Degrees of comparison

Degrees of comparison
trappen van vergelijking
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Degrees of comparison
trappen van vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

This woman  is young.                                      This woman is old.
young                                           old
younger                                       older
youngest                                     oldest

Slide 2 - Tekstslide

1. Postive vorm 2. Vergrotende trap 3. Overtreffende trap
1. Adjective (Postive vorm): Normal adjective without comparisson. Voorbeld: (groot) big, (mooi) beaitiful, (snel) fast. 
2. Comparative (Vergrotende Trap): Used to compare two things. You can add er 
groter - bigger
mooier- more beautiful 
sneller- faster
You can also use 'meer' (more)  of 'minder' (less) with longer adjectives. 
3. Superlative (Overtreffende trap): Describe the most of something in comparsion to many things. In Dutch you add -st to the adjective or using 'meest' (most) for longer adjectives. 
- grootst- biggest
mooiest - most beautiful 
snelst- fastest 
meest interessant - most intresting 
meest duur - most expensive 

Slide 3 - Tekstslide

short words:
+ er
+ est
1. Her dress is shorter than mine (Haar jurk is korter dan die van mij) 

2. Which way is the shortest?
(Welke weg is de kortste?)

Slide 4 - Tekstslide

doubling
a cheetah is  a BIG cat.
a leopard is  BIGGER.
a lion is the BIGGEST.
 
1. That is the tallest building in town (Dat is het hoogeste gebouw van de stad) 
1.a. That is a _______ building. 
2.a. That building is ______
than that one. 

Slide 5 - Tekstslide

Y -> ier/ iest
The man in red shorts is UGLY.

The man in brown shorts is UGLIER.

The man in white shorts is UGLIEST.
The film was scarier than yesterdays film. 

(Deze film was enger dan da film van gisteren. )

Slide 6 - Tekstslide

long words:
more ...
most ...
An i-phone is expensive.
A Ferrari is more expensive.
A villa is most expensive.

ex-pen-sive

Slide 7 - Tekstslide

What degrees of comparison do you hear?
Work it Make it Do it Make us ... ... ... ...

Slide 8 - Open vraag

Geef de vergrotende en overtreffende trap van: small-...-...

Slide 9 - Open vraag

Geef de vergrotende en overtreffende trap van: lucky-...-...

Slide 10 - Open vraag

Geef de vergrotende en overtreffende trap van: serious-...-...

Slide 11 - Open vraag

Wat weet jij nu van trappen
van vergelijking

Slide 12 - Woordweb

My house is (big) ...
than yours.

Slide 13 - Open vraag

Who is the (rich) ...
woman on earth?

Slide 14 - Open vraag

This flower is (beautiful)
... than that one.

Slide 15 - Open vraag

This is the ... (bad) pancake on earth! Bleh!

Slide 16 - Open vraag

That is the _______(intresting) film I have ever seen.

Slide 17 - Open vraag

Aan de slag: 
Wat: Alright Unit two Wales: 2.5 Writing opdracht 5,6. 7
Doen: Voltooi de activiteiten
Hoelang: Je krijgt 10 minuten 
Hulp: Als je een vraag hebt, steek dan je hand op.
Klaar: Verstrek Jezelf: Past simple gebruiken. Zorg ervoor dat u opdracht 1,2,3  in 2.5 writing heeft uitgevooerd.
Resultaat: Je kunt in het Engels de woordenschaat en je bent klaar et activiteiten 1 -2. GEEN thuiswerk.

Slide 18 - Tekstslide