3.4 De Nederlandse bezetting deel 2

3.4 De Nederlandse bezetting deel 2
              Bezetting van  Nederland (1940-1945) 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.4 De Nederlandse bezetting deel 2
              Bezetting van  Nederland (1940-1945) 

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • Bespreken huiswerk (5- 10 min) 

  • Uitleg (20 min) 

  •  Aan de slag (15 min) 

Slide 2 - Tekstslide

Noem een economisch gevolg van de Duitse bezetting

Slide 3 - Open vraag

Wat konden mensen in het dagelijks leven merken van de bezetting?

Slide 4 - Open vraag

                   Leerdoelen 
* Je kunt uitleggen dat Nederlanders op verschillende manieren reageerden op Duitse bezetting 

* Je kunt beschrijven hoe Nederland werd bevrijd

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hulp aan de Duitsers* 
Duitsers werden gesteund door de NSB (nationaalsocialistisch beweging) 

Wat? 
- Politieke Partij, opgericht door Anton Mussert 

Hoe? 
- Vrijwillig in dienst treden bij Duitse leger 
- Samenwerken met de Duitsers COLLABORATIE 
- Aangeven van onderduikers 

Slide 7 - Tekstslide

NSB 

Slide 8 - Tekstslide

Strijd tegen Duitsers* 
Wie?
Verzet: Tegenwerken van de Duitsers 

Hoe? 
- Helpen piloten 
- Verspreiding illegale kranten 
- Vervalsing persoonsbewijzen (paspoorten) 
- Aanslagen plegen op helpers van de Duitsers/Duitse militairen + bestuurders 

Gevaarlijk? JA  --> Opgepakt? Doodstraf 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Duitsers tegen Joden in Nederland 
140.000 Joden in Nederland --> 105.000 overleden 
Wanneer opgepakt?
- Opgepakt thuis 
- Opgepakt tijdens razzia  
- Opgepakt tijdens onderduiken 
Openlijk verzet: Februaristaking 1941 

Slide 11 - Tekstslide

                Bevrijding Nederland 
Winter 1944: 1945 
Hongerwinter 

- Strenge winter 
- Weinig bevoorrading 

5 mei 1945: Heel Nederland bevrijd. 

Slide 12 - Tekstslide

Dagboekopdracht 
1. Een verzetsman 
2. Een NSB'er 
3. Een Nederlands persoon met Joodse achtergrond 
4. Een gewone mannelijke burger 

Schrijf ongeveer 200 woorden over hoe jouw persoon zich gevoeld moest hebben tijdens de oorlog. 
Vermeld hierbij: 
1. Verzet 
2. Antisemitisme 
3. Bezetting 

Slide 13 - Tekstslide