Les 9: Nederland en Europa

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 

Slide 3 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

WERK & MEDIA



Les X: Titel les
Maatschappijleer
HB3B
Les 9: Nederland en Europa

Maatschappijkunde Kader 4
2024-2025
POLITIEK

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Europese Unie ontstaan is (R)
  • Je kunt uitleggen welke invloed de Europese Unie heeft op Nederland (R)
  • Je kunt uitleggen hoe het bestuur van de Europese Unie eruit ziet (I)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De geschiedenis van de EU
Samenwerking met andere landen is nodig om grensoverschrijdende problemen zoals vluchtelingenstromen, klimaatveranderingen, terrorisme en oorlog aan te pakken. Het belangrijkste internationale samenwerkingsverband voor Nederland is de Europese Unie (EU). 

Vlak na de Tweede Wereldoorlog moest Europa opnieuw worden opgebouwd. Zes landen besloten daarbij samen te werken: West-Duitsland, Frankrijk, Italie, Nederland, Belgie en Luxemburg. Ze richtten in 1951 de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) op. Een gemeenschappelijke markt voor deze grondstoffen kon ervoor zorgen dat de Europese economie weer ging groeien. Het succes van de EGKS leidde tot de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap. In 1992 is met het Verdrag van Maastricht de Europese Unie ontstaan, deze telt nu 27 lidstaten. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstellingen van de EU
  • Vrede en veiligheid

  • Economische samenwerking

  • Welzijn

  • Europese waarden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden toetreding
Er zijn 27 landen lid van de Europese Unie, nog zeven landen willen tot de unie toetreden. Daaraan is een aantal voorwaarden verbonden. Een land dat lid wil worden moet:

  • in Europa liggen
  • een democratie zijn
  • een rechtsstaat zijn
  • de mensenrechten garanderen
  • een goed draaiende markteconomie hebben

Een land dat aan deze voorwaarden voldoet, moet vervolgens de gemeenschappelijke wetten en regels van de EU overnemen en invoeren. Daarna moeten alle lidstaten ermee instemmen. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De invloed van de EU
Nederland is lid van de EU en moet daarom Europese richtlijnen omzetten naar de Nederlandse wet. Veel van de regels waar Nederlanders zich aan moeten houden, zijn bedacht of beinvloed door de Europese Unie. De EU maakt regels op vier gebieden, het gaat hier om vraagstukken die moeilijk op nationaal niveau kunnen worden aangepakt:

  • Buitenlands beleid (asiel en integratie)
  • Milieuwetgeving
  • Justitie (bestrijden van misdaad, drugs- en mensenhandel, terrorisme)
  • Economische samenwerking (bijvoorbeeld het invoeren van de euro)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiekpunten
Veel mensen vinden het prima dat Europa regels voor alle lidstaten maakt. Zij zijn er de voordelen van in. Maar de Europese Unie heeft ook nadelen. Hieronder de meest gehoorde punten van kritiek:

  • Er is weinig democratische controle door de burgers
  • De politieke besluitvorming is ingewikkeld
  • Nederland heeft minder invloed naarmate er nieuwe lidstaten bij komen
  • de EU beperkt de zelfstandigheid van de lidstaten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bestuur van de EU
De Europese Commissie: vormt het dagelijks bestuur. Deze commissie is vergelijkbaar met ons kabinet. Alle lidstaten sturen een commissaris naar de Europese Commissie. Zij moeten niet alleen voor hun eigen land opkomen, maar ook denken aan het belang van de EU in haar geheel.

Het Europees Parlement: Elke vijf jaar worden de leden van het Europees Parlement (EP) gekozen door de inwoners van alle lidstaten. Voor Nederlandse kiezers zijn er Nederlandse kandidaten. Het Europees Parlement vertegenwoordigt de burgers en je kunt het vergelijken met de Tweede Kamer. Het EP stemt over wetsvoorstellen en controleert de Europese Commissie. Het kan niet zelf wetsvoorstellen indienen. 

De Raad van Ministers: ook wel de Raad van de Europese Unie. Hierin zijn de regeringen van alle lidstaten vertegenwoordigd. Welke minister ze sturen, hangt af van het onderwerp. Wetsvoorstellen van de Europese Commissie worden eerst voorgelegd aan de Raad van Ministers. Pas als zij een voorstel goedkeuren, gaat het door naar het Europees Parlement. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken


Examenkatern Politiek (Essener)
Opdracht 12 t/m 20 (blz. 108-111) 
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor volgende keer
Invullen: begrippen en samenvatting H9 (blz. 112-113)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen H9
  • Europese Gemeenschap voor
    Kolen en Staal (EGKS)
  • Europese Unie
  • vrije, gemeenschappelijke handelsmarkt
  • Europees burgerschap
  • Europese Commissie
  • Europees Parlement
  • Raad van Ministers / 
    Raad van de Europese Unie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies