herhaling signaalwoorden

Leesvaardigheid 
signaalwoorden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid 
signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van signaalwoorden en alinea verbanden? 

Slide 2 - Tekstslide

opfrissen van het geheugen
1- Schrijf voor jezelf in stilte op wat je nog weet van signaalwoorden en alinea verbanden.
2- Op teken van de docent, bespreek je met buurman wat je hebt opgeschreven.
3- De docent vraagt aan elk groepje wat de opbrengst is. 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Jullie kunnen minimaal 2 alineaverbanden opnoemen en er minimaal 1 signaalwoord bij elke alineaverband noteren

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Spinnen aan de drugs
Een normaal spinnenweb ziet eruit als een fietswiel. Een spin heeft drugs gekregen. Het web dat ze weeft neemt heel andere vormen aan. Amerikaanse onderzoekers stelden het vast. Ze deden een aantal proeven met stimulerende en verdovende middelen. Spinnen die onder invloed zijn van marihuana beginnen hun web te weven op de gewone manier. Na een poosje verliezen ze hun concentratie. Ze raken verdoofd. Het web ziet er in het midden uit als een normaal web. Aan de buitenkant zit het vol gaten.                                                                                  Bron: taaluilen.nl

Slide 6 - Tekstslide

Spinnen aan de drugs
Een normaal spinnenweb ziet eruit als een fietswiel. Maar als een spin drugs heeft gekregen, neemt het web dat ze weeft heel andere vormen aan. Dat stelden Amerikaanse onderzoekers vast toen ze een aantal proeven deden met stimulerende en verdovende middelen.
Spinnen die onder invloed zijn van marihuana beginnen hun web te weven op de gewone manier. Maar na een poosje verliezen ze hun concentratie en raken ze verdoofd. Het web ziet er in het midden nog wel uit als een normaal web, maar aan de buitenkant zit het vol gaten.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

effe checken
Noem 2 alineaverbanden.
Noem bij elk verband 1 signaalwoord.
Denk even na, docent geeft random beurten.
Daarna gaan we oefenen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat geeft het signaalwoord 'dus' aan?
Als niemand komt, heb ik dus voor niets gewacht.
A
Doel - middel
B
Reden of verklaring
C
Samenvatting
D
Conclusie

Slide 10 - Quizvraag

Wat geeft het signaalwoord echter aan?
Echter er is geen probleem, ik had nog genoeg te doen.

A
Doel - middel
B
Oorzaak - gevolg
C
Tegenstelling
D
Tijdaangevend

Slide 11 - Quizvraag

Wat geven de signaalwoorden 'met andere woorden' aan?
Met andere woorden,ik ben mijn tijd goed doorgekomen.
A
Conclusie
B
Doel - middel
C
Reden of verklaring
D
Toelichting of uitleg

Slide 12 - Quizvraag

Welke 2 alineaverbanden met signaalwoorden zie je? 
Gisteravond was ik alleen thuis. Ik dacht "Ik maak er een feestje van". Eerst heb ik mijn vrienden uitgenodigd, daarna heb ik pizza besteld en zijn we gaan netflixen. 
Als er niet genoeg eten en drinken is, wordt het niet gezellig, daarom had ik nog snel wat chips gekocht. 

Slide 13 - Tekstslide

afsluiten
Hoe was deze les?
Wat heb je gedaan? 
Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Tekstsoort
Tekstdoel
Informeren
Instrueren
Overtuigen
Overhalen
Amuseren
Advertentie
Handleiding
Verhaal
Krantenartikel
Column

Slide 16 - Sleepvraag

Welke tekstsoort, hoort bij welk tekstdoel?
Overhalen
Informeren
Overtuigen
Instrueren
Amuseren
Verhaal
Handleiding
Krantenartikel
Column
Advertentie

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is dit voor tekstsoort?

Slide 18 - Open vraag

Wat is dit voor tekstsoort?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
instructeren
D
amuseren

Slide 20 - Quizvraag

Een reclame of advertentie heeft als belangrijkste tekstdoel ...
A
overtuigen
B
overhalen
C
amuseren
D
informeren

Slide 21 - Quizvraag

Welke vragen kun je bij een tekst stellen met de theorie die we tot nu toe besproken hebben?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Geheugen opgefrist?
                                                                  Weten jullie weer hoe het ook                                                                          alweer zat met de verbanden en                                    signaalwoorden?
                                                                  En ook met de tekstsoorten en                                                      (bijbehorende) doelen?

Met andere woorden: Heb ik het goed uitgelegd?

Slide 24 - Tekstslide

Volgende les
- Onderwerp en hoofdgedachte
- Doel inleiding en slot
- Feiten en meningen
- Tussenkopjes (plaatsen)
- Woordenschat

Tijd over: Kruiswoordpuzzel!

Slide 25 - Tekstslide