T3 Basis beeldende begrippen

 T3 Basis beeldende begrippen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

 T3 Basis beeldende begrippen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Ruimte
Dit beeldaspect gaat over HOE er 
RUIMTE (of diepte) ontstaat in het 
kunstwerk. Bijvoorbeeld hoe het 
komt dat je diepte ziet in dit kunstwerk. 
(Dit beeldaspect gaat dus NIET over 
de ruimte  als het heelal of een kamer)

Slide 3 - Tekstslide

Ruimte:
Ruimtelijk - Ruimtesuggestie
Afsnijding - Overlapping - verkleining - verkorting
Lijnperspectief - horizon - verdwijnpunt
Doorkijk  - coulissewerking
Atmosferisch perspectief
Standpunt 
Kikkerperspectief - ooghoogte - vogelperspectief

Slide 4 - Tekstslide

Beeldaspect RUIMTE:​
  • Een beeldhouwwerk is 3-dimensionaal, je kunt er omheen lopen, begrenzing is hoe het eindigt b.v door wanden
  • Schilderijen, foto's en tekeningen zijn plat, 2-dimensionaal, begrenzing is de rand of  kader. 
  • Toch kan het lijken alsof er ruimte is in een 2-dimensionaal werk. Dit noem je ruimtesuggestie.​ 

Om ruimte in een plat vlak te suggereren heb je allerlei 'trucjes’.​ ​

Slide 5 - Tekstslide

RUIMTE suggestie (Het lijkt alsof het ruimtelijk is) : 

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende manier om iets RUIMTELIJK te laten lijken:
Door 
  • afsnijding
  • groot-klein 
  • atmosferisch perspectief
wordt diepte gesuggereerd

Slide 7 - Tekstslide

Overlapping.                    Afsnijding

Slide 8 - Tekstslide


Plasticiteit; 
door licht en schaduw wordt ruimtelijkheid gesuggereerd

Slide 9 - Tekstslide

Welke manier is hier gebruikt om ruimte en diepte te laten zien?
A
afsnijding
B
typografie
C
overlapping
D
compositie

Slide 10 - Quizvraag

Verkleining
Alles op de voorgrond is groot getekend en op de achtergrond klein.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Coulissenwerking
Aan de zijkanten van een tekening of schilderij zijn vormen geplaatst waar je langs kijkt naar achter toe.

Zoals de coulissen op een toneel of plaatjes in een kijkdoos.

Slide 13 - Tekstslide

Coulissewerking
Aan de zijkanten van een tekening of schilderij zijn vormen geplaatst waar je langs kijkt naar achteren toe.
Zoals de coulissen aan de zijkanten van een toneel, of zoals de werking van een kijkdoos. 


Slide 14 - Tekstslide

Kleurperspectief
Door het gebruik van warme kleuren op de voorgrond en koude kleuren op de achtergrond krijg je meer diepte in je werk.

Slide 15 - Tekstslide

Welke vorm(en) van
ruimtesuggestie
herken je?
A
Achtergrond
B
Groot-klein
C
Overlapping
D
Kleurperspectief

Slide 16 - Quizvraag

Atmosferisch perspectief

Door middel van kleurverloop ontstaat diepte. Perspectief dat te maken heeft met 'vervaging'

Slide 17 - Tekstslide

Scherptediepte 
met vervaging ook ruimte in het platte vlak

Slide 18 - Tekstslide

Groot voor, klein achter                        
Afsnijding
Overlapping 
Scherpte, diepte                        
SLEEP DE TEKST OP HET JUISTE PLAATJE

Slide 19 - Sleepvraag

Lijnperspectief
éénpuntsperspectief en tweepuntsperspectief verdwijnpunt(en) en horizon

Slide 20 - Tekstslide

Hiernaast ontstaat ruimte door:
A
lijnperspectief
B
de voorstelling
C
licht-donker
D
groot <=> klein

Slide 21 - Quizvraag

Verkorting
Verkorting ontstaat wanneer een lange vorm naar de toeschouwer gericht is en daardoor korter lijkt dan hij in werkelijkheid is.

Slide 22 - Tekstslide

Kikkerperspectief
Je kijkt van laag naar hoog. Iets lijkt daardoor groot en machtig. 
Vogelperspectief
Je kijkt van hoog naar laag. Iets lijkt daardoor klein. 
Ooghoogte
Dit is een neutraal standpunt; je kijkt recht vooruit en bent op gelijke hoogte. 
Standpunten

Slide 23 - Tekstslide

Welk aspect van het beeldaspect ruimte zie je hier?
A
plasticiteit
B
scherptediepte
C
vervaging
D
kikvorsperspectief

Slide 24 - Quizvraag