H3 Aanpassen of overleven: Vraag 2

De prehistorie 
H3 AANPASSEN OF UITSTERVEN: vraag 2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

De prehistorie 
H3 AANPASSEN OF UITSTERVEN: vraag 2

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 2

Waardoor is de mens mens geworden?
LWB p. 30-33


Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 2
Ga na hoe de leefomgeving van de voorouders van de mens veranderde.


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Ingrijpende klimaatswijziging
  • Ca. 8 miljoen jaar geleden was er een warm en vochtig klimaat in Afrika. Het landschap bestond uit tropisch regenwoud.
  • Dit regenwoud was een fijne leefomgeving voor chimpansees die daar in de bomen leefden en voedsel vonden.
  • Ca. 7 miljoen jaar geleden veranderde het klimaat en waren er in Afrika veel vulkaanuitbarstingen. 
  • Door de branden en de aswolken en het verminderen van neerslag (de wolken konden niet over de bergen) verdween in Oost-Afrika het regenwoud en dit maakte plaats voor savanne.
  • In West-Afrika kende men nog steeds regenwoud.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 3

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

  • Welke aapachtigen stierven op de savanne uit?
  • De aapachtigen die op handen en voeten liepen.
  • (makkelijke prooi voor roofdieren, aapachtigen die op achterste poten liepen konden uitkijken voor gevaar)

Slide 9 - Tekstslide

Voordelen rechtop lopen
  • kunnen uitkijken voor gevaar minder energieverbruik
  • verder weg kunnen op zoek naar voedsel
  • werktuigen en wapens in handen dragen
  • hersenen kunnen groeien want hoofd staat in evenwicht op lichaam

Slide 10 - Tekstslide

Wat betekent reconstrueren?
= Iets in de oorspronkelijke staat proberen te herstellen. Iets proberen na te maken zoals het eruit zag.

Slide 11 - Tekstslide

Wat kunnen wetenschappers nog niet met zekerheid reconstrueren als ze alleen maar een schedel, beenderen en kiezen vinden? Sleep de begrippen naar het juiste vak.
Zeker
Niet zeker
beharing
Gelaatsuitdrukkking
gestalte
hersenvolume
huidskleur
neus
kleur ogen
Grootte en vorm oren

Slide 12 - Sleepvraag

De wervelkolom van de australopithecus was geschikt om rechtop te lopen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 4
Ga na waarin latere mensachtigen verschilden van hun voorgangers

LWB p. 32-33

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk video D8 op p.32

Nieuwe vondsten leiden vaak tot discussies onder wetenschappers.
Wat is bewezen en wat blijft hypothese?
Hypothese = iets wat je veronderstelt, maar nog niet bewezen is.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

a) Waarin verschilde de Homo Erectus van de australopithecus en de chimpansee?
 Grotere schedel, minder vooruitgestoken kaak.
b) Wat was er mogelijk dankzij een grotere schedel?
De herseninhoud van de mensachtigen kon groter worden.
c) De Homo Erectus creëerde twee nieuwe hulpmiddelen:
eenvoudige werktuigen en wapens
d) Waarover beschikte de homo Erectus nog, volgens de reconstructietekening?
Vuur

Slide 19 - Tekstslide

Het gebruik van vuur was een belangrijke vernieuwing met grote gevolgen.

Leg het schema uit.

Slide 20 - Tekstslide

HYPOTHESE
BEWEZEN
Doorheen de evolutie vergrootte de herseninhoud van de mensachtigen.
De herseninhoud van de homo erectus wijst erop dat die soort kon denken en praten
De homo erectus kon 750000 jaar geleden vuur maken.
De homo erectus gebruikte 1,5 miljoen jaar geleden al vuur.

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide

BESLUIT

Na miljoenen jaren evolutie verschilt de huidig mens grondig van zijn verre voorouders in de bomen.
Belangrijke verschillen:
  • De mens loopt rechtop.
  • De mens vervaardigt werktuigen en wapens.
  • De mens gebruikt vuur.
  • De mens maakt gebruik van taal.



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide