Paragraaf 1 Collectieve voorzieningen (deel 1)

Hoofdstuk 6 
Collectieve voorziening
Hoofdstuk 6
De overheid
Paragraaf 1
Collectieve voorziening
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 
Collectieve voorziening
Hoofdstuk 6
De overheid
Paragraaf 1
Collectieve voorziening

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de overheid?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Na deze les kun je uitleggen wat collectieve voorzieningen zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve voorzieningen

Voorzieningen die de overheid betaalt en waar iedereen gebruik van mag maken, noem je collectieve voorzieningen. 

‘Collectief’ betekent gezamenlijk.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collectieve voorziening


  • Voorziening van de overheid die wordt betaald uit belastinggeld.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN collectieve voorziening?
A
Park
B
Basisschool
C
Sportschool
D
Snelweg

Slide 7 - Quizvraag

Collectieve voorzieningen
Voorzieningen die de overheid betaalt en waar iedereen gebruik van mag maken.
Juist
Onjuist
Collectieve voorzieningen zijn voor iedereen bedoeld.
De overheid moet met collectieve voorzieningen winst maken.
De brandweer is een voorbeeld van een collectieve voorziening.
Voor collectieve voorzieningen hoef je nooit te betalen.
De supermarkt is een voorbeeld van een collectieve voorziening.

Slide 8 - Sleepvraag

3 goed = 2 punten
2 goed = 1 punt
1 goed = 0 punten
Wie zorgt er voor het onderhoud van collectieve voorzieningen
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
C
De overheid
D
Bedrijven

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Maak een lijstje met alle collectieve voorzieningen waar jij gebruik van maakt.
  •  Doe dit samen met je buurman/buurvrouw.

  • Welk tweetal heeft de meeste dingen opgeschreven?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Wat zijn collectieve voorzieningen?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf aan de slag
Maak in je werkboek:
blz. 32

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies