POD 1

Op weg naar succesvol studeren, hoe doe je dat?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
POD-moduleMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Op weg naar succesvol studeren, hoe doe je dat?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'succesvol studeren' voor jou?

Slide 2 - Open vraag

Bespreek in deze dia wat voor studenten succesvol leren betekent en bespreek met hen de antwoorden die zij hebben gegeven. 
Kan jij goed plannen en je hier ook aan houden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Vraag de studenten of zij vinden dat ze goed kunnen plannen en dit dan ook volgen. Vervolgens bekijk je de pol en bespreek je deze met de klas. Waarom vinden zij dat wél of niet? Wat doen zij er aan om dit beter onder de knie te krijgen of wat doen zij juist wel waardoor het goed lukt? Waar lopen ze vast etc. 
Hoe werkt het brein?

Slide 4 - Tekstslide

Om goed te kunnen leren (op jouw manier) moet je weten hoe je brein werkt. Zodra je dat weet, kan je hier op in spelen en passende leer strategieën inzetten. 
Je brein 
- Orgaan in je lijf 
- Ontvangt via de zenuwen signalen vanuit je héle lichaam 
- Hierdoor kan je denken, zien, onthouden, horen en voelen
- Je brein kan je trainen net als een spier (niemand is dom)

Slide 5 - Tekstslide

- Het brein is een orgaan in je lichaam en bestaat uit cellen en weefsel. Het brein ontvangt signalen uit het hele lichaam en die komen via je zenuwen terecht in je brein. Door je brein kan je denken, onthouden, zien, horen en voelen. 

- Maar weet je wat het leukste is? Je kan je brein trainen. Je brein kan je veranderen en is maakbaar. Je brein verandert door de dingen waarover je denkt, dingen die je leert en die dingen die je vaak doet.

- Onderzoekers van het brein zijn er achter gekomen dat je je brein kunt trainen net als een spier. Gebruik je het vaak en op de juiste manier dan wordt hij steeds sterker. Hiervoor moet je wel regelmatig 'trainen'.





Hoe kan je je brein trainen?

Slide 6 - Woordweb

- Door oefenen, hierdoor kan je dus steeds beter worden in iets.
- Door te lezen
- Luisteren 
- Het gesprek aan te gaan 

Etc. Er zijn veel verschillende manieren om je brein te trainen, het hangt er alleen van af waarvoor je het aan het trainen bent.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag aan de student: "wat zie je hier?"
Dit is een hersencel (ook wel neuron)

In het brein zitten ongeveer 80 miljard hersencellen. Deze zitten verspreid over zowel de rechter als linker hersenhelft. Als we de hersencellen vergroten zie je dat ze de vorm hebben van een boom. De stam wordt ook wel 'het axon' genoemd. De takken worden dendrieten genoemd. 

Informatie komt binnen via de dendrieten (takken) en wordt weer doorgegeven via de axonen (de stam met wortels). Zo blijven hersencellen met elkaar in contact. Tijdens het 'communiceren' zijn er duizenden hersencellen betrokken. 

De axonen (stam) staan in verbinding met de dendrieten (takken) van de andere neuronen. Ze geven elkaar schokjes door en creëren op deze manier een reactie in het lichaam of de hersenen. 


Maar, hoe leren je hersenen nu eigenlijk?
- Neuronen (hersencellen) maken contact met elkaar
- Nieuwe verbindingen worden gemaakt 
- Door vaker contact tussen de cellen, krijgt de stam (axonen) meer wortels, hierdoor wordt hij steeds groter en sterker
- Door verbinding ontstaat er een duidelijk pad
- 90 dagen 

Slide 8 - Tekstslide

De hersencellen maken contact met elkaar, maar hebben daarvoor nog nooit of bijna niet contact gehad met elkaar. 

Op dat moment worden er nieuwe verbindingen gemaakt. Het contact is eerst heel zwak. Maar als steeds weer dezelfde cellen met elkaar contact maken en vuren, dan veranderen de cellen uiteindelijk. 

Wanneer je regelmatig hetzelfde oefent of uitprobeert, dan krijgen de takken steeds meer uitlopers en de stam krijgt meer wortels. Er ontstaat een grote en stevige boom.

De hersencellen kunnen het signaal hierdoor makkelijker en sneller opvangen en doorgeven. Het contact tussen de hersencellen die keer op keer contact met elkaar maken, is heel sterk geworden. Dingen die je eerst moeilijk vond om te leren, zijn dan veel gemakkelijker geworden.

En als je dat beter kan, wordt het steeds gemakkelijker om meer te leren en bij te leren. De cellen worden aan elkaar verbonden en zijn samen een sterk netwerk.

Een aantal hersencellen maken contact en geven een signaal door. De hersencellen verbinden zich, een paadje vormt zich. Als je dit blijft herhalen, verandert er iets in die verbinden. De cellen kunnen gemakkelijker contact met elkaar maken en worden goede vrienden. Je hebt iets geleerd.

90 dagen (3 maanden) de tijd nodig om je hersenen ergens aan te laten wetten. Conditionering
0

Slide 9 - Video

Bekijk de video met de klas, hierin wordt nog beeldend gemaakt wat hoe leren precies werkt in het brein. Herhaling van het eerder genoemde maar dan in 4 minuten tijd.

Opdracht 
Onthoud zoveel mogelijk letterwoorden uit het volgende kader, je krijgt 30 seconden.

BBC-PHF-OMG-PXJ-KZQ-VTG-VXW-ILZ-BDU

Slide 10 - Tekstslide

De student pakt nu een vel papier en schrijft de letter combinaties op die hij/zij heeft onthouden. Vervolgens zal je zien dat dit voornamelijk BBC en OMG zullen zijn.
Welke lettercombinaties weet jij nog? 
- De woorden die je herkende 
- Sneller herkennen en beter onthouden
- Leren = een weg creëren in het brein tussen de hersencellen

Slide 11 - Tekstslide

- De woorden die zij herkennen, kunnen ze sneller onthouden. Niet alleen sneller maar ook beter onthouden. 
- Door herhaling creëert de student een pad tussen de hersencellen.

Slide 12 - Video

AUTONOMIE


Schrijf in je schrift 
- Wat heb je geleerd in je leven? 
- Hoe heb je dat geleerd en wie of wat heeft jou hierbij geholpen? 
- Waarom was het belangrijk voor jou om dit te leren? 
- Wat zou jij nog willen leren? 
Huiswerk: hou de komende week bij hoe je eigenlijk leert

Slide 13 - Tekstslide

Docent: Benoem duidelijk het belang van noteren en overzicht. Hoe schrijven ze het op zodat het de volgende keer ook duidelijk is en ze meteen weten waar ze iets moeten vinden. 
Spelletje!
"Ik ga op reis en ik neem mee" 
5 minuten

Slide 14 - Tekstslide

Ik ga op reis en ik neem mee spel. 
Reisleider deelt naam stickers uit en laat de studenten hun eigen naam op hun borst plakken zodat het zichtbaar is. 

NIET HARDOP LEZEN!!

Reisleider begint met een voorwerp met de eerste letter van zijn of haar naam. Zij mag mee op reis. Wanneer de volgende Krista heet en een Bidon mee wil nemen, mag zij niet mee op reis. Wil ze een Kat meenemen dan mag dat wel. Je gaat door totdat de tijd om is of iemand er achter is gekomen wat er precies gebeurt.