V1 Steunles 8 June 2022

Steunles VWO 1
English
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Steunles VWO 1
English

Slide 1 - Tekstslide

Today
- Basics

- Reading practice

Slide 2 - Tekstslide

Basic Vocabulary
Go through this LessonUp and do all the different activities to practise the words you learn in this 1st year of English.

Slide 3 - Tekstslide

A car park
The station
A shopping centre
The post office
A football ground

There is a lot of mail here
You can get on a train here
You can play sports here
You can shop here
You can park here

Slide 4 - Sleepvraag

The bank

The museum
A café
The library

Where you can get money
Where you can read and borrow books
Where you can go for a drink
Where you can look at old things

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Exam texts - Open vraag
- Lees de vraag goed door. Wat willen ze precies weten?
- Markeer waar je het antwoord moet zoeken in de tekst.
- Markeer waar je het antwoord kunt vinden.
- Formuleer het antwoord in je eigen woorden. Je moet het niet alleen vertalen.
- Schrijf je antwoord op in het Nederlands.

Slide 16 - Tekstslide

Let's practise!
Waarom is het bijzonder dat juist Julie vegetariër wil worden? (alinea 2)
Het is bijzonder omdat … 

Slide 17 - Tekstslide

Waarom is het bijzonder dat juist Julie vegetariër wil worden? (alinea 2)
Het is bijzonder omdat … 

Slide 18 - Tekstslide

Let's practise!
Waarom is het bijzonder dat juist Julie vegetariër wil worden? (alinea 2)
Het is bijzonder omdat … 

Slide 19 - Tekstslide

Let's practise!
Waarom is het bijzonder dat juist Julie vegetariër wil worden? (alinea 2)
Het is bijzonder omdat … 

Een antwoord met de volgende strekking:
(Het is bijzonder omdat) ze twee ooms heeft die slager zijn / ze altijd goedkoop vlees krijgen van hun ooms.

Slide 20 - Tekstslide

Now
Practise with the exam texts in front of you.
Use a dictionary if necessary and ask your classmate(s) or teacher for help when needed. 

Slide 21 - Tekstslide