3 Rivieren (1)

4.3 Rivieren
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3 Rivieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rivieren 
Water stroom altijd van boven naar beneden. Bovenin stroomt het heel snel en hoe verder je naar beneden gaat hoe langzamer het water gaat stromen. Welke rivieren hebben we in Nederland? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
BK
• Je weet waar het water in rivieren vandaan komt.
• Je kent de verschillen tussen de bovenloop, middenloop en benedenloop van een rivier
KGT-TH
• Je weet waar het water in rivieren vandaan komt.
• Je kent de verschillen tussen de boven-, midden- en benedenloop van de rivier.
• Je weet wat een stroomgebied en waterscheiding zijn.
HV/VWO
• Je weet waar een stroomgebied begint en eindigt.
• Je kent de verschillen tussen de boven-, midden- en benedenloop.
• Je weet welke invloed de stroomsnelheid heeft op het materiaal dat wordt afgezet.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rivieren 
  • Bron
    - begin van de rivier
    - meerdere bronnen:
       bron van de rivier ligt het verst van de monding

  • Monding = Plek waar de rivier in zee stroomt


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterscheiding 
De plek waar een waterdruppel moet kiezen tussen de ene of de andere waterscheiding. 
Dit gaan we tekenen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterscheiding

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroom gebied 
van de Rijn
Bron: Zwitserland 
Bovenloop: Zwitserland, Liechtenstein, Oostenrijk, Frankrijk en zuid Duitsland
Middenloop: Duitsland 
Benedenloop en monding: Nederland 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Rijn in de bergen 
Bron                           begin van de rivier

Bovenloop                                 eerste deel van de rivier                 
                                                        hoge stroomsnelheid
                                                        rivier neemt meer mee dan hij achterlaat   
                                                                      zoals: grind, stenen en zand

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Meanderen in de middenloop
In de middenloop kunnen rivieren gaan meanderen. Dit betekent dat rivieren steeds meer gaan kronkelen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middenloop van de Rijn
Middenloop                    Minder hoogteverschil
                                              Rivier stroomt langzamer
                                              River neemt zand en kleideeltjes mee
                                              Rivier laat grind en stenen liggen

Rivieren meanderen                    Meanders worden steeds groter
Buitenbocht: water stroom snel, rivier neemt materiaal mee
Binnenbocht: water stroomt langzaam, rivier laat materiaal liggen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erosie? 
Sedimentatie
Meanders

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meanders

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Benedenloop van de Rijn
Benedenloop                     Laatste deel van de rivier
                                                  Water stroomt langzaam
                                                  Zand en klei zakt naar de bodem
                                                  Rivier laat meer materiaal liggen dan hij meeneemt
                                                    - treedt vaak buiten zijn oevers
                                                    - vertakt zich in zijrivieren

Monding                               Hier komt de rivier uit bij de zee
                                 
                     

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

grind en stenen, zand en klei
grind, kleine stenen, 
zand en klei
zand en klei
zand en klei

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Maas en de Schelde
- Bronnen liggen in Frankrijk
- Grondwater komt aan de oppervlakte

Stroomgebied: waar het 
water van de rivier vandaan komt
Waterscheiding: de grens tussen 
twee stroomgebieden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen per seizoen
Schelde en Maas: regenrivieren
 - in de zomer minder water dan in het najaar

Rijn: deels smeltwater
  - In de zomer smeltwater uit de Alpen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen aan het werk. 
Ga aan het werk met de opdrachten van H4 Water paragraaf 3 (Rivieren). Volgende week dinsdag moet de paragraaf af zijn. 
Klaar? Maak de oefenopdrachten op van 4.2 en 4.3 op Lessonup
Overslaan!: atlas en online vragen.






10 minuten in stilte. 
Lees de leerteksten!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exta video meanderen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra video (havo)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Water stroomt van boven naar beneden en zo ontstaan rivieren, maar door rivieren ontstaan allerlei verschillende landschappen. Laat jouw leerlingen met deze video uitvinden wat de invloed van rivieren is op het landschap.

Vragen aan de klas
  • Wat is erosie?
  • Wat is sedimentatie?
  • Verdeel de loop van een rivier in een bovenloop, middenloop en een benedenloop. Geef aan in welke delen vooral erosie en sedimentatie plaatsvinden.
  • Waarom vinden erosie en sedimentatie juist in deze delen plaats? Gebruik het begrip verhang in je antwoord. Denk aan het voorbeeld van de vruchtensap.
  • Hoe noem je de landschapsvorm die in de bovenloop van een rivier overblijft? Beschrijf hoe dit landschap ontstaat.
  • En hoe noem je de landschapsvorm die in de benedenloop van een rivier ontstaat? Beschrijf waarom dit landschap ontstaat.