D2BTh4 B2 Je bloedsomloop

D2BTh4 
 B2: Je bloedsomloop
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D2BTh4 
 B2: Je bloedsomloop
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel

1.  Je leert dat de mens een dubbele bloedsomloop heeft

2. Je leert wat de kleine bloedsomloop is

3. Je leert wat de functie van de kleine bloedsomloop is

4. Je leert wat de grote bloedsomloop is




Slide 2 - Tekstslide

Bloedsomloop

Slide 3 - Woordweb

bloedsomloop
rood = zuurstofrijk
blauw = zuurstofarm

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

De mens heeft een dubbele bloedsomloop.
Per omloop stroomt het bloed 2 x door het hart.

Slide 6 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Je ziet in de afbeelding de dubbele bloedsomloop. 

Kleine bloedsomloop:
1. Vanuit de rechterhelft van je hart wordt het
    zuurstofarme (koolstofdioxide-rijke) bloed 
    naar je longen gepomt.
2. Zuurstof wordt uit beide longen 
    opgenomen in het bloed.
3. Het zuurstofrijke bloed stroomt terug naar 
    het hart, naar de linkerhelft van je hart.

Slide 7 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
Je ziet in de afbeelding de dubbele bloedsomloop. 

Grote bloedsomloop:
1. Vanuit de linkerhelft van je hart wordt zuurstofrijk bloed 
    naar al je cellen van je lichaam gepomt. 

2. Die cellen gebruiken de zuurstof voor verbranding en 
    hierbij komen koolstofdioxide en afvalstoffen vrij. 
    Deze worden afgegeven aan het bloed.

3. Vanaf al die cellen, alle organen, stroomt het zuurstof-
    arme (koolstofdioxide-rijke) bloed terug naar het hart, 
    naar rechterkant van het hart.
    

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Praktijk
Maak 2 schematische tekeningen in je schrift:

1. De kleine bloedsomloop
2. De grote bloedsomloop


Slide 11 - Tekstslide


Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 12 - Quizvraag


nr. 1
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm kleine bloedsomloop
B
zuurstof rijk kleine bloedsomloop
C
zuurstof arm grote bloedsomloop
D
zuurstof rijk grote bloedsomloop

Slide 13 - Quizvraag


nr. 2
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm kleine bloedsomloop
B
zuurstof rijk kleine bloedsomloop
C
zuurstof arm grote bloedsomloop
D
zuurstof rijk grote bloedsomloop

Slide 14 - Quizvraag


nr. 3
1
2
3
4
5
6
A
zuurstof arm naar de longen
B
zuurstof rijk naar de longen
C
zuurstof arm naar organen
D
zuurstof rijk naar organen

Slide 15 - Quizvraag


nr. 5
1
2
3
4
5
6
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop
C
van de linkerkant van het hart, naar de longen, naar rechterkant van het hart
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 16 - Quizvraag


nr. 6
1
2
3
4
5
6
A
zuurstofrijk
B
kleine bloedsomloop
C
van de organen naar de rechterkant van het hart
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 17 - Quizvraag


nr. 4

(het streepje onderaan)
1
2
3
4
5
6
A
zuurstofrijk
B
kleine bloedsomloop
C
gaswisseling in de haarvaten
D
de dubbele bloedsomloop

Slide 18 - Quizvraag


Bij één omloop, stroomt het bloed.....
A
1 x door het hart
B
2 x door het hart
C
3 x door het hart
D
niet door het hart

Slide 19 - Quizvraag

Kleine bloedsomloop

Slide 20 - Open vraag

Dubbele bloedsomloop

Slide 21 - Open vraag

Grote bloedsomloop

Slide 22 - Open vraag

Leerdoel

1.  Je weet en kunt uitleggen dat de mens een dubbele bloedsomloop heeft

2. Je  weet en kunt uitleggen wat de kleine bloedsomloop is

3. Je  weet en kunt uitleggen wat de functie van de kleine bloedsomloop is

4. Je  weet en kunt uitleggen wat de grote bloedsomloop is




Slide 23 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 24 - Woordweb

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 25 - Woordweb