past simple - persoon +werkwoord + -ed
(walked/ played)
- als iets in het verleden was en nu afgelopen is
- in de zin vaak woorden als :
Yesterday, last week,
Two months ago, In 2015
present perfect- persoon + have/has + werkwoord + -ed
(he has walked/I have played)
- als iets in het verleden is gebeurd maar nog van invloed is
- in de zin vaak woorden als ;
Since (sinds), for, never,