Verklaren dat landen verschillende motieven hadden om mee te doen aan de Eerste Wereldoorlog.
Een antwoord geven op de vraag of een wereldoorlog al dan niet voorkomen had kunnen worden wanneer er met behulp van diplomatie was geprobeerd een oplossing te vinden.
Slide 2 - Tekstslide
Inlevingsopdracht Eerste Wereldoorlog
Opdracht in het kort
Werken in tweetallen
Je krijgt één van de volgende landen toegewezen: Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Rusland, Frankrijk, Groot-Brittannië.
Invullen Word-document en schrijven policy statement
Wat als ... jullie het als diplomaten voor het zeggen hadden?
Informatiebronnen: Deze presentatie, boek, Google of ChatGPT (mits bron bekend)
Voorbeeld: Oostenrijk-Hongarije
Inleveren via Teams -> Opdrachten
Slide 3 - Tekstslide
Inlevingsopdracht Eerste Wereldoorlog
Tweede les
Maak de opdracht af
Vergeet niet de laatste pagina in te vullen
Vertegenwoordig je land goed! Geen maatregelen die tegen de belangen van jouw land in gaan.
Kom naar de docent toe wanneer je niet vooruit kunt of wanneer je er de vorige les niet bij was.
Beide inleveren via Teams, uiterlijk 17.00u
Slide 4 - Tekstslide
Duitse Rijk
Door Napoleon viel het voormalige Heilige Roomse Rijk uit elkaar. Pas in 1871 werden alle Duitse gebieden weer herenigd in één land onder leiding van de Pruisische keizer Wilhelm I. Duitsland wil zich graag bewijzen en haar plek veroveren in de wereldpolitiek. Ze voeren een actief imperialistisch beleid en trekken ook steeds meer macht op het continent naar zich toe. Ze willen niet luisteren, maar zorgen dat er naar hen geluisterd wordt!
Omdat Duitsland pas kort één land is, heeft het nationalisme een sterke invloed op het land. De mensen zijn trots om Duitser te zijn en zij willen dit graag aan de wereld laten zien. Niet voor niets is het nationalisme in Duitsland ontstaan.
Het is voor Duitsland belangrijk om koloniën te verwerven, zowel voor hun machtspositie op het wereldtoneel, maar ook voor de grondstoffen en de afzetmarkt. Duitsland weet drie (grote) kolonieën te bemachtigen in het hedendaagse Namibië, Mozambique en Kameroen.
Oostenrijk-Hongarije
Door huwelijken tussen vorsten en door veroveringen ontstaat in centraal-Europa een groot rijk onder leiding van de Oostenrijkse Habsburgers familie. Het rijk heeft maximaal geprofiteerd van het langzaam uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk (het huidige Turkije), waardoor het de invloed op de Balkan heeft weten uit te breiden.
Het uitbreiden van de invloed op de Balkan (ten oosten van Italië) zorgt voor regelmatige spanningen met Rusland. Zij willen hier namelijk ook graag hun invloed uitbreiden. Dit is een belangrijke reden waarom Oostenrijk-Hongarije hulp zoekt bij Duitsland. Zij vormen samen een bondgenootschap die gezien hun ligging ook wel de 'centralen' wordt genoemd.
Een bron van continue spanning binnen het Oostenrijk-Hongaarse Rijk, is dat er veel verschillende volken binnen het rijk leven. Zo wonen er in het rijk Hongaren, Roemenen, Kroaten, Serven en nog veel meer andere volken. De overheersende bevolkingsgroep zijn de Duitse Oostenrijkers. Oostenrijk-Hongarije wordt dan ook wel een 'veelvolkerenstaat' genoemd. Veel kleine volken willen graag zelfstandigheid, maar het nationalisme van deze groepen wordt sterk onderdrukt. Het enige waar zij aanspraak op kunnen maken, is een kleine mate van zelfbestuur.
Oostenrijk-Hongarije wil graag onderzoek doen op Servisch grondgebied naar aanleiding van de moord op de kroonprins Franz-Ferdinand.
Sarajevo
Moord op de kroonprins (van Oostenrijk-Hongarije) Franz Ferdinand.
Russische Keizerrijk
In Rusland hadden de tsaren al eeuwenlang onbedreigd de macht. Zij hadden hun macht sterk uitgebreid en controleerden ook de Baltische staten (Letland e.d.), Oekraïne, Finland en een groot deel van de Kaukasus. Rusland heeft geen ambities om kolonies te veroveren. Het is een klassieke continentale macht.
Rusland is rond de eeuwwisseling een voornamelijk agrarisch land. Ze lopen mijlenver achter als het gaat om industrialisatie. De bevolking woont met name op het platteland. Het verschil in rijkdom tussen het volk en de elite is groot.
Rusland voelt een sterke verbintenis met de slavische volken op de Balkan. Ze hebben een bondgenootschap met de nieuwe staat Servië. Rusland wil haar invloed op de Balkan graag vergroten, aangezien de Balkan strategisch ligt aan Adriatische kust, met toegang tot de Middellandse Zee. Echter is Oostenrijk-Hongarije hier ook haar invloed aan het vergroten.
In 1812 had Frankrijk onder leiding van Napoleon Rusland nog aangevallen en waren de twee landen grote vijanden. Echter zijn beide landen bang voor de groeiende invloed van Duitsland. Zowel Rusland als Frankrijk zijn bang dat andere landen onder invloed komen te staan van dit nieuwe, grote land. Ze besluiten samen te gaan werken in een bondgenootschap.
Frankrijk
Frankrijk had in de eeuw voorafgaand aan 1914 verschillende staatsvormen gekend. Na Napoleon waren er nog diverse revoluties nodig alvorens Frankrijk definitief een Republiek werd. Doordat Frankrijk politiek gezien niet stabiel was werd Frankrijk als machtigste land van het continent snel ingehaald door andere landen.
Frankrijk raakte in oorlog met de Duitse staten, verenigd onder de grootste Duitse staat Pruisen, over de troonopvolging in Spanje. De Frans-Duitse oorlog werd een enorme vernedering voor Frankrijk. Ze moesten gebied aan Duitsland afstaan (Elzas-Lotharingen). Daarnaast werd de Duitse eenwording officieel in het Paleis van Versailles. Frankrijk was vernederd en niet meer het machtigste land op het continent. Het wilde deze nederlaag graag wreken.
Na de Frans-Duitse oorlog wilden de Fransen graag ereherstel. Om nog mee te tellen in de wereldpolitiek, vond de politiek dat Frankrijk een groot overzees rijk moest hebben. Frankrijk veroverde grote gebieden in Afrika en Azië. Dat moest de Fransen weer trots maken om Frans te zijn.
Voor Frankijk werd duidelijk dat Duitsland de grootste bedreiging vormde voor haar veiligheid. Het besloot een alliantie aan te gaan met zowel Groot-Brittannië als met Rusland. Zo zou Duitsland direct de dreiging hebben van een oorlog op twee fronten.
Britse Rijk
Het Britse Rijk was in de 19e eeuw op het hoogtepunt van haar macht. Na de val van Napoleon hadden ze alleen in Rusland een concurrent op het continent. Daarnaast waren ze veruit de machtigste zeemacht. Groot-Brittannië werd ook wel gezien als de 'politieman van de wereld'. De kolonies strekte zich uit over de hele wereld.
Groot-Brittannië had economisch een grote voorsprong op de rest, omdat de industriële revolutie er begon. Door groeiende vraag naar grondstoffen en afzetmarkten had het Britse Rijk behoefte aan kolonies. De koloniale belangen waren dan ook erg belangrijk.
Groot-Brittannië had regelmatig ruzie met andere landen over de grenzen in Azië en Afrika. Er was namelijk de ambitie om in Afrika een koloniaal rijk te hebben dat van noord- naar zuid liep. Het kwam niet alleen in botsing met Frankrijk, maar ook met Duitsland. Zij wilden namelijk ook een 'plekje onder de zon'.
Duitsland bedreigde de overmacht van Groot-Brittannië op zee. Er kwam een heuse vlootwedloop (wapenwedloop m.b.t. de vloot).
In Duitsland neemt het leger een steeds prominentere plaats in. Overal op straat lopen mannen in uniform. Duitsers zijn trots op het leger. Ze willen graag laten zien dat niet Frankrijk, niet Rusland of Groot-Brittannië het machtigste land van Europa is, maar dat Duitsland de lakens uitdeelt!
Uit angst voor Russische of Franse agressie sloot Duitsland een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije, later aangevuld met Italië. Om een tweefrontenoorlog te voorkomen ontwierpen de Duitse generaal Von Schlieffen het naar hem vernoemde 'von Schlieffenplan'.
Ottomaanse Rijk
Ooit vormde het Ottomaanse Rijk een van de machtigste rijken van Europa. Echter was het rijk al decennia in verval, onder andere veroorzaakt door politieke instabiliteit.
Servische kwestie
Gavrilo Principe vermoord Franz Ferdinand in Sarajevo, de hoofdstad van Bosnië. De nationalistisch-terroristische organisatie 'de Zwarte Hand' blijkt achter de moord te zitten. Zij willen dat Bosnië bij Servië gaat horen. Oostenrijk-Hongarije eist dat zij onderzoek mogen doen op het grondgebied van Servië, omdat de terroristen uit Servië zouden komen. Servië ziet dit als een aanval op de onafhankelijkheid en gaat niet mee in de eis. Oostenrijk-Hongarije dreigt met oorlog. Hoe moet dit worden opgelost?
Europa, 1914
Slide 5 - Tekstslide
Inlevingsopdracht Eerste Wereldoorlog
Extra bronnen:
Bron 1: Duitsland
Bron 2: Frankrijk
Bron 3: Groot-Brittannië
Bron 4: Oostenrijk-Hongarije
Bron 5 & 6: Rusland
Slide 6 - Tekstslide
Inlevingsopdracht Eerste Wereldoorlog
Bron 1: Duitsland
Toen de oorlog uitbrak was de blijdschap onder de bevolking groot. Op 31 juli 1914 sprak Wilhelm vanaf het balkon van zijn paleis in Berlijn een uitzinnige menigte toe:
'Vandaag is er een moeilijk uur voor Duitsland gevallen. Jaloerse mensen overal ter wereld dwingen ons om onszelf eerlijk te verdedigen. Het zwaard wordt ons overhandigd. Ik hoop dat als Mijn inspanningen er op het laatste uur niet in slagen de tegenstanders tot rede te brengen en de vrede te bewaren, wij met de hulp van God het zwaard zo zullen hanteren dat we het met eer terug in de schede kunnen steken. Een oorlog zou van ons enorme offers aan eigendommen en bloed vergen. Maar we zouden onze tegenstanders laten zien wat het betekent om Duitsland te irriteren. En nu beveel ik je aan bij God, ga naar de kerk, kniel voor God en vraag Hem om hulp voor ons dappere leger!’
Het enthousiasme kende geen grenzen. De treinen, die de troepen naar het front brachten, waren voorzien van leuzen als Ausflug nach Paris, Jeder Schuss ein Russ’, jeder Stoss ein Franzos’ en Wageninhalt: Mutters Lieblinge, Frankreichs Schrecken. Vóór kerst zouden ze weer thuis zijn.
Slide 7 - Tekstslide
Inlevingsopdracht Eerste Wereldoorlog
Bron 2: Frankrijk
“De terugkeer van Elzas-Lotharingen [gebied dat ze waren verloren aan Duitsland] in de Franse moederschoot was een tweede bepalende factor en de continuering en versterking van het Frans-Russische verbond een derde in het Buitenlands beleid. In 1898 werd nog een vierde factor aan deze reeks toegevoegd en wel in de persoon van de minister van Buitenlandse Zaken, Delcassé. Hij streefde vanaf het begin van zijn aantreden met kracht naar uitbreiding van het Franse grondgebied overzee. Het Frans-Russische verbond van 1893 zag hij verder als essentieel voor de versterking van de Franse positie in de wereld en hij maakte het tot kernpunt van zijn politiek om dat verbond zo hecht mogelijk te maken en te houden.”
Slide 8 - Tekstslide
Inlevingsopdracht Eerste Wereldoorlog
Bron 3: Groot-Brittannië
De bouw van een grote oorlogsvloot [door Duitsland] had wel degelijk consequenties want Engeland, dat Duitsland als een economische bedreiging begon te zien, begon haar politiek van splendid isolation (niet bemoeien met conflicten aan de andere kant van de Noordzee) nu langzaam maar zeker overboord te zetten. Ook dit land ging nu omzien naar een bondgenoot op het vaste land en, u begrijpt het al, Frankrijk leek daartoe een goede keus. In 1904 kwam het tot een overeenkomst en ontstond de Frans-Britse entente.
Slide 9 - Tekstslide
Inlevingsopdracht Eerste Wereldoorlog
Bron 4: Oostenrijk-Hongarije
Oostenrijk-Hongarije, dat al jaren in onmin met Servië leefde en zich door diens voortdurende terroristische activiteiten in Bosnië-Herzegovina in haar bestaan bedreigd voelde, besloot dit keer tot ingrijpen. Men aarzelde nog een maand maar op 23 juli 1914 overhandigde de Oostenrijkse ambassadeur in Servië een ultimatum dat door de Serviërs van de hand werd gewezen.
Slide 10 - Tekstslide
Inlevingsopdracht Eerste Wereldoorlog
Bron 5: Rusland
Bevel van de tsaar op 11 april 1912:
“Zodra de troepen het mobilisatie bevel zullen ontvangen wegens politieke ontwikkelingen aan de westgrenzen, dan moet dat bevel tegelijkertijd worden beschouwd als een bevel tot het openen van de vijandelijkheden tegen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije.”
Slide 11 - Tekstslide
Inlevingsopdracht Eerste Wereldoorlog
Bron 6: Rusland
Frankrijk en Rusland hadden beide een motief om oorlog te voeren. Voor Frankrijk was dat het terugwinnen van Elzas Lotharingen, voor Rusland haar positie op de Balkan (die bedreigd werd door Duitslands bondgenoot Oostenrijk-Hongarije) en haar wens tot een vrije doorgang door de Bosporus en de Dardanellen (Turkse Rijk).