2.1.6 Het gebit

bs 2.6 het verteringsstelsel
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

bs 2.6 het verteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen

Je kunt uitleggen wat vertering is
Je kent de functies van het gebit
Je kunt rekenen met een tandformule

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

voedselbrok

Slide 7 - Tekstslide

Het gebit

Slide 8 - Tekstslide

Het gebit
Wat zijn de vier functies van het gebit?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Tand

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Het gebit
cariës
gaatjes
tandplak
Bestaat uit etenresten, bacterien, speeksel
Bacterien eten suikers, en produceren zuur
Dit zuur tast het glazuur aan
tandsteen
tandsteen is tandplak dat niet meer weg te poetsen is.
overbeet
Boventanden die te ver naar voren staan.
Oplossing is een beugel

Slide 19 - Tekstslide

Het gedeelte van je tanden wat wat je moet poetsen heet:
A
tandbeen
B
kaakbeen
C
cement
D
kroon

Slide 20 - Quizvraag

In je tanden zitten.....
A
bloedvaten
B
zenuwen
C
bloedvaten en zenuwen
D
geen van beiden

Slide 21 - Quizvraag

cariës is....
A
een gaatje in het tandglazuur
B
het ontbreken van verstandskiezen
C
een scheefstaand gebit
D
tandsteen

Slide 22 - Quizvraag

tanderosie ontstaat vooral door
A
te veel poetsen
B
te weinig poetsen
C
veel frisdrank drinken
D
te veel zout eten

Slide 23 - Quizvraag

hoeveel kiezen heeft een volwassene
A
12
B
16-20
C
20
D
24

Slide 24 - Quizvraag

wat is een overbeet?
A
Je melkgebit laat niet los , terwijl je blijvende gebit al doorkomt.
B
Je boventanden vallen te ver over je ondertanden.
C
Je ontwikkeld geen verstandskiezen
D
Je tandvlees trekt zich terug waardoor de wortels bloot komen te liggen.

Slide 25 - Quizvraag

wat is de functie van tandglazuur?
A
Het tandbeen beschermen tegen zuren
B
Het vastzetten van de tand in de kaak
C
Het afbijten van voedsel
D
het aantonen van tandplak

Slide 26 - Quizvraag

waar lopen de zenuwen van tanden?
A
in de tandholte
B
onder het wortelvlies
C
in het tandbeen
D
in het kaakbeen

Slide 27 - Quizvraag

Op welke leeftijd komen verstandskiezen gemiddeld door?
A
10-12
B
14-18
C
18-22
D
25+

Slide 28 - Quizvraag

Waarmee verknalt mevrouw Huijser-Engbers haar tanden?
A
chocola
B
suiker in de koffie
C
dropjes
D
cola

Slide 29 - Quizvraag

opdrachten

maak opdracht:
26-30

Slide 30 - Tekstslide