Hydraulica

Hoe kan een graafmachine een groot gewicht bewegen?
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
STEMSecundair onderwijs

In deze les zit 52 slide, met interactieve quiz, tekstslide en 2 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoe kan een graafmachine een groot gewicht bewegen?

Slide 1 - Tekstslide

Hoe kan een graafmachine zulke grote gewichten heffen?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heet dit onderdeel, dat voor de kracht van de machine zorgt?
A
Armkracht
B
Hydrostatica
C
Hydraulica
D
Forcelifting

Slide 4 - Quizvraag

in machines

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Welke stof wordt er IN de hydraulische pomp gebruikt?
A
Water
B
Gas
C
Ethanol
D
Olie

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Zijn er nog andere toepassingen?

Slide 9 - Tekstslide

Andere toepassingen?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Definitie: Hydraulisch systeem
 Een hydraulisch systeem is een systeem waarmee doormiddel van vloeistoffen (oliedruk) bewegingen en krachten worden overgebracht. Bij hydrauliek wordt gebruik gemaakt van hydraulische vloeistoffen, dit is meestal hydraulische olie.

Slide 12 - Tekstslide

Zou je de druk die wordt geproduceerd kunnen berekenen?
Ja
moet nog uitgevonden worden
Nee te moeilijk

Slide 13 - Poll

Wie heeft bedacht hoe je 'druk' berekent?
A
Pascal
B
Hertz
C
Fonds
D
Newton

Slide 14 - Quizvraag

De wet van Pascal

Slide 15 - Tekstslide

De 'p' in de formule staat voor druk. Maar waarvoor staat de 'F'?
A
Energie
B
Kracht
C
Foton
D
Fotosynthese

Slide 16 - Quizvraag

De 'p' in de formule staat voor druk. Maar waarvoor staat de 'A'?
A
Omtrek
B
Inhoud
C
Oppervlakte
D
Volume

Slide 17 - Quizvraag

De wet van Pascal DRUK
  • Druk (p) is hetzelfde als een kracht (F) gedeeld door een oppervlakte (A).
  • Hoe groter de kracht, hoe groter de druk.
  • Hoe kleiner de oppervlakte, hoe groter de druk.

Slide 18 - Tekstslide

Verklaring
  • “Druk beweegt zich gelijk door een vloeistof.”
  • De druk naar beneden op punt 1 is dus even groot als de druk naar boven op punt 2.
  • A1 is een veel kleinere oppervlakte dan A2, dus de kracht F2 moet groter zijn dan de kracht F1.

Slide 19 - Tekstslide

Kan een mens van 70kg een auto van 1500kg opheffen?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Hoe gebruiken wij als mens, met ons lichaam, 'hydraulische systemen'?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat zorgt voor de beweging van de arm?

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Spieren die een tegengestelde beweging maken

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Welk gewricht zien we hier?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Draaigewricht

Slide 39 - Quizvraag

Welk spierweefsel is dit?
A
Dwarsgestreept spierweefsel
B
Horizontaalgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel
D
Glad spierweefsel

Slide 40 - Quizvraag

Welke spier is hier
de antagonist?
A
Biceps
B
Triceps

Slide 41 - Quizvraag

Welk gewricht
zien we hier?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Draaigewricht

Slide 42 - Quizvraag

Welk spierweefsel
is dit?
A
Dwarsgestreept spierweefsel
B
Horizontaalgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel
D
Glad spierweefsel

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Video

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide