1.3 Klimaatverandering deel 2

§1.3 Klimaatverandering deel 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§1.3 Klimaatverandering deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Zandmotor

Slide 2 - Tekstslide

Zandsuppletie

Slide 3 - Tekstslide

Zandsuppletie

Slide 4 - Tekstslide

Zandsuppletie

Slide 5 - Tekstslide

Zandmotor

Slide 6 - Tekstslide

Zandmotor

Slide 7 - Tekstslide

De Zandmotor

Zandmotor

Slide 8 - Tekstslide

Het smelten van welke ijskap zorgt voor de meeste zeespiegelstijging?
A
Antarctica
B
Groenland
C
Siberische ijskap
D
Noord-Canadese ijskap

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van CO2 bij het broeikaseffect?
A
Het houdt warmte vast en stuurt het terug de ruimte in
B
Het houdt warmte vast en weerkaatst het naar de zee
C
Het weerkaatst warmte terug naar de aarde
D
Samen met methaan zorgen ze voor bescherming tegen zonlicht

Slide 10 - Quizvraag

Het IPCC heeft een aantal voorspellingen gedaan over de wereldwijde klimaatveranderingen tot het jaar 2100.

Wat is geen voorspelling van het IPCC?
A
Er zal gemiddeld minder neerslag vallen.
B
Er zullen meer droge periodes voorkomen
C
Het gemiddelde zeeniveau zal sneller stijgen dan in de afgelopen eeuw.
D
Sommige plaatsen zullen kouder worden.

Slide 11 - Quizvraag

Wat verandert er in Nederland in de toekomst niet door klimaatverandering?
A
NL krijgt meer neerslag
B
Er komen langere periodes van droogte
C
Er komen tornado's in Nederland
D
De temperatuur stijgt

Slide 12 - Quizvraag

Toekomstscenario's

Slide 13 - Tekstslide

Verschillen
  • Prognose is niet voor alle gebieden hetzelfde
  • Noordpoolgebied meeste temperatuur stijgt --> positieve terugkoppeling
  • Ene gebied krijgt meer neerslag, andere gebied verdroogt

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Gevolgen voor Nederland
  1. Onregelmatig neerslagregiem: natte periodes/droge periodes. Hogere neerslagintensiteit

  2. Meer droogte: meer verdamping in de zomer

  3. Grondwaterstand daalt: minder water zakt in bodem en snelle afvoer water naar rivieren

Slide 17 - Tekstslide

Gevolgen voor Nederland
4. Regiem Rijn onregelmatiger: vaker piekafvoer, maar soms ook laag water door toenemende verdamping

5. Verzilting in het kustgebied

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Wat?
§1.3 opdrachten 4 t/m 7
Hoe?
Zelfstandig (dus alleen). 

Tijd?
10 minuten

Klaar?
Begin met de examentraining
Aan de slag!
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide