MH1 herhalen Leesvaardigheid
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het onderwerp van een tekst?
A
De kernzin van het slot.
B
Waarover de tekst gaat in een zin.
C
Waarover de tekst gaat in een of een paar woorden.
D
De mening van de auteur.
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Het belangrijkste van de tekst in een zin.
B
De conclusie van de tekst.
C
Waarover de tekst gaat in een of een paar woorden.
D
De mening van de auteur.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is waarschijnlijk het onderwerp van een tekst met als titel:
'Nooit meer schaatsen in de winter?'
'Nooit meer schaatsen in de winter?'
A
De Elfstedentocht
B
Klimaatverandering
C
Schaatswinkels
D
Wintertijd
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar of niet waar?
De hoofdgedachte staat ALTIJD letterlijk in de tekst.
De hoofdgedachte staat ALTIJD letterlijk in de tekst.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een tekstdoel?
A
De mening wat de schrijver.
B
De reden dat iemand de tekst leest.
C
De bron van de tekst.
D
Wat een schrijver wil bereiken met zijn tekst.
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke tekst heeft als tekstdoel amuseren?
A
B
C
D
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke tekst heeft als tekstdoel overtuigen?
A
B
C
D
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke tekst heeft als tekstdoel informeren?
A
B
C
D
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke tekst heeft als tekstdoel activeren?
A
B
C
D
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke tekst heeft als tekstdoel instrueren?
A
B
C
D
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Verbind de tekstsoort met het tekstdoel
Gedicht
Flyer
Recept
Debat tekst
Schoolboek
Informeren
Overtuigen
Activeren
Amuseren
Instrueren
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een deelonderwerp?
(2 antwoorden zijn goed)
(2 antwoorden zijn goed)
A
Het onderwerp van een alinea
B
Het onderwerp van de hele tekst
C
Een onderdeel van het onderwerp van de hele tekst
D
Hetzelfde als de hoofdgedachte
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zouden deelonderwerpen kunnen zijn bij
een tekst met het onderwerp 'Het bos'?
een tekst met het onderwerp 'Het bos'?
Slide 14 - Woordweb
ANTWOORD
Er zijn heel veel goede antwoorden te bedenken. Hier een paar voorbeelden:
- De boswachter
- Bomen en planten
- Wandelpaden
- Dieren die in het bos wonen
Enzovoorts
Hoe herken je een alinea?
(2 antwoorden zijn goed)
(2 antwoorden zijn goed)
A
Het is een lijst met bolletjes ervoor
B
Staat helemaal bovenaan de tekst
C
Alle zinnen zijn achter elkaar doorgeschreven
D
Witregel erboven en eronder
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een kernzin?
A
Waarover een tekst gaat
B
Het onderwerp van de alinea
C
De belangrijkste zin van een alinea
D
Het belangrijkste dat een schrijver je wil meegeven
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar vind je de kernzin?
A
Meestal boven of onderaan de alinea
B
Meestal in het midden van de alinea
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat vind je in de inleiding?
(2 antwoorden zijn goed)
(2 antwoorden zijn goed)
A
Iets wat de lezer nieuwsgierig maakt
B
Deelonderwerpen
C
Het onderwerp
D
Een samenvatting
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat vind je in het middenstuk?
A
Iets wat de lezer nieuwsgierig maakt
B
Deelonderwerpen
C
Het onderwerp
D
Een samenvatting
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat vind je in het slot?
A
Er wordt naar de toekomst gekeken
B
Deelonderwerpen
C
Iets wat de lezer nieuwsgierig maakt
D
Een samenvatting
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
