Thema 2 Nederlandse gewoonten

KNM Thema 2
Nederlandse gewoonten 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

KNM Thema 2
Nederlandse gewoonten 

Slide 1 - Tekstslide

Intro
1. Wat betekent ‘een gewoonte’?
2. Wat vind jij typisch Nederlandse gewoonten?

Slide 2 - Tekstslide

Lezen 2.1 
Lees de tekst: 2.1 Gewoonten




Slide 3 - Tekstslide

intro: vragen
1. Wat doe je als je te laat bent voor een afspraak?


2. De meeste Nederlanders schrijven hun afspraken in een agenda of in hun telefoon. Doe jij dat ook? Waarom wel of waarom niet?

3. Welke Nederlandse gewoonten vind je goed? Welke vind je raar? Waarom?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Thema 2 Nederlandse gewoonten
Kijk naar de introductiefilm van thema 2.

1. De vrouw kijkt uit het raam. Ze kijkt naar de buren en praat over de buren.
Vind jij dat gewoon? Wat doe jij als je nieuwe buren krijgt?

2. Waarom nodigt de vrouw de buurman uit?



Slide 6 - Tekstslide

Noem dingen die in
Nederland gewoon zijn.

Slide 7 - Woordweb

Regels of gewoonte?
  • Regels: 
    - Staan in de grondwet 
    - Zijn voor iedereen hetzelfde 
  • Gewoonten:
    - Iets wat we 'gewoon doen'. Er is geen regel voor in de wet.

Slide 8 - Tekstslide

Nederlandse gewoonten
Kennen jullie deze gewoonten? Wat vinden jullie ervan?

A. Ik zeg u tegen ouderen, want dat is beleefd. 

Slide 9 - Tekstslide

Nederlandse gewoonten
B. Ik zeg wat ik denk


Slide 10 - Tekstslide

Hoe laat gaan Nederlanders meestal op visite?
A
Om 6 uur 's avonds.
B
Om 7 uur 's avonds.
C
Om 8 uur 's avonds.
D
Nooit, Nederlanders willen liever niet dat je 's avonds langskomt.

Slide 11 - Quizvraag

U nodigt uw buren uit om te komen eten. Wat zegt u?
A
Hebben jullie zin om te wandelen?
B
Vinden jullie het leuk om te komen eten?
C
In welk restaurant willen jullie eten?

Slide 12 - Quizvraag

Er wordt binnenkort een wijkfeest gehouden. De buren vinden het fijn als iedereen helpt met organiseren. Wat zegt u tegen de buren?
A
Ik wil wel helpen. Wat kan ik doen?
B
Ik hoor het wel als alles klaar is.
C
Ik kom alleen als er eten is.

Slide 13 - Quizvraag

U hebt nieuwe buren. Ze maken 's avonds veel lawaai. U kunt niet slapen. U bent al drie keer bij de buren geweest om te praten. Wat kunt u nu het beste doen?
A
Niets, in Nederland mag iedereen herrie maken als hij dat wil.
B
U wordt erg boos en gaat vechten met de buren.
C
U belt de politie en vraagt of ze naar de buren gaan.

Slide 14 - Quizvraag

Wat staat niet in de grondwet?
A
Discriminatie is verboden.
B
Er is vrijheid van meningsuiting.
C
Hindoestaanse scholen zijn verboden.

Slide 15 - Quizvraag

U bent uitgenodigd voor een etentje bij Nederlandse collega's. De afspraak is om 20.00 uur. U krijgt pech met de auto. de reparatie duurt een uur. Wat doet u?
A
U gaat te laat naar het etentje.
B
U belt even. U zegt dat u niet op tijd komt vanwege de autopech.
C
U gaat niet meer en u belt ook niet. U bent toch al te laat.

Slide 16 - Quizvraag

Feestdagen 
- Welke Nederlandse feestdagen ken je? Maak samen een lijst 
- Kijk naar het eerste plaatje in tekst 2.2. Wat zie je? Wanneer eten Nederlanders dit? Heb je het zelf weleens gegeten?

Slide 17 - Tekstslide

Feestdagen 
- Lees de tekst op p. 22

Slide 18 - Tekstslide

werkblad 2.2a
Vul in

Slide 19 - Tekstslide

Feestdagen 
1. Groepjes van drie: Lees eerst je eigen tekst voor 
2. De anderen raden welke feestdag het is
3. Samen bespreken 

Slide 20 - Tekstslide

Het Wilhelmus
1. Heeft jouw land een volkslied?  
Waar gaat het over? 
2. Wanneer zingen mensen in jouw land het volkslied? 

Slide 21 - Tekstslide

2.3 Het Wilhelmus
lees de tekst

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video