - Quizvraag