13.6 - Gaswisseling bij dieren
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Astma
A
Longblaasje vermeerderen zich in sneltempo
B
De slijmvliezen in de luchtwegen zijn verdikt
C
Longblaasjes gaan stuk
D
De luchtpijpringen zijn stuk
Slide 3 - Quizvraag
COPD:
A
Is te genezen
B
Gaat vanzelf over
C
Heb je tot je dood
D
Geen van allen is juist
Slide 4 - Quizvraag
Wat is smog?
A
Een energiebron
B
Rook uit sigaretten
C
Mist
D
Luchtvervuiling door rook en gas
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Waarmee haalt een kip adem?
A
Longen
B
Kieuwen
C
Tracheeën
D
Huid
Slide 7 - Quizvraag
Zet de organen in de juiste volgorde
Lucht gaat het lichaam in
Gaswisseling
Neusholte
Longblaasjes
Keelholte
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Luchtpijp
Slide 8 - Sleepvraag
Bij dit dier vindt gaswisseling via de longen en de huid
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Welke organismen gebruiken stigma's bij de ademhaling?
A
Eencelligen
B
Zoogdieren
C
Insecten
D
Vissen
Slide 10 - Quizvraag
Waarom zijn tracheeën sterk vertakt?
A
Hierdoor hoeft de insect zijn achterlijf niet te bewegen
B
Hierdoor kan er langzaam gaswisseling plaats vinden
C
Hierdoor hebben de tracheeën een groter oppervlakte
D
Hierdoor hoeft er geen lucht ververst te worden
Slide 11 - Quizvraag
Bij dit dier vindt gaswisseling plaats via.......
A
Kieuwen
B
Longen
C
Tracheën
D
Huid
Slide 12 - Quizvraag
Wat wordt er uitgewisseld bij gaswisseling bij dieren?
A
Water en koolstofdioxide
B
Zuurstof en water
C
Koolstofmonoxide en zuurstof
D
Zuurstof en koolstofdioxide
Slide 13 - Quizvraag
Wat zijn tracheeën?
A
Kleine openingen in bladeren
B
Buisjes die zuurstof naar de cellen brengen
C
Kieuwplaatjes in een kiew
D
Een type insecten
Slide 14 - Quizvraag
Gaswisseling in kieuwen.
Gaswisseling alleen in longen.
Gaswisseling in tracheeen.
Gaswisseling ook via de huid.
Slide 15 - Sleepvraag
slijmvlies aan de binnenkant van de neusholte
verversen van lucht in de longen
organen waarmee alle zoogdieren ademhalen
opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
zij zorgen dat door beweging het slijm naar de keelholte wordt vervoerd
haren in de neus die grote stofdeeltjes tegenhouden
neusslijmvlies
ademhaling
longen
gaswisseling
trilharen
neusharen
Slide 16 - Sleepvraag
Rode bloedcellen geven ................................. af.
Rode bloedcellen nemen...................op.
Dit noemen we.............................in de long.
Zuurstofrijk bloed wordt vervolgens naar alle.....................vervoerd.
De koolstofdioxide verlaat het lichaam via de..........................
Zuurstof
Longen
Koolstofdioxide
Lichaamsdelen
Gaswisseling
Slide 17 - Sleepvraag
Onderdeel A heet...
A
Trachee
B
Stigma
