Je wordt op de volgende punten beoordeeld:
- Samenhang. Denk hierbij aan de opbouw; een inleiding - kern - slot. En ook aan het gebruik van signaalwoorden.
- Doel van de tekst. Lukt het jou om als schrijver jouw schrijfdoel te behalen, bijvoorbeeld een informatieve brief of een overtuigend artikel?
- Afstemming op publiek. Kies je voor formeel of informeel? Ben je consequent in het toepassen van de aanspreekvorm?
- Spelling, grammatica en interpunctie. De d'tjes en de t'tjes, de zinsopbouw, de punten en de komma's.
- Leesbaarheid. Gebruik alinea's in je tekst, eventueel voorzien van tussenkopjes. Gebruik één lettertype.