H4 WA Hfst 2 Herhaling

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning van de les
  • In de les werk je zelfstandig of
  • In de les herhalen we alle leerdoelen van H2

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 2.1
Ik kan de centrummaten (gemiddelde, modus en mediaan) bepalen.

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 2.1
Ik kan frequentietabellen en staafdiagrammen aflezen.

Slide 4 - Tekstslide

Paragraaf 2.1
Ik weet hoe de fasen in de statistisch onderzoek lopen.

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 2.1
Ik weet wanneer een steekproef een goede steekproef is.

Slide 6 - Tekstslide

Er wordt onderzoek gedaan naar de tevredenheid van de leerlingen op het Beatrix. Hiervoor worden worden uit de leerlingenlijst in magister random 10 leerlingen uitgenodigd voor een gesprek met de directeur.
Wat is er niet goed aan deze steekproef?
A
Het is niet representatief
B
Het is niet aselect
C
Het is niet voldoende groot

Slide 7 - Quizvraag

Er wordt onderzoek gedaan naar de tevredenheid van de leerlingen op het Beatrix. Hiervoor worden op vrijdagmiddag de eerste 75 leerlingen die na 16.00 naar buiten komen bevraagd.
Wat is er niet goed aan deze steekproef?
A
Het is niet representatief
B
Het is niet aselect
C
Het is niet voldoende groot

Slide 8 - Quizvraag

Er wordt onderzoek gedaan naar de tevredenheid van de leerlingen op het Beatrix. Hiervoor worden worden uit alle 4 havo klassen willekeurig 10 leerlingen geselecteerd.
Wat is er niet goed aan deze steekproef?
A
Het is niet representatief
B
Het is niet aselect
C
Het is niet voldoende groot

Slide 9 - Quizvraag

Paragraaf 2.1
Ik weet wat een steekproef- en populatieproportie is.

Slide 10 - Tekstslide

Van de 192 4 havo leerlingen op het Beatrix hebben er 118 wiskunde A.
Wat is de populatieproportie van de leerlingen op 4 havo die wiskunde A hebben gekozen?

Slide 11 - Open vraag

Paragraaf 2.2
Ik weet wat statistische variabelen zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf 2.2
Ik kan statistische variabelen onderverdelen in kwantitatieve of kwalitatieve variabelen.

Slide 13 - Tekstslide

Geef een vb van een kwantitatieve statistische variabele

Slide 14 - Woordweb

Geef een vb van een kwalitatieve statistische variabele

Slide 15 - Woordweb

Paragraaf 2.2
Ik kan kwantitatieve variabelen onderverdelen in continue of discrete variabelen.

Slide 16 - Tekstslide

Bepaal van de onderstaande kwantitatieve statistische variabelen of ze continu of discreet zijn.
Continu
Discreet
Temperatuur
Aantal kinderen
toetscijfer
gewicht van een banaan

Slide 17 - Sleepvraag

Paragraaf 2.2
Ik kwalitatieve variabelen onderverdelen in nominale of ordinale variabelen.

Slide 18 - Tekstslide

Bepaal van de onderstaande kwalitatieve statistische variabelen voor of ze ordinaal of nominaal zijn.
Ordinaal
Nominaal
Geslacht
Beoordeling
Haarkleur
Kledingmaat

Slide 19 - Sleepvraag

Paragraaf 2.3
Ik ben bekend met de voor en nadelen bij de drie centrummaten.

Slide 20 - Tekstslide

Stel je hebt deze waarnemingsgetallen:
2, 7, 4, 9, 76, 8, 5.
Welke centrummaat is dan de meest geschikte?
A
Modus
B
Mediaan
C
Gemiddelde

Slide 21 - Quizvraag

Paragraaf 2.3
Ik kan gegevens aflezen uit een boxplot.

Slide 22 - Tekstslide

Van de 250 werknemers van een
ICT-bedrijf is het maandsalaris in
een boxplot verwerkt. Zie de figuur.
Hoeveel werknemers hebben een
maandsalaris tussen 1952 en 2304 euro?

