In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
SAMENVATTING
Slide 1 - Tekstslide
Verschil pyschische, sociale en fysieke gezondheid
1) Psychische gezondheid: geestelijk en emotioneel alles goed.
2) Sociale gezondheid: relaties, familie/ liefde/ vrienden. Beinvloeden je gezondheid.
3) Fysieke gezondheid: lichaam goed functioneert, geen gebreken of ziektes
Slide 2 - Tekstslide
Psychische gezondheid
Meer Bewegen
Fysieke gezondheid
Een liefdevolle partner hebben
Sociale gezondheid
In therapie gaan na een trauma
WAT HOORT WAARBIJ?
Slide 3 - Tekstslide
SOCIAL MEDIA? LEUK!
OF TOCH NIET ZO..?
Slide 4 - Tekstslide
VOORDELEN SOCIAL MEDIA
NADELEN SOCIAL MEDIA
SNEL IN CONTACT KOMEN MET MENSEN
JE KAN ER LANG OP ZITTEN, KOST TIJD
VEEL MENSEN KUNNEN BEREIKEN (RECLAME)
GEGEVENS KUNNEN WORDEN MISBRUIKT (FOTO'S)
NETWERK OPBOUWEN
NIET ALLES IS WAAR
Slide 5 - Tekstslide
Genotsmiddelen
VERSLAAFD RAKEN?
Je spreekt van verslaving als ’willen’ gebruiken is veranderd in ’moeten’ gebruiken. v
Slide 6 - Tekstslide
Verslaving?
MILD - MATIG - ERNSTIG
HULPVERLENERS KUNNEN VASTSTELLEN OF JE EEN VERSLAVING HEBT, DAT DOEN ZIJ AAN DE HAND VAN HET DSM-5 HANDBOEK.
Slide 7 - Tekstslide
CRITERIA OM VERSLAVING VAST TE STELLEN
Slide 8 - Tekstslide
WELVAART = IETS POSITIEFS...
MAAR HET KAN LEIDEN TOT NEGATIEVE WELVAARTSZIEKTEN, WELKE ZIJN DIT?
Slide 9 - Tekstslide
DIABETES TYPE 2, HART EN VAATZIEKTEN, OBESITAS
Deze welvaartsziekten ontstaan in een
omgeving die mensen stimuleert om veel te eten en weinig te bewegen.
Bijvoorbeeld:
Reclame dat aanzet tot ongezond eten.
Kinderen die minder bewegen doordat ze voor de tv hangen.
Slide 10 - Tekstslide
Ongezonde leefstijl
roken
alcohol
onvoldoende beweging
ongezonde voeding
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
WAT ZIJN DE VIJF BASISREGELS VAN DE SCHIJF VAN VIJF?
Slide 13 - Tekstslide
1. Eet gevarieerd
2. Eet niet teveel en beweeg voldoende 3. Eet minder verzadigd vet 4. Eet veel groente, fruit en brood 5. Eet veilig
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
VOEDSELHYGIËNE
DOOR SLECHTE HYGIËNE KAN VOEDSEL BESMET RAKEN EN BEDERVEN! DENK AAN: TEMPERATUUR EN DE INWERKING VAN ZUURSTOF : BLZ 231
Slide 16 - Tekstslide
Voedselvergiftiging = Maag/darminfectie
Oorzaak: Giftige stoffen in ons eten door bacteriën. Denk bijvoorbeeld aan vieze vaatdoekjes op het aanrecht of het niet goed wassen van de handen voor je gaat koken.
Gevolgen van een voedselvergiftiging / maag-darminfectie: koorts, diarree, overgeven
Slide 17 - Tekstslide
Tijdens een zwangerschap kun je bijna alles blijven eten en drinken. Maar sommige producten kunnen schadelijk zijn voor jezelf of voor je baby.
Slide 18 - Tekstslide
VERBODEN BIJ ZWANGERSCHAP
1. Carpaccio: Rauw vlees
2. Veel soorten sushi: Rauwe of gerookte vis
3. Sommige toetjes: Rauwe eieren
4. Rauwe kersgroente/kiemgroente (TAUGE)
5. Rauwe melk van de boerderij (melk van de supermarkt kan wel, deze is gepasteuriseerd, bactiëren gaan dan dood.
Slide 19 - Tekstslide
Voedingsintolerantie
Een negatieve reactie op voeding, waarbij het immuunsysteem niet betrokken is.
Voorbeeld : lactose
( pas na 8- 24 uur )
Voedselallergie
Bij een voedselallergie is het afweersysteem ‘in de war’ en reageert het op eiwitten in het voedingsmiddel. De eiwitten die een reactie veroorzaken worden ook wel allergenen genoemd.
Voorbeeld : noten, schaaldieren
( direct)
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Glutenintolerantie / Coeliakie
In bepaalde granen
Slijmvlies van de darm beschadigd raakt.
Diarree, buikpijn, vermoeidheid en gewichtsverlies.
Moet op het etiket vermeld staan.
Slide 22 - Tekstslide
Waarom is gezonde voeding voor ouderen extra belangrijk?
ze hebben meer vitamines en mineralen nodig calcium en vitamine D om botontkalking te voorkomen)
voorkomen hart en vaatziekten zo min mogelijk verzadigde vetten)
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Rapporteren is....
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 25 - Quizvraag
REACTIE KAN TOT MEER DAN 24 UUR NA INNAME PLAATSVINDEN
A
VOEDSELALLERGIE
B
VOEDSELINTOLERANTIE
Slide 26 - Quizvraag
Wat mag iemand met Coeliakie niet eten?
A
Gluten
B
Zuivel
C
Fruit
D
Rundvlees
Slide 27 - Quizvraag
Ik eet biologisch eten. Wat eet ik?
A
groenten dat wordt verbouwd met gif
B
groenten dat wordt verbouwd met en zonder gif
C
groenten dat wordt verbouwd
D
groenten dat wordt verbouwd zonder gif
Slide 28 - Quizvraag
Wat is juist?
A
Veganist eet alleen maar vis
B
Veganist eet geen dierlijke producten
C
Vegetarier eet geen vlees , wel vis
D
Vegetarier eet wel kip geen rund
Slide 29 - Quizvraag
Bij welke soort gezondheid hoort de volgende zin: ‘Esma ervaart veel stress op haar werk.’
A
Fysieke gezondheid
B
Mentale Gezondheid
C
Sociale Gezondheid
D
Lichamelijke gezondheid
Slide 30 - Quizvraag
'Een dieet waarbij de hoeveelheid zout beperkt is.' Hoe noem je dit?
A
Calcium beperkt dieet
B
Natrium dieet
C
Eiwit dieet
D
energiebeperkt dieet
Slide 31 - Quizvraag
Wat kunnen signalen van een alcoholprobleem of een verslaving zijn?
A
Drinken om je beter te voelen
B
Niet genoeg hebben aan 1 of 2 drankjes
C
Lichamelijke problemen of ontwenningsverschijnselen
D
Alle situaties
Slide 32 - Quizvraag
Je kunt een SOA hebben zonder dat je dat merkt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quizvraag
De collega’s achter de balie in het sportcentrum zorgen goed voor hun klanten, maar niet zo goed voor zichzelf! Het is vaak erg druk in het sportcentrum, waardoor ze hun lunchpauzes overslaan en lang doorwerken.
Wat kunnen de gevolgen hiervan zijn? Kies de juiste antwoorden.
A
Erfelijke ziekten.
B
Ongezonde leefstijl.
C
Stress.
D
Welvaartsziekten.
Slide 34 - Quizvraag
Bij een energiebeperkt dieet moet je minder brandstoffen binnen krijgen (om af te vallen) Wat betekent dit?
A
minder koolhydraten en minder vetten eten
B
minder koolhydraten en minder eiwitten eten
C
veel koolhydraten en veel vetten eten
D
minder vetten en minder eiwitten eten
Slide 35 - Quizvraag
Waar speelt vitamine D een rol bij?
A
Bloedstolling
B
Botontwikkeling
C
Nierfunctie
D
Hersenontwikkeling
Slide 36 - Quizvraag
Wanneer kan een energiebeperkt dieet nodig zijn?
A
Als iemand een allergie voor noten heeft.
B
Als iemand een reumatische aandoening heeft.
C
Als iemand een te hoge BMI heeft.
D
Als iemand een te laag lichaamsgewicht heeft.
Slide 37 - Quizvraag
Kenmerken van de voeding van een moslim
A
Geen alcoholische dranken
B
Jaarlijks vasten (ramadan)
C
Vlees moet ritueel geslacht zijn
D
Geen varkensvlees
Slide 38 - Quizvraag
MEN SPREEKT VAN EEN VERSLAVING ALS DIT IS VASTGESTELD DOOR HULPVERLENERS VOLGENS DE CRITERIA VAN DE DSM-5