Knor

KNOR
Primair onderwijs (groep 5-8)
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilmeducatieBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Deze filmles is voor de bovenbouw van het primair onderwijs. De les gaat in op de filmische middelen die een filmmaker gebruikt om zijn verhaal te vertellen. Deze les is gericht op de vaardigheden die vastgelegd zijn in de Doorlopende Leerlijn Film die ontwikkeld is door het Netwerk Filmeducatie (filmeducatie.nl). We werken aan de hand van vijf vaardigheden: 1. Beleven: de leerling exploreert met een open blik de wereld van film en filmcultuur. 2. Verwoorden: de leerling leert de eigen waarneming bewust en doordacht te verbinden aan (emotief en in toenemende mate technisch) taalgebruik. 3. Onderzoeken: door gericht te kijken en te luisteren onderzoekt en analyseert de leerling de middelen en technieken die de filmmaker heeft ingezet om een concept in bewegend beeld en geluid uit te drukken, een verhaal te vertellen en ideeën, gevoelens en gedachten vorm te geven. 4. Reflecteren: de leerling leert de taal van de eigen waarneming te verbinden aan het onderzoek en weet de film te interpreteren en te waarderen. 5. Creëren: de leerling ontwikkelt een artistiek-creatief vermogen door vanuit de verbinding tussen de eigen belevingswereld en professioneel gemaakte films een filmidee te bedenken en uit te voeren. Een aantal van deze vaardigheden worden expliciet benoemd in de lessen, anderen zijn verwerkt in de opdrachten en vragen.

Instructies

De leerdoelen van deze les zijn:
  • De leerling benoemt de verschillende manieren waarop een medium een verhaal kan vertellen (boek en film)
  • De leerling benoemt het effect van geluid 
  • De leerling leert over de beginselen van film: cameravoering
Print de instructies voorafgaand aan de les uit. Wanneer je tijdens de les op ‘toon notities’ klikt kunnen de leerlingen dit namelijk ook zien.

Onderdelen in deze les

KNOR
Primair onderwijs (groep 5-8)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Vraag)opdracht
Extra informatie
Tip
Kijken

Slide 2 - Tekstslide

Legenda: 
Waar staan de iconen voor, hoe werkt deze les? Klik in de volgende dia's op de iconen voor uitleg.
Ik heb de film nog niet gekeken
Ga naar de volgende slide
Ik heb de film gekeken
Ga naar de slide met "Verwoorden"

Slide 3 - Tekstslide

De kinderen krijgen nu de eerste tien minuten van KNOR te zien.

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Bij verwoorden gaat het er om dat leerlingen leren stilstaan en woorden koppelen aan de gevoelens die omhoog komen door het kijken naar film. 
Wat vond je van de film?
Wat voelde je bij het kijken van deze film?
Wat dacht je bij het kijken van deze film?

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden
  • Leerlingen geven hun mening over de film
  • Leerlingen verwoorden hun emoties bij de film (bang, blij, verbaasd,  verdrietig etc.). Probeer hierbij ook veel leerlingen een beurt te geven. 
  • Leerlingen verwoorden hun gedachten die opkomen door deze film 
Onderzoeken
Bekijk het volgende fragment.

Slide 7 - Tekstslide

Bij onderzoeken gaat het er om dat leerlingen leren onderzoek te doen naar welke filmische middelen er door de filmmaker zijn gebruikt om een verhaal te vertellen. 
Filmische middelen zijn bijvoorbeeld: camera, geluid, muziek, montage, kostuum, etc. 

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dit was het begin van de film. Weet je dan al WAT voor soort film het gaat worden?
Wat kon je allemaal horen?
Bekijk het volgende fragment.

Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden

  • Meerdere antwoorden mogelijk!
  • De openingsscène zet de kijker misschien op het verkeerde been. Doordat je alleen geluiden hoort (geroezemoes van publiek en een presentator) heb je nog geen idee wat voor soort film je gaat zien, wie de hoofdrol speelt of hoe de film eruitziet.
  • Door de getekende, wiebelende letters van de credits krijg je misschien wel al het idee dat het geen serieus drama wordt.

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet nu pas wat voor soort film je gaat kijken. Weet je hoe deze vorm of techniek heet?
Hoe kun je zien dat dit stukje van het verhaal zich in het VERLEDEN afspeelt?
Bekijk het volgende fragment.

