3A 5.7 DNA technieken

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 10 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Biotechnologie
Biotechnologie is verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt.

  • Klassieke biotechnologie --> DNA organismen wordt niet aangepast. B.v. broodbakken met gist (schimmel), yoghurt maken met bacteriën. 
  • Moderne biotechnologie --> DNA van organismen wordt veranderd = recombinant-DNA-technieken. B.v. het DNA van een bacterie zo veranderen dat het insuline gaat produceren.  

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Genetische modificatie

Het aanpassen van erfelijke eigenschappen bij organismen door de mens wordt genetische modificatie genoemd.



Slide 4 - Tekstslide

Genetische modificatie



  • = Eigenschappen van organismen wijzigen.
  • Recombinant-DNA-techniek = nieuwe erfelijke informatie aanbrengen in het DNA van een ander organisme.
  • Het maken van een transgeen organisme: gen van een organisme van een andere soort inbrengen.

Slide 5 - Tekstslide

Recombinant DNA-techniek
met bacteriën
Bacteriën die een recombinant-DNA-plasmide opnemen, gaan delen en specifieke eiwitten maken zoals insuline.

Doordat bacteriën zich daarna gaan delen ontstaan er nakomelingen met recombinant-DNA-plasmiden. 

Slide 6 - Tekstslide

Recombinant-DNA technieken
Recombinant-DNA-technieken: DNA overbrengen van de ene naar de andere soort.
--> bacteriën krijgen gen ingebracht dat verantwoordelijk is voor de productie van insuline --> maken daardoor insuline voor medicijn suikerziekte (diabetes).






Slide 7 - Tekstslide

Crispr-cas
  • Crispr-cas kan gerichte wijzigingen in het DNA van een organisme aanbrengen.
  • Wijzigingen in de bestaande genen van 
     een organisme = gene-editing 
     genoemd = gen-aanpassing. 
  • Gentherapie is het gebruik van 
     gene-editingtechnieken om kapotte 
     genen te repareren.
Je kunt de techniek vergelijken met het aanpassen (‘editing’) van tekst. Door enkele letters te veranderen of een woord weg te laten, ontstaat een woord of zin met een nieuwe betekenis.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Discussie

Slide 10 - Tekstslide

Genomics
Genomics = Onderzoek naar al het DNA en genen van een organisme.

Bij kankeronderzoek --> genen 
van gezond weefsel worden 
vergeleken met tumorweefsel.

Ziekten opsporen --> genen ziek
persoon wordt vergeleken met 
genen van een gezond persoon. 

Slide 11 - Tekstslide

Gebruik van DNA
  • Misdaadbestrijding
  • Familie onderzoek (verwantschap)
  • Evolutionaire verwantschap bepalen
  • Medisch onderzoek (erfelijke ziekten)
  • Fraudeonderzoek 
  • eDNA (environmental)
  • DNA database (data-opslag)

DNA verzameld uit een omgeving. Alle organismen laten unieke DNA sporen achter --> poep, slijm, dode huidcellen, enz. 

Slide 12 - Tekstslide

eDNA 
(environmental DNA)
Restanten DNA van overblijfselen, zoals poep, dode huidcellen etc dat in de omgeving komt.

Dit wordt gebuikt om b.v. organismen te onderzoeken die in een gebied leven zonder ze te vangen.

Slide 13 - Tekstslide

Synthetische biologie
  • Vakgebied waarin biologisch materiaal kunstmatig wordt nagemaakt of ontworpen.
  • Ook DNA kan worden nagemaakt.
  • Voorbeelden --> vlees dat in een laboratorium groeit, opslag van informatie in kunstmatig DNA.  

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Huiswerk

Lezen 5.7
Maken opdracht 1 t/m 4 en 6 t/m 8 + 10



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video