We gaan luisteren naar een gesprekje tussen Anne en Gabriel.
Luister goed, na afloop gaan jullie deze vragen beantwoorden. Schrijf de antwoorden op een blaadje.
1. Met welk vak is Gabriel bezig? Vindt hij dit vak moeilijk of makkelijk?
2. Gabriel vindt geschiedenis interessant en leraar is aardig. Vrai/Faux?
3. Welk vak hebben Gabriel en Anne allebei morgen?
4. Hoe noemen ze de pauze?