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden
  • Meerdere antwoorden mogelijk!
  • Knor is een speciale animatiefilm: stop-motion. Bij Knor worden daarvoor poppen gebruikt.
  • Door de vale kleuren en het vierkantige kader (televisies hadden vroeger een  vierkant beeldscherm), en doordat de presentator en de slagers er later in de film ouder uitzien. In de tv-uitzending zitten ook wat storing waardoor het lijkt dat de videoopname versleten is.
Aan welke dingen kon je zien dat het verhaal zich in Nederland afspeelt?
Kon je ook HOREN dat Knor een Nederlandse film is?
Stop Motion
Stop Motion wordt meestal voor korte films gemaakt. Knor is de 1ste lange Nederlandse stop-motionfilm aller tijden. Uniek dus!
Bekijk het volgende fragment.

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden
  • Meerdere antwoorden mogelijk!
  • Aan de decors/achtergronden: typische Nederlandse huizen en daken en straten met een stoep en paaltjes (en hier en daar een kliko of fiets)
  • Aan de teksten, bijvoorbeeld op vlaggen en kraampje, op de poster en op de bokaal.
  • Oranje vlaggetjes en ballonnen
  • Je kunt het niet horen, want ook animatiefilms uit het buitenland worden nagesynchroniseerd met Nederlandse stemmen.

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Boekverfilming
Hoewel boeken en films allebei een verhaal vertellen, doen ze dat op andere manieren.
Als je alleen al kijkt naar de filmposter en de boekomslag, welke verschillen vallen je dan op?
Wat zijn de grote verschillen tussen films en boeken?
Waar hou jij zelf meer van: van films of van boeken? En waarom?

Slide 14 - Tekstslide

Antwoorden
  • Meerdere antwoorden mogelijk
  • Bijvoorbeeld: Het voorkant van het boek is getekend, lijkt op een spannende scène uit het verhaal en verraadt al heel wat over de hoofdpersonen. De filmposter ziet er liever en schattiger uit.
  • Bijvoorbeeld: boeken zijn geschreven (of getekend) en films zijn bewegend beeld met geluid; boeken beschrijven gevoelens en films laten dit vaak met een camerashot zien in plaats van het uit te spreken; boeken kunnen veel tijd nemen om een ruimte te omschrijven, terwijl je in film vaak in één shot moet kunnen zien waar de scène plaatsvindt.
  • Eigen antwoorden
Worstjes groeien niet aan een boom of ergens onder de grond. Worstjes worden gemaakt van varkens. Dat is nu eenmaal zo. Slagers met hagelwitte mutsen en vlijmscherpe messen gooien stukken varken aan de bovenkant in hun worstmolens, en dan floepen daar van onderen slierten worstjes uit. Verse worstjes in glibberige koeiendarmen. O, wat een enge machines zijn dat. Stel dat je vingers daar per ongeluk in terechtkomen. Of je hele hand! Dan krijg je worstjes van je eigen vlees! Maar dat gebeurt gelukkig bijna nooit.


Lees de eerste bladzijde van het boek.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zouden de filmmakers een ander begin hebben verzonnen?
Welk begin vind jij beter?

Slide 16 - Tekstslide

Antwoorden
  • Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: het begin van de film is spannender; het laat zet direct de wedstrijd neer. Of het boek begint lekker gruwelijk, de film wat braver.
Hoe is de film precies gemaakt?
Valt je iets bijzonders op als je de twee gezichten van de slagers vergelijkt?
Hoe groot denk je dat deze figuren in het echt zijn?

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden
  • Door heel veel foto's die steeds iets van elkaar verschillen achter elkaar te plakken
  • De slager rechts heeft als enige figuur in de hele film een geanimeerde kaak (alle andere figuren hebben opplakmondjes). Daardoor ziet hij er meteen anders uit dan de rest.
  • Eigen antwoord/gok
Mascha Halberstad 'regisseert' haar acteurs
De filmset
Hoe maak je een stop motion film?
Welke

Slide 18 - Tekstslide

Soort film (techniek): stop motion animatie

Hier zie je hoe regisseur Mascha Halberstad 'animeert'.

Ze maakt een foto, beweegt dan een hand een heel klein beetje en maakt weer een foto. Dan beweegt ze de hand iets verder, maakt weer een foto. En als je dat heel vaak doet, lijkt het net of de hand beweegt.
 
