Les 4 H8.2 Haakjes wegwerken - Met mintekens en verder herleiden

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom bij wiskunde!

Je hebt jouw schrift/pen nodig

Vandaag

- Korte herhaling

- Huiswerk bespreken.

- 8.2 Haakjes wegwerken met mintekens en verder herleiden.

           Oppervlakte en omtrek uitrekenen

           Som uit een verhaaltje halen

- Huiswerk

- Afsluiting.

Korte herhaling haakjes wegwerken

3(2a+10)=3⋅2a+3⋅10=6a+30

Huiswerk bespreken

Basis L2,16,17,L3 kies Herh. 13 of Verr. 18

Lesdoel

Aan het eind van de les:

• Kun je haakjes wegwerken en dan nog herleiden.
• Oppervlakte uitrekenen met letters
• Lettersom uit verhaaltje halen

Haakjes wegwerken met mintekens

5(a−b)=5a−5b

−(p−3q)=−p−1⋅−3q=−p+3q

Nu jullie!

a.

b.

c.

−4(x+2y)=

−(x−2y)=

−4(x−3)=

Nu jullie!

a.

b.

c.

−4(x+2y)=−4x−8y

−(x−2y)=−x+2y

−4(x−3)=−4x−−12=−4x+12

Opgave 18 blz. 98

Haakjes wegwerken en herleiden 3 voorbeelden:

3(a−2b)−5(a+b)=

1

2

3

−3(a−2)+5a

5−(a+5)

Haakjes wegwerken en herleiden 3 voorbeelden:

3(a−2b)−5(a+b)=

1

2

3

−3(a−2)+5a

5−(a+5)

3a−6b−5a−5b=

3a−6b−5a−5b=

3a−5a−6b−5b=

−2a−11b=

Haakjes wegwerken en herleiden 3 voorbeelden:

3(a−2b)−5(a+b)=

1

2

3

−3(a−2)+5a

5−(a+5)

3a−6b−5a−5b=

3a−6b−5a−5b=

3a−5a−6b−5b=

−2a−11b=

−3a+6+5a=

2a+6

Haakjes wegwerken en herleiden 3 voorbeelden:

3(a−2b)−5(a+b)=

1

2

3

−3(a−2)+5a

5−(a+5)

3a−6b−5a−5b=

3a−6b−5a−5b=

3a−5a−6b−5b=

−2a−11b=

−3a+6+5a=

2a+6

5−a−5=

−a

Omtrek en oppervlakte

Wat is de omtrek?

2x+3y+1+2x+3y+1=

6xy+2x

Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?

2x(3y+1)=

3y + 1

4x+6y+2

Wat is de omtrek?

1. x + y - 2
2. 2x + 2y - 2
3. 2x + 2y -4
4. 2x + 4y -4

Wat is de oppervlakte?

1. x⋅y−2=xy−2
2. x⋅y=xy
3. x(y−2)=xy+2x
4. x(y−2)=xy−2x

Een som bij een verhaal.
In een pot zitten x kralen.
Ik haal er 6 kralen uit. Ik houd over x - 6.
In een andere pot zitten 2y kralen. Ik doe er 2 kralen bij.
Hoeveel kralen heb ik dan?

1. 4y + 2
2. 4y + 4
3. 2y + 2
4. 2y + 4

Florian is p jaar oud.
Zijn broer is 4 jaar jonger.
Hoe oud is zijn broer?

1. p + 4
2. p - 4
3. 4p
4. 4p - 4

Tamara is x jaar oud.
Haar zus is 3 keer zo oud.
Hoe oud is haar zus?

1. x + 3
2. x - 3
3. 3x
4. 3 + 3

Tamara is x jaar oud.
Haar zus is 3 keer zo oud.
Hoe oud is haar zus over 4 jaar?

1. 4x + 3
2. x - 4
3. 3x - 4
4. 3x + 4

Ga uit van een getal x.
Vermenigvuldig het met 5.
Tel er vervolgens 10 bij op.
Wat krijg je?

1. 5x + 10
2. x + 10
3. 10x + 5
4. 10x + 10

Ga uit van een getal x
Tel er 5 bij op en vermenigvuldig de uitkomst met 3.
Wat krijg je?

1. 5x + 3
2. 3x + 5
3. 3(x + 5) = 3x + 15
4. 5(x + 3) = 5x +15

Ga uit van een getal a
Trek er 1 van af en vermenigvuldig de uitkomst met 2.
Wat krijg je?

1. a + 2
2. 2a -1
3. 2(a -2) = 2a -4
4. 2(a - 1) = 2a - 2

Welk cijfer geef je jezelf voor
haakjes wegwerken / oppervlakte / omtrek / verhaaltjes

010

Aan de slag!

Huiswerk 8.2 som  20, 21, L4, 23, 27 kies H. 19 of V. 24