Ik kan in een straatinterview bekende woorden verstaan.
Ik kan in een korte tekst over een schoolproject informatie over personen en onderwerpen begrijpen.
Ik kan je een idee vormen van de inhoud van een korte songtekst.
Ik kan Duitse woorden met korte en lange klinkers juist uitspreken.
Ik kan het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden met een stam op –d of –t toepassen.
Maken opdrachten:
Lektion 2: Aufgabe 1-10
Seite 84 Lektion 1,2
Seite 55-60 Lektion 2
Grammatik B, Seite 59