T4 introductieles 2020-2021
1 / 49
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
0
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Waar vind je de lesstof en het huiswerk dit schooljaar?
A
Magister
B
SOMtoday
C
weektaak
D
weektaak én SOMtoday
Slide 18 - Quizvraag
Hoe heet de nieuwe methode die we gebruiken vanaf dit schooljaar?
Slide 19 - Open vraag
Hoeveel hoofdstukken heeft het boek?
A
3
B
6
C
8
D
13
Slide 20 - Quizvraag
Hoeveel grammatica-onderwerpen heeft een hoofdstuk (inclusief werkwoorden)?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quizvraag
Waar zijn hoofdstuk 4 en 8 voor bedoeld?
A
herhaling
B
verdieping
C
extra leesoefening
D
extra lesstof
Slide 22 - Quizvraag
Hoe heet de paragraaf waarin je oefent met 'luisteren'?
A
écouter
B
lire
C
parler & écrire
D
regarder
Slide 23 - Quizvraag
In welke paragraaf oefen je met Franse zinnen?
Slide 24 - Open vraag
Wat verwacht je van het boekje 'examenidioom Frans'?
A
woordjes stampen FN én NF
B
woordjes en zinnen stampen FN én NF
C
woordjes stampen FN
D
woordjes en zinnen stampen FN
Slide 25 - Quizvraag
Hoe kun je de
woordjes/ zinnen
oefenen?
woordjes/ zinnen
oefenen?
Slide 26 - Woordweb
Slide 27 - Tekstslide
Welk zinnetje helpt bij het vervoegen van werkwoorden op -er?
A
een ekster is op ons raam aan het poepen
B
ons kent ons hier in Zwolle
C
een eskimo eet ons ezeltje en terecht
D
wat een flauwekul allemaal
Slide 28 - Quizvraag
Het Franse woord voor de tegenwoordige tijd is ...
Slide 29 - Open vraag
Hoeveel persoonlijk voornaamwoorden ken je (zoals 'je')
A
6
B
7
C
8
D
9
Slide 30 - Quizvraag
Hoe zeg je 'ik ben' in het Frans?
A
je suis
B
j'étais
C
j'ai été
D
je vais être
Slide 31 - Quizvraag
'Ik heb' is in het Frans ...
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Tekstslide
Vertaal: dit is mijn kat
A
voilà, mon chat
B
voilà, ma chat
C
voilà, ton chat
D
voilà, ta chat
Slide 34 - Quizvraag
Maak de zin ontkennend (herhaal de hele zin in je antwoord):
Cédric habite à Paris
Cédric habite à Paris
Slide 35 - Open vraag
Dit is een Boeing 777. Wat is 777 in het Frans?
A
soixante-dix sept
B
sept cent soixante-dix
C
soixante-dix-sept-cent
D
sept cent soixante-dix-sept
Slide 36 - Quizvraag
Vertaal: Max Verstappen
heeft de Grand Prix gewonnen!
heeft de Grand Prix gewonnen!
A
M.V. a gagné le Grand Prix
B
M.V. gagnait le Grand Prix
C
M.V. gagne le Grand Prix
D
M.V. gagnerait le Grand Prix
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Zoek de woorden bij de plaatjes
ventre
noix
viande
portable
Slide 40 - Sleepvraag
Zet de vervoegingen van het werkwoord 'aller' in de goede volgorde.
aller
va
allons
vas
allez
vont
vais
