06.03 planten maken

Zelfstandige les!
Deze les over 6.3 neem je zelfstandig door. Zorg dat je bent ingelogd, ik kan de voortgang bij ieder van jullie zien. Maak vooral de vragen die tussendoor in de lessonUp staan, dit is om te controleren of je het begrijpt (en om te oefenen!)


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zelfstandige les!
Deze les over 6.3 neem je zelfstandig door. Zorg dat je bent ingelogd, ik kan de voortgang bij ieder van jullie zien. Maak vooral de vragen die tussendoor in de lessonUp staan, dit is om te controleren of je het begrijpt (en om te oefenen!)


Slide 1 - Tekstslide

  1. Je komt op tijd in de les
  2. Je zit samen met je groepje
  3. Telefoon op stil/uit en in je tas
  4. Op tafel: alle boekjes, schrift,  etui, pen, stempelkaart, gesloten laptop
  5. Iedereen is stil en richt zijn aandacht op de docent

Slide 2 - Tekstslide

06.03 Planten maken 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 6.3
- Reden voortplanting planten
- Verschil geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting 
- Manieren van ongeslachtelijke voortplanting 
- Onderdelen bloem + functies 
- Bestuiving + verschillende manieren van bestuiving (insecten, wind, kruis- en zelfbestuiving)
- Verschil eenslachtige en tweeslachtige bloemen
- Verschil eenhuizige en tweehuizige planten
- Bevruchting bij planten
- Manieren van zaadverspreiding
- Vier levensfases van een plant

Slide 4 - Tekstslide

Voorbereiding tussentest: leerdoelen koppelen aan opdrachten OK
1. Maak per paragraaf een overzicht: met welke vragen werk je aan welk leerdoel? 

2. Kijk je opdrachten na en vergelijk je goede/fouten antwoorden met de leerdoelen.
Vragen bij een leerdoel goed gemaakt? Dan beheers je dat leerdoel.
Vragen bij een leerdoel niet goed gemaakt? Dan weet je aan welke je nog moet werken.


Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld: 
- Reden voortplanting planten: opdr 21, 30, 33, 34
- Verschil geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting: opdr 19, 20, 21, 31, 34
- Manieren van ongeslachtelijke voortplanting 
- Onderdelen bloem + functies 
- Bestuiving + verschillende manieren van bestuiving (insecten, wind, kruis- en zelfbestuiving)
- Verschil eenslachtige en tweeslachtige bloemen
- Verschil eenhuizige en tweehuizige planten
- Bevruchting bij planten
- Manieren van zaadverspreiding
- Vier levensfases van een plant

Slide 6 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting 
een deel van 1 individu groeit uit tot een nieuw individu. Het nieuwe individu is een kopie van de ouder 
Geslachtelijke voortplanting: twee individuen maken een nieuw organisme. Bij planten gebeurt dit door middel van bloemen.



Slide 7 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting door:
  1. Knollen, verdikte stengel onder de grond bv aardappel,
  2. Bollen (klister met verdikte bladeren) bv bloembollen/ui
  3. Uitlopers, horizontaal groeiende stengels, bijv. aardbei
  4. Wortelstokken, horizontaal groeiende stengels, div. planten
  5. Stekken (door plant zelf of door de mens)
  6. Enten, combineren van 2 planten (door de mens)
  7. Delen (plant opsplitsen en opnieuw planten) (door de mens)
Zie blz.  48

Slide 8 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting planten
Veel bloemplanten zijn in staat om zich ongeslachtelijk voort te planten. Dit doen ze op verschillende manieren. Sommige planten vormen bollen, andere ontwikkelen knollen en weer andere planten vormen uitlopers of wortelstokken. Aan de ongeslachtelijke voortplanting zitten zowel voor- als nadelen, in vergelijking met de geslachtelijke voortplanting waar veel bloemplanten eveneens gebruik van maken.

Slide 9 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting:
Twee geslachten voor nodig, hier zijn bloemen bij betrokken: hier zitten de geslachtsorganen van de plant in.


Slide 10 - Tekstslide

Bouw van de bloem

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Sleep de namen van de organen van de bloem naar de juiste plaats. 
23
stempel
vruchtbeginsel
stijl
kelkblad
helmknop
helmdraad
bloemsteel
kroonblad

Slide 13 - Sleepvraag

Vrouwelijke geslachtscel (eicel)

Slide 14 - Tekstslide

Mannelijk geslachtscel (stuifmeelkorrel)

Slide 15 - Tekstslide

In welk deel van de bloem worden eicellen gemaakt?
A
In de meeldraad
B
In de stamper
C
In de kroonbladeren
D
In de kelkbladeren

Slide 16 - Quizvraag

Uit welke twee delen bestaat een meeldraad?
A
Uit een stempel en vruchtbeginsel
B
Uit een helmknop en stijl
C
Uit een helmknop en helmdraad
D
Uit een stempel en stijl

Slide 17 - Quizvraag

Zelfbestuiving: stuifmeel blijft op dezelfde plant
Kruisbestuiving: stuifmeel komt terecht op een andere plant van dezelfde soort

Slide 18 - Tekstslide

eenslachtige of tweeslachtige bloemen (van 1 of 2 geslachten de voortplantingsorganen op 1 bloem)

Slide 19 - Tekstslide

Eenhuizig/tweehuizig
Eenhuizig: 2 geslachten op 1 plant. Dus een man en een vrouw (2 geslachten) wonen samen in 1 huis (1 plant). 
Tweehuizig: 1 geslacht op 1 plant. Dus voor voorplanting 2 huizen nodig (mannelijk en vrouwelijke plant).

Slide 20 - Tekstslide

Wat voor type voortplanting
zie je op de foto?
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting,

Slide 21 - Quizvraag

Wat voor bloem
zie je hier?
A
Eenslachtige bloem
B
Tweeslachtige bloem

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Vragen
  1.  Hoeveel stuifmeelkorrels zie je?
  2. Hoeveel stuifmeelbuizen tel je?
  3. Hoeveel zaadbeginsels zitten er      in het vruchtbeginsel?
  4. Heeft hier bevruchting plaats gevonden?

Antwoorden op de volgende slide!

Slide 24 - Tekstslide

antwoorden
  1. 1. 3 stuifmeelkorrels
  2. 2. 3 stuifmeelbuizen
  3. 3. 6 zaadbeginsels
  4. 4. nee, bevruchting vind plaats als het dna wat door de stuifmeelbuis wordt meegenomen, de eicel bereikt. Op het plaatje raakt het elkaar (nog net) niet.

Slide 25 - Tekstslide

Insectenbloemen       en               Windbloemen

Slide 26 - Tekstslide

Windbloem
Insectenbloem
Windbloem
Insectenbloem

Slide 27 - Sleepvraag

Bestuiving = stuifmeel wordt overgebracht van de meeldraad naar de stempel van een stamper van een bloem van dezelfde soort
Insectenbloemen

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
1. Stempelkaart bekijken, taken doornemen.
2. Als je iets af hebt (voldoet + nagekeken) stempelen!
Donderdag deadlines:
Deadline PK 06.01 (tuinkers, bruine boon, zonnebloem)
Deadline aantekening 06.02 (extra stempel) + keuze 06.02
Deadline OK 06.03 M.


timer
3:00
timer
10:00
Hierna is het stil..
Voor deze tijd blijft het stil...

Slide 30 - Tekstslide