Passend kleden

• Verzorging
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Les 5:  

Passend kleden, kledingmaten en etiketten

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook / laptop 

       Start je Chromebook / laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

 

      

Terugblik vorige les   

- Hartslag in rust en actief

- Waarom is bewegen goed voor je gezondheid?

Wat ga je leren vandaag

Aan het einde van de les kun je: 

1. Uitleggen welke kleding en presentatie passen bij welke gelegenheid en bij welk werk

2. De verschillende kledingmaten benoemen en weet je je eigen maat te vinden

3. De functies van werkkleding benoemen

4. Voorbeelden noemen van beschermingsmiddelen 

5. Uitleggen wat een kleding etiket is en wat je ermee kunt

Je passend kleden waar denk je dan aan?

Passend kleden

Kleed je passend bij: de gelegenheid, het weer/seizoen, het bedrijf waar je werkt of stage loopt. 

Uiteraard zorg je er ook voor dat je er verzorgd uitziet!

Je bent tenslotte een voorbeeld voor je klanten/gasten: een visite kaartje 

Dus geen kapotte kleding, gaten in je kleren, een super kort rokje, een diep decolleté, hakken, dure jurk of een hemdje dat je buik bloot laat of een blouse met een knoop eraf.

Wat wel: praktische kleding waarin je je vrij kunt bewegen, kleding die heel is en schoon en fris ruikt

Quiz vragen

Over passende kleding

Kleding keuze vanmorgen.

1. Ik twijfelde veel.
2. Ik koos snel.
3. Ik koos wat ik mooi vond
4. Mijn moeder legt mijn kleding klaar

Is dit verzorgde kleding?

1. ja
2. nee

Bij welke gelegenheid past deze kleding?

1. avondje thuis op de bank
2. een feest
3. een sollicitatiegesprek

Bij welke gelegenheid past deze kleding het beste?

1. avondje thuis op de bank
2. een feest
3. kantoor
4. een sollicitatiegesprek

Bij welk seizoen past deze
kleding?

1. zomer
2. lente
3. herfst
4. winter

Welke kleding kun je dragen naar je stage?

1. korte broek
2. werkkleding
3. een lange broek en shirt
4. krop top

Netjes 

                         Gekreukt

Opdracht

Zoek op internet 4 afbeeldingen van kleding die jij passend vindt om te dragen op stage/werk.

En 4 afbeeldingen die jij ongeschikt vindt.

Kledingmaten

Kleding moet goed zitten/passen. Trek dus geen kleding aan die veel te groot of te klein is.

Je hebt kledingmaten in letters en cijfers.

De maten zijn niet in elk land hetzelfde. 

Kledingmaten

S = Small

M = Medium

L = Large

XXL = Extra, Extra                     Large 

XL = Extra Large

Kleding, schoenen en etiketten

De maat vind je op het etiket in het kledingstuk                     

Waar in kleding kan je de maat/het etiket vinden?

Wat is jou maat bovenkleding en onderkleding, weet jij dat?

Hicham heeft maat 176. welk maat in letters heeft hij? 

Madelief heeft maat 158. Welke maat in letters heeft zij?

EUR=Nederlandse maat             UK=Engeland

                                         US=America

De schoenmaat vind je onder op de zool of binnenin de schoen

Schoenmaat

Filmpje Legerkleding

https://schooltv.nl/video/het-klokhuis-legerkleding/

Zoek op internet verschillende functies van werkkleding

De 4 functies van werkkleding:

1. Bescherming/veiligheid:

Bijvoorbeeld tegen vuil, schadelijke stoffen, hitte of water of dat je aangereden wordt.

2. Uitstraling/visite kaartje:

Alle werknemers dragen kleding met hetzelfde logo. Zo zorgen ze ervoor dat ze allemaal de zelfde uitstraling hebben 

3. Herkenbaarheid/ zichtbaar/ professioneel:

Zoals bijvoorbeeld een kok, een bakker, de politie of de brandweer. Door hun uniform weet je welk werk ze doen

4. Hygiënisch

   Jezelf presenteren op je stage/werk

1. Hoe kijk je?

2. Klopt je houding bij wat je zegt?

3. Is het volume passend bij wat je zegt?

4. Welke woorden gebruik je wel / niet?

           5. Hoe sta je erbij (houding) --> kleding, spullen, kauwgom?

Visitekaartje

Omdat je het visitekaartje van het bedrijf bent moet je letten op: 

- verzorgd uiterlijk  (haar, nagels, make- up, kleding, luchtjes)

- kleding (passend bij het bedrijf)

- passend taalgebruik

- vriendelijkheid (jouw indruk blijft hangen bij de klant)

- houding

- geen kauwgum in je mond

- geen telefoon op zak 

Etiketten in kleding

In elk kledingstuk vind je een etiket wat informatie geeft.

We kennen 4 soorten etiketten

Was etiket/ onderhoudsetiket

Hoe moet ik het wassen en drogen

Samenstellingsetiket

Dit vertelt iets over de stof waarvan het gemaakt is

Merk etiket

Van welk merk is het kledingstuk

Maat etiket

Welke maat het kledingstuk heeft

Les afsluiting

Les doelen behaald?

Welk cijfer geef je jezelf en waarom?

Hebben 

Wat ga je leren vandaag

Kun je: 

1. Uitleggen welke kleding en uiterlijke presentatie passen bij welke gelegenheid en bij welk werk

2. De verschillende kledingmaten benoemen en kun je je eigen maat vinden

3. De 4 functies van werkkleding benoemen

4. Voorbeelden noemen van beschermende kleding/ middelen

5. Uitleggen welke 4 soorten etiketten er zijn en wat je ermee kunt

Nu jij

Kijk in je trui of t-shirt en zoek het etiket (mag ook van de persoon naast je)

Teken je etiket na en leg uit wat er in jou etiket staat

Leertoets

Kleding verzorgen

Programma wasmachine

Stoffen

Je hebt bijvoorbeeld de volgende stoffen:

• bedtextiel: beddengoed, zoals lakens, slopen en dekbedhoezen.
• badtextiel: handdoeken, washandjes en badjassen.
• keukentextiel: theedoeken, keukenhanddoeken en vaatdoeken.
• kleding.

Wat betekent sorteren?

Wasgoed sorteren

Sorteren betekend: soort bij soort doen.

Wasgoed sorteer je meestal op kleur of temperatuur. Ook heb je kleding stukken die je kan sorteren op speciale behandeling. Je bekijkt het wasgoed stuk voor stuk, je checkt de behandelingsetiketten en je maakt verschillende stapeltjes.

Wasmiddelen

Er zijn verschillende soorten wasmiddelen:

• waspoeder
• vloeibare wasmiddel
• tabletten
• capsules

Speciale wasmiddelen

Voor de fijne was en de handwas bestaan speciale wasmiddelen. Ook zijn er wasmiddelen voor de bonte was en de witte was.

 Op de verpakking staat voor welke was het wasmiddel is.

Belangrijke 'was' check 

De was is gesorteerd, de was kan bijna de wasmachine in. Maar je moet altijd een paar belangrijke dingen controleren:

• zijn alle ritsen dicht?
• zijn de knopen open?
• zijn de zakken leeg gemaakt?
• is de bonte was binnenstebuiten gekeerd?
• is alle klittenband dichtgemaakt?
• zijn de moeilijke vlekken ingespoten of ingesmeerd met vlekkenoplosmiddel