Keuzedeel Internationaal 1 - les 3

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel INTMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

 Wat is cultuur?
Keuzedeel Internationaal 1:
overbruggen (interculturele) diversiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit je hier op dit moment?
šŸ˜’šŸ™šŸ˜šŸ™‚šŸ˜ƒ

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van de ontmoeting net?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel % van de Nederlandse bevolking tussen de 0-25 jaar heeft een migratie-achtergrond?
A
15
B
24
C
30
D
50

Slide 4 - Quizvraag

Op 1 januari 2023 heeft circa 70 procent van alle 0- tot 25-jarigen in Nederland een Nederlandse achtergrond en 30 procent een migratieachtergrond. 

https://www.nji.nl/cijfers/jeugd-met-een-migratieachtergrond#:~:text=Op%201%20januari%202023%20heeft,procent%20met%20een%20westerse%20migratieachtergrond.


Hoeveel % van de 0-25 jarige heeft een migratie-achtergrond die Niet-westers is?
A
25 %
B
36 %
C
55%
D
64 %

Slide 5 - Quizvraag

Degene met een migratieachtergrond is opgebouwd uit 64 procent 0- tot 25-jarigen met een niet-westerse migratieachtergrond en ruim 36 procent met een westerse migratieachtergrond.

https://www.nji.nl/cijfers/jeugd-met-een-migratieachtergrond#:~:text=Op%201%20januari%202023%20heeft,procent%20met%20een%20westerse%20migratieachtergrond.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerste generatie en tweede generatie 


Mensen die in het buitenland zijn geboren = de eerste generatie
Mensen die in Nederland geboren zijn en van wie ten minste een van hun ouders immigrant was = de tweede generatie 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de top 6 van herkomst van inwoners met een migratie-achtergrond in NL?
Turkijke
1
2
3
4
5
6
Marokko
Suriname
Indonesiƫ
Duitsland
Polen

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwalificatiedossier 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud Keuzedeel
  1. Kerntaak D1-K1: Zet interculturele sensitiviteit in 
  2. Kerntaak D1-K2: Verbindt mensen met verschillende culturele achtergronden

Dit keuzedeel gaat over  cultuur en hoe cultuurverschillen van invloed zijn op de communicatie tussen mensen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De werkprocessen 
  1. Onderzoekt eigen en andere culturen en legt verbindingen 
  2. Zet eigen culturele sensitiviteit in
  3. Legt, onderhoudt en bouwt interculturele contacten uit 
  4. Maakt gebruik van interculturele samenwerkingsverbanden 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je weet wat cultuur is.
  2. Je kent de kenmerken van je eigen (en de Nederlandse) cultuur.
  3. Je begrijpt de ui-theorie van Hofstede en kunt deze toepassen.Je begrijpt hoe je eigen cultuur je gedachten en je gedrag beĆÆnvloeden.
  4. Je weet wat vooroordelen zijn en herkent deze in contact met anderen.
  5. Je begrijpt wat cultuurshock is.
  6. Je herkent verschillen en overeenkomsten tussen culturen.
  7. Je weet wat interculturele sensitiviteit is en in hoeverre je dat zelf bent.
  8. Je kunt je verplaatsen in mensen met een andere culturele achtergrond.
  9. Je kunt in contact met anderen omgaan met cultuurverschillen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillende culturen zie je terug in jouw wijk/buurt als je over straat loopt of door de straten heen fietst?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan herken je de culturen en de mensen uit de verschillende culturen in jouw wijk/buurt? Plaats achter elke cultuur zoveel mogelijk cultuurelementen.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Culturele diversiteit verrijkt ons allemaal. 
Dat is het interessante en boeiende aan een samenleving met mensen uit verschillende culturen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Filmpje over Wat is cultuur?
Wat is cultuur?
Cultuur is een vorm van mentale programmering. Het zijn patronen van gedachtes, gevoelens en gedrag. 
Mentale programmering bestaat op drie niveaus:
  • menselijke natuur
  • cultuur
  • persoonlijkheid

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cultuur?
Je mentale programmering bepaalt hoe je reageert op alle daagse zaken als groeten, eten, tonen van emoties enzovoort.

Slide 20 - Tekstslide

Mentale programmering bestaat op drie niveaus:
1. menselijke natuur
Deze patronen zijn aangeboren en daarmee universeel, alle mensen hebben dit in zich.
Bijvoorbeeld: Alle mensen kunnen zich wel eens boos, verdrietig of bang voelen.
2. cultuur
Deze patronen zijn aangeleerd en zijn specifiek voor een groep mensen. Het maakt het verschil tussen de ene en de andere groep mensen. Cultuur gaat over van generatie op generatie.
Bijvoorbeeld: In sommige culturen is het niet netjes als een jongere een volwassene recht in de ogen aankijkt tijdens een gesprek. Kinderen leren van hun ouders dat zij dit niet moeten doen en zij leren dat hun kinderen ook weer.
3. persoonlijkheid
Deze patronen zijn zowel aangeboren als aangeleerd en maken een persoon uniek
Cultuurverandering
Culturen blijven niet eeuwig en altijd hetzelfde. Ze veranderen omdat mensen veranderen. De basis blijft steeds hetzelfde. Maar doordat we kennismaken met andere culturen kunnen we ook dingen overnemen.



Slide 21 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
- Chinees, Turks of Surinaams eten
- het gebruik van Engelse woorden in onze taal 
- invloeden uit andere culturen in onze samenleving
- enzovoort.
Normen en waarden
Normen en waarden geven ons richting.
Normen zijn ā€˜richtlijnen hoe je sociaal gewenst met elkaar omgaat.'
Waarden zijn ā€˜de zaken die waardevol gevonden worden door iemand of een groep mensen (een samenleving)ā€™ Denk aan beleefdheid, eerlijkheid.
Het is belangrijk te weten dat de normen en waarden enorm kunnen verschillen per land, cultuur of samenleving. 



Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elke cultuur heeft zijn eigen waarden en normen. 
Ouderen spreek je aan met u.
Als je ergens iets van vindt, mag je dat gewoon zeggen.
Respect
Vrijheid van meningsuiting
NORMEN
WAARDEN

Slide 23 - Sleepvraag

Elke cultuur heeft zijn eigen waarden en normen. 
Waarden zijn de dingen die je belangrijk vindt. Bij iedere waarde horen bepaalde normen. 
De normen zijn de regels waar je je aan moet houden om een bepaalde waarde in praktijk te kunnen brengen.

Voorbeelden:
Waarde: Vrijheid van meningsuiting
Norm: Als je ergens iets van vindt, mag je dat gewoon zeggen.

Waarde: Respect
Norm: Ouderen spreek je aan met u.
Religie
Veel culturen hebben een religie of geloofsovertuiging als basis. 
Een religie bevat veel waarden, normen en gewoontes en helpt het ontstaan en het doel van de mensheid te verklaren. 

Cultuur en religie zijn twee verschillende dingen, maar lopen vaak wel door elkaar.

Slide 24 - Tekstslide

 Het katholieke geloof heeft bijvoorbeeld als basis de bijbel. Dit is wereldwijd zo. Maar een katholiek in Mexico viert bijvoorbeeld Dios de los Muertos, een feestdag waarbij de doden worden herdacht en mensen zich verkleden als skelet. Dit wordt op een katholieke feestdag gevierd, maar in de bijbel staat niets over deze feestdag genoemd. Een katholiek in Europa viert deze feestdag niet. Deze feestdag is dan ook onderdeel van de Mexicaanse cultuur en hoort niet bij religie.
Wat zijn de vijf grootste religies/ geloofsovertuigingen?

Slide 25 - Open vraag

De vijf grootste religies en geloofsovertuigingen zijn: boeddhisme, christendom, islam, hindoeĆÆsme en jodendom.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies