Kapitel 5 Lektion 2

Willkommen!!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!!

Slide 1 - Tekstslide

Kapitel 5 Wien Lektion 2
Leerdoelen:
Ik kan in een straatinterview bekende woorden verstaan.
Ik kan in een korte tekst over een schoolproject informatie over personen en onderwerpen begrijpen.
Ik kan je een idee vormen van de inhoud van een korte songtekst.
Ik kan Duitse woorden met korte en lange klinkers juist uitspreken.
Ik kan het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden met een stam op –d of –t toepassen.
Maken opdrachten:
Lektion 2: Aufgabe 1-10
Seite 84 Lektion 1,2
Seite 55-60 Lektion 2
Grammatik B, Seite 59







Slide 2 - Tekstslide

voltooid deelwoord
- hoe vervoeg je het voltooid deelwoord?
- hoe vervoeg je een voltooid deelwoord op d of t?

(Aufgabe 9)

Slide 3 - Tekstslide

Stam van een werkwoord
Hoe vorm je de stam van een werkwoord?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Idewis
ich = ik
du = jij
er, sie, es = hij, zij, het
wir = wij
ihr = jullie
sie = zij (mv)
Sie = u
eerste letters vormen het woord IDEWIS

Slide 6 - Tekstslide

werkwoord vervoegen
1. stam (stam van spielen is spiel-)
2. persoonsvorm (IDEWIS)
3. uitgang werkwoord ((fe)esttenten)

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdregel (fe)esttenten
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 8 - Tekstslide

Idewis + stam + uitgang
du spielst
er wohnt
sie gehen
ihr singt

Slide 9 - Tekstslide

nieuwe regel!
Als de stam van een werkwoord eindigt op -d of -t, wordt er bij de uitgangen -st (du) en -t (er/sie/es en ihr) een extra -e ingelast.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

werkwoord stam -d of -t, extra -e!
reden = praten
stam= red-
du redest
er/sie/es redet
ihr redet
Ich habe gestern mit ihr geredet

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

ezelbruggetje
stam op -d of -t
extra -e-!

Slide 14 - Tekstslide

Stam op -d of -t?
Ja: ge-stam-et
Nee: ge-stam-t, -stam-t
Das Perfekt (voltooide tijd / VD):

Slide 15 - Tekstslide

Voltooid deelwoord van: arbeiten
A
arbeitet
B
gearbeited
C
arbeited
D
gearbeitet

Slide 16 - Quizvraag

Voltooid deelwoord:
reden
A
redten
B
geredet
C
gerediert
D
geredt

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van
trainieren
A
getrainiert
B
getraint
C
trainierd
D
trainiert

Slide 18 - Quizvraag

Voltooid deelwoord:
machen
A
macht
B
gemachst
C
gemacht
D
gemachen

Slide 19 - Quizvraag

voltooid deelwoord: landen
A
geland
B
gelandet
C
D
landen

Slide 20 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van spielen
A
gespielet
B
gespield
C
spielt
D
gespielt

Slide 21 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van kaufen
A
gekauft
B
kauft
C
kauf
D
gekaufen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'regnen'?
A
Es hat geregnt.
B
Es hat geregnet.
C
Es hat geregnen.
D
Es regnet.

Slide 23 - Quizvraag

Heb je alle doelen gehaald?
A
Ja
B
Nee
C
Deels

Slide 24 - Quizvraag