Slide 23 - Open vraag

Paragraaf 2.3
Ik kan de spreidingsbreedte en interkwartielafstand bepalen.

Slide 24 - Tekstslide

Van de 250 werknemers van een
ICT-bedrijf is het maandsalaris in
een boxplot verwerkt. Zie de figuur.
Bereken de spreidingsbreedte.

Slide 25 - Open vraag

Van de 250 werknemers van een
ICT-bedrijf is het maandsalaris in
een boxplot verwerkt. Zie de figuur.
Bereken de interkwartielafstand.

Slide 26 - Open vraag

Paragraaf 2.4
Ik kan rekenen met frequentietabellen met een klassenindeling.

Slide 27 - Tekstslide

In de tabel hiernaast vind je een klassenindeling bij de lengte van mannelijke sporters op de Olympische Spelen van 2012.
Camille Lacourt is een zwemmer met een lengte van 2 meter die deelnam aan deze Olympische Spelen. Uit de tabel volgt dat Camille bij de 5% langste sporters hoort.
Laat zien dat dit klopt.

Slide 28 - Open vraag

Paragraaf 2.4
Ik kan gegevens aflezen uit histogrammen en frequentiepolygonen.

Slide 29 - Tekstslide

Paragraaf 2.4
Ik kan gegevens aflezen uit (relatieve) cumulatieve frequentiepolygonen.

Slide 30 - Tekstslide

Bij een vaardigheidstest worden boogschieters verdeeld in twee groepen:
Groep 1 had een klein doelwit.
Groep 2 had een groot doelwit.
De resultaten van het onderzoek zijn verwerkt in de figuur hiernaast. Welke kleur hoort bij het kleine doelwit en waarom?

Slide 31 - Open vraag

Paragraaf 2.4
Ik kan data op een geschikte manier presenteren.

Slide 32 - Tekstslide

Zie het voorbeeld. In de boxplot is de mediaan bij 35% getekend. De mediaan van de oorspronkelijke data is echter 38.
Verklaar dit verschil.

Slide 33 - Open vraag

Paragraaf 2.5
Ik kan verschillen kwantificeren bij nominale variabelen.

Slide 34 - Tekstslide

Bij het examenuitje van ee nschool kunnen de leerlingen kiezen tussen zeilen of naar Disneyland Parijs. In de tabel hiernaast zie je wat de leerlingen hebben gekozen. Bereken bij de kruistabel hiernaast met behulp van de phi-coëfficiënt of het verschil in bestemming tussen jongens en meisjes groot, middelmatig of gering is.

Slide 35 - Open vraag

Paragraaf 2.5
Ik kan verschillen kwantificeren bij ordinale variabelen.

Slide 36 - Tekstslide

Bij een vaardigheidstest worden boogschieters verdeeld in twee groepen:
Groep 1 had een klein doelwit.
Groep 2 had een groot doelwit.
De resultaten van het onderzoek zijn verwerkt in de figuur hiernaast. Is het verschil tussen de groepen groot, middelmatig of gering?

Slide 37 - Open vraag

Paragraaf 2.5
Ik kan verschillen bepalen bij kwantitatieve variabelen.

Slide 38 - Tekstslide

Aan de kinderen van groep 1 is gevraagd een puzzel in elkaar te zetten.
Er is gemeten hoelang de kinderen daar over deden en de resultaten zijn verwerkt in de boxplots hiernaast

Is het verschil tussen deze twee
klassen gering, middelmatig of
groot? Licht je antwoord toe.

Slide 39 - Open vraag

Appels van bomen in de zon wegen gemiddeld 121 gram met een
standaardafwijking van 24 gram, appels van bomen in de schaduw
wegen gemiddeld 129 gram met een standaardafwijking van 21 gram.

Bepaal de effectgrootte van zon of schaduw op het gewicht van appels
en geef aan of dit verschil, groot, middelmatig of gering is.

Slide 40 - Open vraag