Examentraining Engels M4b

Examentraining Engels 3
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Examentraining Engels 3

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week
- hoofdgedachte
- signaalwoorden
- vraagsoorten

Slide 2 - Tekstslide

Programma 20 april
1. signaalwoorden p.27
     - LessonUp
     - schrijfoefening
2. woordenboek gebruik p. 24
3. vraagsoorten p. 30
      - gatenteksten p. 40

Slide 3 - Tekstslide

Woordquiz
Ken jij deze woorden? 
Vertaal ze.
Veel voorkomende woorden in een Engels examen

Slide 4 - Tekstslide

also

Slide 5 - Open vraag

furthermore

Slide 6 - Open vraag

for example

Slide 7 - Open vraag

likewise

Slide 8 - Open vraag

Gevolg / Conclusie / Oorzaak
Als je deze signaalwoorden tegenkomt in een tekst, weet je dat de schrijver aan het einde is gekomen van bijvoorbeeld zijn verslag of zijn opsomming van argumenten. Door het signaalwoord weet je dat je nu een gevolg of een conclusie kunt verwachten. 

Slide 9 - Tekstslide

Tegenstelling 
Als je deze signaalwoorden tegenkomt in een tekst, weet je dat de schrijver een andere kant opgaat in zijn tekst dan ervoor. De schrijver gebuikt bijvoorbeeld een argument tegen wat ervoor was gezegd. 

Slide 10 - Tekstslide

Vergelijking 
Als je deze signaalwoorden tegen komt in een tekst, weet je dat het genoemde dan hetzelfde als iets anders is of er mee te vergelijken is. 

Slide 11 - Tekstslide

Voorwaarde 
Door deze signaalwoorden weet je dat er een voorwaarde aan iets wordt gesteld in de tekst. Doordat er aan iets voldaan wordt, kan er iets anders gebeuren. 

Slide 12 - Tekstslide

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
As well as
In short
To praise
To criticize
For instance
Uitbreiding/Opsomming
Gevolg/Conclusie
Ondersteunen (positief)
Tegenstelling
Voorbeelden

Slide 13 - Sleepvraag

Welk signaalwoord in de tekst geeft een tegenstelling aan?

Slide 14 - Open vraag

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 15 - Quizvraag

They like to watch soap operas
____________ films on TV.
A
opsomming
B
reden
C
relativering
D
gevolg/conclusie

Slide 16 - Quizvraag

Woordenboek
  1. de woorden staan in alfabetische volgorde
  2. uitdrukkingen en spreekwoorden
  3. zoek het basiswoord
  4. meerdere betekenissen
  5. gebruik en oefen met je eigen woordenboek

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Het Grote Geheim
het Centraal Examen vraagt niet om leesvaardigheid.

Het vraagt om begrip over wat CITO van je wil.
Weet je dat, dan haal je goede cijfers.

Slide 20 - Tekstslide

Ter conclusie
  • Om een voldoende te halen moet je woordjes (signaalwoorden) leren en trucjes kennen.
  • Weet wat CITO van je vraagt en je kunt genoeg vragen goed beantwoorden
  • Ken de vraagsoorten
  • Oefening baart kunst
  • Signaalwoorden, signaalwoorden, signaalwoorden!!!


Slide 21 - Tekstslide

Laatste tips voor examen
  1. Neem je woordenboek mee + marker
  2. Oefen minstens 2 examens op examenblad.nl
  3. Lees eerst de vraag, zoek woorden op in de vraag
  4. Zoek niet alles op, lees niet elke tekst van begin tot eind

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Vandaag: examenvragen met signaalwoorden

Schrijf je antwoorden op een blaadje (in het boekje)
  • Zoek eerst naar signaalwoorden (pak blz 49 - 51 erbij)
  • Raad de betekenis (lees context-> hele alinea of alinea's eromheen)
  • Lijkt een woord op een woord dat je al kent?
  • Let op plaatjes, dikgedrukt, schuingedrukt, wat weet je al van het onderwerp?
  • Wat is een logisch antwoord?



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

1. Wat voor soort woord is
Because?
2.Vertaal het naar het Nederlands

Slide 26 - Open vraag

Because geeft je meteen het antwoord

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat zou 'ended up in a deep doodoo' kunnen betekenen?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

when = signaalwoord, alles daarachter is een aanwijzing. verderop in de tekst zie je weer toilet staan.



Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Therefore is een signaalwoord
1. Wat betekent het in het Nederlands?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

before = eerst/voor.
hiermee leggen ze uit hoe ze eerst poep verwerkten.
so = dus geeft aan dat het veel luchtvervuiling scheelt-> ook dit kan je een aanwijzing geven
now = nu/op dit moment dus hoe het nu wordt verwerkt -> logisch zou zijn om deze aan het eind te zetten
when betekent als/wanneer-> in deze alinea wordt verteld hoe de verwerking plaatsvindt, dit is dus een uitleg die mooi aansluit op de introductie alinea. Daarna leggen ze uit hoe het voorheen was-> before en als laatste hoe het nu is: c-a-b

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

vertaal:
mentioned

Slide 39 - Open vraag

point = punt/doel
previous = voorheen, ervoor, recent
fail = falen, mislukken
often = vaak
refuse = weigeren
explains = legt uit
contradict = tegengesteld, spreekt tegen
summarises = in het kort, samengevat
quotations = citaten
refers to = verwijst naar, refereert naar
adolescents = pubers
increasingly  = in toenemende mate
defined = bepaald

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Answers

Slide 43 - Tekstslide

meer oefenen?
www.examenblad.nl
klik op een jaartal bv.  2018 klik op GT en dan kies je een tijdvak
1 of 2 je hebt ook de bijlage nodig...( teksten)
de antwoorden staan er ook bij (correctievoorschrift)

Slide 44 - Tekstslide

Boekje p. 27
  1. Maak tweetallen
  2. Schrijf 5 zinnen in het Engels met signaalwoorden (uit verschillende categorieën)
  3. Geef blaadje door

  1. Onderstreep signaalwoord
  2. Welke categorie?
  3. Klopt de zin? Zo niet, verbeteren!

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide