2.2 Wie kan de macht van de overheid controleren?

Dilemma 2.2
Lees altijd eerst voordat je aan deze les begint de paragraaf goed door in je lesboek!
blz. 62 tm 67
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dilemma 2.2
Lees altijd eerst voordat je aan deze les begint de paragraaf goed door in je lesboek!
blz. 62 tm 67

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Big Brother is watching you!
  • Overheid beschikt over steeds meer technologische middelen om burgers te controleren
  • Privacy van alle burgers komt hierdoor in gevaar
  • In de Politiewet staat hoelang welke gegevens mogen worden bewaard en welke opsporingsmiddelen worden toegestaan
  • Sommigen waarschuwen voor een zogenaamde 'big brother' staat

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

0

Slide 5 - Video

De term: Big Brother is watching you, komt uit de roman '1984' van George Orwell uit 1949. Zoek op waar Orwell voor waarschuwt!

Slide 6 - Open vraag

Kan de overheid haar gang gaan?
Als je vindt dat privacy door de overheid wordt geschonden, kun je:
  • Naar de Nationale ombudsman stappen (onafhankelijk) als je er zelf met de overheid niet uit komt. Hij komt met advies (wel gezag maar dus geen macht om zaken door te drukken).
  • CBP (College Bescherming Persoonsgegevens): toezicht en naleving op privacy-wetten
  • Naar de rechter (bindend)

Slide 7 - Tekstslide

Een rechtsstaat respecteert de grondbeginselen:
  • Aanwezigheid van grondrechten
  • een machtenscheiding
  • legaliteitsbeginsel
  • onafhankelijke rechtspraak

Deze grondbeginselen zijn vastgelegd in de Grondwet. En deze kan pas veranderd worden als er brede steun is.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Het legaliteitsbeginsel als basis voor het wetboek van strafrecht.
het legaliteitsbeginsel: Je bent alleen strafbaar als de handeling vooraf is vastgelegd in de wet.
  • strafbaarheid
  • de strafmaat =maximale straf voor delict
  • Ne bis in idem-regel= je kunt maar 1 keer voor hetzelfde feit "veroordeeld" worden.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe komen rechters tot hun oordeel?
Op basis van rechtsbronnen:
  • Jurisprudentie (eerdere rechterlijke uitspraken in soortgelijke zaken)
  • Wetten: gemaakt door volksvertegenwoordigers
  • Gewoonterecht (ongeschreven regels over nakomen van afspraken voortkomende uit jarenlange traditie) b.v: Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
  • Verdragen met andere landen (rechtszaken bij Europees Hof voor de Rechten vd Mens)

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Geef een voorbeeld van bevoegdheden die een overheidsinstantie heeft om haar taken uit te kunnen voeren.

Slide 13 - Open vraag

Hoe komt een overheidsinstantie aan haar bevoegdheden?

Slide 14 - Open vraag

Noem drie voorbeelden van instanties die de macht van de overheid ten gunste van de burger beperken.

Slide 15 - Open vraag

Met welk beginsel van de rechtsstaat heeft dit voorbeeld te maken: Als op zes april de boete voor te snel rijden verhoogd wordt, betaalt iemand die op vijf april te snel reed de oude boete.
A
Grondrechten
B
Onafhankelijke rechtspraak
C
Legaliteitsbeginsel
D
Machtenscheiding

Slide 16 - Quizvraag

De grondbeginselen van de rechtsstaat hebben één belangrijk doel. Welk doel is dat?

Slide 17 - Open vraag

'De Europese Unie en de lidstaten treden uit solidariteit gezamenlijk op indien een lidstaat getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp.'
Om welke soort rechtsbron gaat het hier?

Slide 18 - Open vraag

'De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering van een creditcard. Het Hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken. Deze straf komt overeen met een eerdere uitspraak van de rechtbank in een andere zaak.'
Om welke soort rechtsbron gaat het hier?

Slide 19 - Open vraag

'Een bedrijf dat al jarenlang haar werknemers 100% loon doorbetaalt tijdens ziekte mag dat niet opeens verminderen naar het wettelijke minimum van 70%.'
Om welke soort rechtsbron gaat het hier?

Slide 20 - Open vraag

a. Welke 2 rechtsbronnen komen in de bron aan de orde? b. Van welke rechtsbron maakte de rechter gebruik en waarom kon de rechter van de andere rechtsbron geen gebruik maken?

Slide 21 - Open vraag

Leg uit waarom deze uitspraak van het Hof gevolgen voor Nederland heeft.

Slide 22 - Open vraag