10.3 Hoeken berekenen met goniometrie (veel interactief)
Welkom
Hoeken berekenen met goniometrie
Leg je spullen alvast klaar:
Boek, schrift, rekenmachine,
smartphone
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom
Hoeken berekenen met goniometrie
Leg je spullen alvast klaar:
Boek, schrift, rekenmachine,
smartphone
Slide 1 - Tekstslide
Voorkennis
Wat weet je al?
Slide 2 - Tekstslide
Plaats S O A bij de juiste zijde. Daarna bepaal je of je de tangens, cosinus of sinus nodig hebt om dit op te lossen?
Schuif het goede antwoord naar de juiste plek.
WEL nodig:
NIET nodig
S
O
A
Sinus
Tangens
Cosinus
Slide 3 - Sleepvraag
Plaats S O A bij de juiste zijde. Daarna bepaal je of je de tangens, cosinus of sinus nodig hebt om dit op te lossen?
Schuif het goede antwoord naar de juiste plek.
WEL nodig:
NIET nodig
S
O
A
Sinus
Tangens
Cosinus
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Open vraag
Lesdoelen
Je leert met goniometrie de hoeken uit te rekenen van een rechthoekige driehoek.
Je leert welke 2 zijdes nodig zijn voor tangens, cosinus en sinus.
Slide 7 - Tekstslide
Uitleg theorie
Slide 8 - Tekstslide
Je kan het!
Enkele oefeningen...
Slide 9 - Tekstslide
Plaats S O A bij de juiste zijde. Daarna bepaal je of je de tangens, cosinus of sinus nodig hebt om dit op te lossen?
Schuif het goede antwoord naar de juiste plek.
WEL nodig:
NIET nodig
S
O
A
Sinus
Tangens
Cosinus
Slide 10 - Sleepvraag
Welke berekening is de juiste om de hoek uit te rekenen?
A
?=tan−1(610)
B
?=tan(610)
C
?=tan−1(106)
D
?=tan(106)
Slide 11 - Quizvraag
Hoe groot is de hoek?
A
?=59°
B
?=31°
C
?=37°
D
?=53°
Slide 12 - Quizvraag
Plaats S O A bij de juiste zijde. Daarna bepaal je of je de tangens, cosinus of sinus nodig hebt om dit op te lossen?
Schuif het goede antwoord naar de juiste plek.
WEL nodig:
NIET nodig
S
O
A
Sinus
Tangens
Cosinus
Slide 13 - Sleepvraag
Welke berekening is de juiste om de hoek uit te rekenen?
6
A
?=tan−1(610)
B
?=tan(610)
C
?=tan−1(106)
D
?=tan(106)
Slide 14 - Quizvraag
Hoe groot is de hoek?
6
A
?=59°
B
?=31°
C
?=37°
D
?=53°
Slide 15 - Quizvraag
Plaats S O A bij de juiste zijde. Daarna bepaal je of je de tangens, cosinus of sinus nodig hebt om dit op te lossen?
Schuif het goede antwoord naar de juiste plek.
WEL nodig:
NIET nodig
S
O
A
Sinus
Tangens
Cosinus
Slide 16 - Sleepvraag
Welke berekening is de juiste om de hoek uit te rekenen?
A
?=sin−1(612)
B
?=sin(612)
C
?=sin−1(126)
D
?=sin(126)
Slide 17 - Quizvraag
Hoe groot is de hoek?
A
?=60°
B
?=30°
C
?=27°
D
?=63°
Slide 18 - Quizvraag
Plaats S O A bij de juiste zijde. Daarna bepaal je of je de tangens, cosinus of sinus nodig hebt om dit op te lossen?
Schuif het goede antwoord naar de juiste plek.
WEL nodig:
NIET nodig
S
O
A
Sinus
Tangens
Cosinus
Slide 19 - Sleepvraag
Welke berekening is de juiste om de hoek uit te rekenen?
A
?=cos−1(1012)
B
?=cos(1012)
C
?=cos(1210)
D
?=cos−1(1210)
Slide 20 - Quizvraag
Hoe reken je hoek A uit?
A
Sinus
B
Cosinus
C
Tangens
D
Pythagoras
Slide 21 - Quizvraag
Om in de driehoek hiernaast hoek B te berekenen kun je zijde AC en BC gebruiken. AC is de zijde en BC is de zijde. Hoek B bereken je door gebruik te maken van .