Regisseur Mascha Halberstad is gespecialiseerd in animatie. Haar filmset is een stuk kleiner dan die van een 'gewone' speelfilm. En de 'acteurs' zijn maar twintig centimeter hoog!
Storyboard
Een animatie (of een film met
Weet je wat een storyboard is?
Waarom zou je een storyboard maken?
Je gaat nu kijken naar de ANIMATIC (zo heet het geanimeerde storyboard)

Slide 19 - Tekstslide

Antwoorden
  •  Een storyboard is de film uitgetekend in schetsvorm, als een soort stripverhaal
  • Een storyboard is een hulpmiddel voor de filmmakers om te zien waar de camera moet staan, welke stukken decors gebouwd moeten worden. Zeker bij kostbare of ingewikkelde opnames is het een goede manier om te kijken of de scène zoals bedacht echt 'werkt'.

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat viel je op aan dit bewegende storyboard?
Zag je veel verschillen met de uiteindelijke animatie?
Let in het volgende fragment goed op de manier waarop  wordt gefilmd

Slide 21 - Tekstslide

Antwoorden
  • Eigen antwoorden, meerdere mogelijk!
Hoeveel foto's (of 'frames') heb je nodig voor 1 seconde Knor?
Knor-animator Jasper laat zien hoe je zelf een animatie kunt maken.
Waar moet je allemaal op letten bij het maken van een stop motion film?

Slide 22 - Tekstslide

Antwoorden
  • De meeste speelfilms (dus met echte beelden) bestaan uit 24 beeldjes per seconde. Bij animatie is dat meestal 12 beeldjes per seconde. Dat is ook omdat de 'gewone' beeldsnelheid dus meteen 2x zoveel werk zou betekenen!
  • Voor scènes met veel actie en snelle camerabewegingen zijn bij Knor wel 24 beeldjes per seconde gebruikt. Dan ziet het beeld er soepel uit, anders kan het lijken alsof de film stottert.
  • Je moet letten dat de bewegingen netjes op elkaar volgen, maar ook dat er niet te grote verschillen zijn in belichting en camerabewegingen.
  • Eigen antwoorden.

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Reflecteren

Slide 24 - Tekstslide

Bij de vaardigheid reflecteren gaat het er om dat leerlingen zich leren te verhouden tot de film en de boodschap van de film 
Kan Knor alleen als animatiefilm worden gemaakt?
Wat is volgens jou de boodschap van het verhaal?
Zou het een andere film zijn geweest als het niet met stop-motionpoppen, maar bijvoorbeeld met computeranimatie of tekeningen was gemaakt?

Slide 25 - Tekstslide

Antwoorden
  • Eigen antwoord
VERVOLGLES

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Creëren

Slide 27 - Tekstslide

Bij de vaardigheid creëren gaat het om de ontwikkeling van het artistiek creatief vermogen van de leerling
Special effects
Hoe animeer je poep? Animator Jasper verklapt het geheim! Kijk maar!

Slide 28 - Tekstslide

Antwoorden
  • Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Het is minder saai als niet iedereen hetzelfde is, OF mensen die 'anders' zijn, zijn niet overal welkom, maar als je elkaar te leren begrijpen maken de verschillen niets uit
  • Eigen antwoord
  • Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ja, want dan heb je veel om over te praten omdat je dezelfde dingen leuk vindt. OF Nee, want je kan ook van elkaar leren als je niet dezelfde dingen leuk vindt.
  • Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: De familie van Michiel is heel netjes, en die van Billy niet. Beide families geven veel om hun kinderen.
  • Eigen antwoord

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: maak zelf een vies special effect

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht voor vervolgles of als huiswerk

Dat kunnen leerlingen op alle mogelijke manieren doen: tekenen, kleien, of animeren. Voor dat laatste zijn er voor iPads of voor smartphones eenvoudige apps, zoals Stop Motion Studio.
Kijktip

Slide 31 - Tekstslide

Bij de vaardigheid creëren gaat het om de ontwikkeling van het artistiek creatief vermogen van de leerling
Kijk op klokhuis.nl naar de aflevering en het bezoek aan de studio

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dat was het. Tot KNOR!

Slide 33 - Tekstslide

Bij de vaardigheid creëren gaat het om de ontwikkeling van het artistiek creatief vermogen van de leerling