P1Les02 02-11

BIENVENIDOS
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BIENVENIDOS

Slide 1 - Tekstslide

La planificación
Repetir la gramática de unidad 3 y unidad 4

SO inhalen

Werkboeken uitdelen


Slide 2 - Tekstslide

Tekstboek página 36 gramática
El gato está .................................... la caja
encima de - debajo de
detrás de - delante de
a lado de/junto a - dentro de
a la derecha de - a la izquierda de
aquí - ahí

Slide 3 - Tekstslide

Tekstboek página 36 gramática
Hay:
Hay = er is/er zijn - wordt gebruikt met zelfstandignaamwoorden + onbepaald lidwoord/telwoord

Hay un sofá en mi habitación.
Tengo dos lámparas en el comedor.


Slide 4 - Tekstslide

Tekstboek página 36 gramática
Está:
Está = is - geeft aan waar iets is en wordt gebruikt met zelfstandige naamwoorden + bepaald lidwoord

¿Dónde está el cuatro de baño?
la iglesia está en el centro de Madrid

Slide 5 - Tekstslide

haber, ser y estar
Haber -> hay       existencia           het bestaan
Ser -> es                describir              beschrijven
Estar -> está        localizar               localizeren

En Madrid hay una iglesia. Es una iglesia muy grande. Está en el centro a lade del supermercado

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

haber, ser y estar

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Gramática página 37

Slide 10 - Tekstslide

Gramática página 40 bovenaan
Bestudeer ook :
Usos de Ser, Estar, Haber y Tener

Slide 11 - Tekstslide

Lo, La, Las y Los
Het lijdend voorwerp kan in het Spaans vervangen worden door lijdende voornaamwoorden. Er zijn er vier. Lo, La, Los y Las. 

Por ejemplo:
¿Has visto mi hermana?
Sí, la he visto en el supermercado.

Slide 12 - Tekstslide

Lo, La, Las y Los
Más ejemplos:

-   ¿Estas gafas son tuyas? Las he encontrado en el coche.

-  ¿Dónde está la mochila?
La he visto en el comedor
 

Slide 13 - Tekstslide

Lo, La, Las y Los
Más ejemplos:

-   ¿Has recibido mi correo electrónico?
x  Sí, lo he leído. Es muy interesante.
-  ¿Y los documentos? ¿Los has visto?
x  No, no los he visto 


Slide 14 - Tekstslide

un/uno, algún/alguno, ningún/ninguno

Slide 15 - Tekstslide

un/uno, algún/alguno, ningún/ninguno

Slide 16 - Tekstslide

una, alguna, ninguna

Slide 17 - Tekstslide

una, alguna, ninguna

Slide 18 - Tekstslide

Gramática página 39

Slide 19 - Tekstslide

Gramática página 39

Slide 20 - Tekstslide

El pretérito imperfecto

Slide 21 - Tekstslide

Solo hay tres verbos irregulares en el pretérito imperfecto

Slide 22 - Tekstslide

El pretérito perfecto todos los verbos

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

0

Slide 25 - Video

¿Cuándo se usa el pretérito imperfecto?
- voor beschrijvingen van personen of zaken uit het verleden.
Mi abuelo era alto y llevaba una barba blanca.

- voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden.
Yo antes iba todos los días a la piscina.

Slide 26 - Tekstslide

El pretérito imperfecto: signaalwoorden
Antes                                              vroeger
el la epóca de .........                  in de periode .................
de niño                                           als kind
de pequeño                                 toen ik klein as
de joven                                         toen ik jong was

Slide 27 - Tekstslide

Ser y Estar + bijvoeglijk naamwoord

Slide 28 - Tekstslide

'Cuando' y 'Ya no'

Slide 29 - Tekstslide

Oorzaak: ‘porque’ y ‘como’ 
lkjlk




Staat 'omdat' aan het begin van de zin dan gebruik je COMO

Slide 30 - Tekstslide

LET OP BIJ ‘COMO’

Slide 31 - Tekstslide

Gevolg: (Y) por eso

Slide 32 - Tekstslide

Tegenstellingen: en cambio

Slide 33 - Tekstslide

Informatie toevoegen: Además

Slide 34 - Tekstslide

Gramática tekstboek página 50

Slide 35 - Tekstslide

Gramática tekstboek página 50
Structuurwoorden
- De vez en cuando = af en toe
- En la época de       = in de tijd van

Slide 36 - Tekstslide

¿Hay preguntas?

Slide 37 - Tekstslide

Mucha suerte con la preparación del examen

Slide 38 - Tekstslide