In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 180 min
Onderdelen in deze les
kerstdecoratie Revius 2023
brugklasopdracht
Slide 1 - Tekstslide
Je gaat een decoratie maken voor de kerstmarkt op dinsdag 19 december.
Leerdoelen:
Je kent de begrippen vorm & restvorm, en kunt die toepassen
Je kunt een ontwerp maken met als thema: kerst
Je kunt vormen uitknippen tot stencils
Je kunt de stencils gebruiken om met spuitverf te schilderen
Slide 2 - Tekstslide
Vorm een kleerhanger om tot een cirkel. Je kunt dit doen door met je handen de hanger om te vormen. Eventueel kun je ook een tang gebruiken.
1 2 3 4
Slide 3 - Tekstslide
Leg de cirkel op een stuk doorzichtig plastic. Trek de vorm met een stift om. Knip de vorm uit.
Slide 4 - Tekstslide
De uitgeknipte vorm plak je op het frame. Plak eerst de bovenkant en trek het plastic strak aan de onderkant. Daar plak je het ook vast. Gebruik kleine stukjes tape, die je dubbelvouwt om het frame zodat beide kanten van het plastic worden vastgeplakt. Vervolgens plak je steeds twee stukjes tape op tegenover elkaar liggende plekken, tot alle plekken rondom zijn vastgeplakt.
Slide 5 - Tekstslide
1
2
3
Teken op een plastic A4 documentfolder de contour van een vorm die met kerst te maken heeft. Deze vorm heb je eerst geoefend in je dummy. Draai de documentfolder om en trek de contour over. Trek de envelop uit elkaar en knip het langs de vouw doormidden.
Je gaat de ene vorm uitknippen als de vorm, en de andere als de restvorm.
Slide 6 - Tekstslide
Restvorm: ruimte die ontstaat door een vorm weg te nemen is zelf ook een vorm op zich
Slide 7 - Tekstslide
Restvorm
Als je een vorm tekent, is dit de positieve vorm. De ruimte om die vorm heen wordt negatieve vorm of restvorm genoemd.
Slide 8 - Tekstslide
Restvorm
Wanneer je een vorm maakt is er ook altijd een restvorm. Dat is de ruimte die om of tussen de vorm is.
Slide 9 - Tekstslide
VORM en RESTVORM:
(de ‘hoofdvorm’ en) de vorm die overblijft.
Slide 10 - Tekstslide
Koppel alle woorden aan het goede plaatje.
positieve vorm
restvorm
negatieve vorm
Slide 11 - Sleepvraag
De vorm knip je uit door alles buiten de contouren weg te knippen.
De restvorm knip je door alles binnen de contour uit te knippen.
Slide 12 - Tekstslide
Leg de cirkel in een kartonnen doos die als spuitcabine wordt gebruikt. Kies twee of drie kleuren. Spuit de verf over de vorm of restvorm heen.
Wat eerst vorm was wordt door de verf restvorm, en omgekeerd.
Verplaats de vormen, en spuit opnieuw, zo ontstaat een interessante compositie d.m.v. herhaling.
De verf droogt langzaam. Wapper met de vorm, of gebruik een föhn om het droogproces te versnellen. Als de ene kant van de kerstbal droog is, kun je ook de andere kant bespuiten. Het volgende filmpje laat zien hoe kort (max. 3 seconden) je een vorm of restvorm inspuit. Spuit niet alles dicht! Het geeft een mooi effect als er stukken doorzichtig blijven
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Als je teveel lagen over elkaar spuit terwijl eerdere lagen nog niet droog genoeg zijn, krijg je druipers wanneer het werk rechtop wordt gehouden.
Eigenlijk past dat wel goed bij graffiti, maar niet iedereen vindt dit mooi.
Druk een kloddertje zilver op een kladblaadje. Met een penseel schilder je over de rand met tape een zilveren rand.
Nu is je kerstbal klaar!
Schrijf je initialen en klas erop met pen.
Hang 'm op in het lokaal om te drogen.
Slide 15 - Tekstslide
Materialen:
schaar
spuitverf
zilververf
tape
A4 documentfolder
een stuk doorzichtig plastic tafelzeil
permanent stiften
spuitkabine
penseel
Klas in groepen verdelen:
groep 1 vormt de cirkel m.b.v. tangen en trekt die met stift over op een stuk transparant tafelzeil. Deze vorm uitknippen en met tape vastplakken.
groep 2 tekent in dummy kerstvormen en trekt die over op beide kanten van de documentfolder. Vervolgens de vorm en restvorm uitknippen.
na ca. 45 minuten omdraaien.
Door verdeling in twee groepen worden beschikbare stiften en tangen goed verdeeld.
Niet meer dan 1 leerling tegelijk spuiten bij spuitcabine.