Industrie en samenleving

Industrie en samenleving
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Industrie en samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan uitleggen:
  • Wat de industriële revolutie is
  • Hoe de industriële samenleving ontstond
  • Hoe de werk- en leefomstandigheden waren van de arbeiders.

Slide 2 - Tekstslide

Steden
De meeste mensen woonden
Reizen gebeurde
In straten van steden
waren
[..............................]
werden
[..............................]
op het
[..............................]
in een
[..............................]
meestal
[..............................]
meer met de
[..............................]
was het 's nachts
[..............................]
was
[..............................]
In 1800
In 1900
Plaats de woorden op de juiste plek in de tabel.
Gebruik 'De industriële revolutie' (p. 46)
klein
groot
platteland
stad
te voet
trein
pikdonker
verlichting

Slide 3 - Sleepvraag

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken
Industriële Revolutie is:

Slide 4 - Tekstslide

Steenkool en stoom
De industriële revolutie begon in Groot-Brittannië
Ondernemers stichtten daar fabrieken om spullen te maken
Deze maakten ze met stoommachines
Als energiebron gebruikten ze steenkool
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 5 - Tekstslide

Nieuwe producten
Trein
Electrisch licht
Kunstmest
Telefoon

Slide 6 - Tekstslide

Gevolgen van de industrialistatie

  • Huisnijverheid (gedaan door boeren) kan niet meer concurreren tegen de fabrieken.

  • Arbeiders trekken naar de stad: urbanisatie

  • Steden groeien daardoor erg snel

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de kenmerken naar de juiste samenleving
Industriële samenleving
Landbouw samenleving
In steden zijn handel en nijverheid belangrijk
In steden zijn industrie en diensten belangrijk
Meer dan de helft van de bevolking woont in de stad
Meer dan de helft van de bevolking woont op het platteland

Slide 8 - Sleepvraag

Werkomstandigheden
  • Saaaaaaaai (door arbeidsdeling/lopende band)

  • Lange werkdagen (14 uur per dag)
  • Gevaarlijk

  • Geen enkel recht

  • Lage lonen (bij fouten: loon inhouden)

Slide 9 - Tekstslide

Kinderarbeid
  • Goedkope arbeidskrachten

  • Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan

  • Ze zijn goedkoper

  • Hun kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines

Slide 10 - Tekstslide

Woonomstandigheden
  • Slechte woningen (snel gebouwd dus: haastige spoed...)

  • Panden die niet als woning zijn bedoeld (zoals kelderwoningen)

  • Dichtbij fabrieken

  • Slechte hygiëne, riolering en watervoorzieining

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de grote verandering in de Industriële revolutie
A
Van machines naar grotere machines
B
Van handwerk naar stoomkracht
C
Van handwerk naar natuurkracht
D
Van handwerk naar machines

Slide 12 - Quizvraag

Wie waren voor kinderarbeid?
A
Eigenaren van de fabriek
B
kinderen zelf
C
ouders van kinderen
D
leraren

Slide 13 - Quizvraag

Wie waren tegen kinderarbeid?
A
Eigenaren van de fabriek
B
kinderen zelf
C
ouders van kinderen
D
politici die er regels tegen maakten

Slide 14 - Quizvraag

Noteer 3 dingen die je hebt geleerd deze les.

Slide 15 - Open vraag

Wat is er nog niet duidelijk/wat je lastig vindt.

Slide 16 - Open vraag

Huiswerk
Maken 
H3 par 2 opdr. 1 t/m 5 + 7

Slide 17 - Tekstslide